Organisatie | Oldenzaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van leges 2012 |
Citeertitel | Verordening leges 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Tarieventabel behorende bij de Verordening leges 2012 |
Deze regeling is vervangen door de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2013.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2013 | intrekking | 17-12-2012 Gemeenteblad, 24-12-2012 | INTB-12-00474 | |
16-05-2012 | 01-04-2012 | 01-01-2013 | bijlage 1 | 23-04-2012 Nieuwsblad Oldenzaal, 15-05-2012 | INTB-12-00089 |
16-05-2012 | 15-02-2012 | 01-04-2012 | art. 4, bijlage 1 | 23-04-2012 Nieuwsblad Oldenzaal, 15-05-2012 | INTB-12-00089 |
01-01-2012 | 15-02-2012 | nieuwe regeling | 19-12-2011 Nieuwsblad Oldenzaal, 27-12-2011 | INT-11-00740 |
De raad van de gemeente Oldenzaal;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 december 2011, nr. 46/5, reg.nr. INT-11-00740;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en artikel 1 van de Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (Stb. 2011, 440);
vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2012
Onder de naam leges worden rechten geheven voor:
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Leges worden niet geheven voor:
diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wabo;
het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:10 van de APV 2012 (Het plaatsen van voorwerpen op, aan of boven de weg) voor zover de aanvraag betrekking heeft op het aanbrengen van spandoeken, driehoeksborden en sandwichborden op de bij besluit van het college van burgemeester en wethouders aangewezen plaatsen;
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 5:23 van de APV 2012 (Organiseren van een snuffelmarkt) voor zover de aanvraag betrekking heeft op het organiseren van een snuffelmarkt op de bij besluit van de burgemeester aangewezen plaatsen en tijden;
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 1, onder a, van de Wet op de kansspelen (loterij) voor zover de aanvraag betrekking heeft op een gelegenheid op de bij besluit van het college van burgemeester en wethouders aangewezen plaatsen en tijden;
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor zover die aanvraag betrekking heeft op bouwactiviteiten met betrekking tot een monument dat is opgenomen in het monumentenregister zoals bedoeld in artikel 6 van de Monumentenwet 1988, dan wel een zaak of terrein waaromtrent de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen ingevolge artikel 3 van deze wet het voornemen tot opname in het hiervoor genoemde monumentenregister heeft kenbaar gemaakt, dan wel een zaak die of een terrein dat is opgenomen in de gemeentelijke monumentenlijst zoals bedoeld in artikel 7 van de Erfgoedverordening 2010;
maximaal vijf exemplaren van de verslagen van de raadsvergadering, de stukken behorende bij de raadsvergadering en de overige stukken behorende bij het Politiek Forum, bij afhaling door plaatselijke politieke groeperingen, plaatselijke afdelingen van landelijke politieke partijen, wijkorganisaties, de plaatselijke pers, alsmede de Stichting Openbare Bibliotheek Oldenzaal;
een exemplaar van de programmabegroting en de programmarekening, bij afhaling door de plaatselijke pers, plaatselijke politieke groeperingen, plaatselijke afdelingen van landelijke politieke partijen, wijkorganisaties, adviesorganen door het gemeentebestuur ingesteld dan wel aan een van deze organen gelijkwaardige positie innemend en de Stichting Openbare Bibliotheek Oldenzaal;
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt tot vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
De leges als bedoeld in titel 1, hoofdstuk 1 tot en met 6, hoofdstuk 7, uitgezonderd onder 1.7.2.2, hoofdstuk 9 en 10 en hoofdstuk 19, onder 1.19.3 van de in artikel 2 genoemde tarieventabel, worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.