Organisatie | Nijmegen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING MILIEUSAMENWERKING EN AFVALVERWERKING REGIO NIJMEGEN |
Citeertitel | GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING MILIEUSAMENWERKING EN AFVALVERWERKING REGIO NIJMEGEN |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet gemeenschappelijke regelingen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-12-2015 | 27-03-2019 | Onbekend | 25-11-2015 Staatscourant 2015-47133 | Raadsvoorstel 144/2015, d.d. 25 november 2015 |
De Raden, de Colleges van Burgemeester en Wethouders en de Burgemeesters van de gemeenten Beuningen, Druten, Groesbeek, Heumen, Mook en Middelaar, Nijmegen, Wijchen en West Maas en Waal, ieder voorzover zij bevoegd zijn;
overwegende dat het gewenst is de gemeenschappelijke regeling Milieusamenwerking en Afvalverwerking Regio Nijmegen te wijzigen
gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen, de gemeentewet en de Wet Milieubeheer,
De gemeenschappelijke regeling Afvalverwerking Regio Nijmegen, welke regeling is goedgekeurd bij besluit van Gedeputeerde Staten van Gelderland van 29 augustus 1984, vervolgens is gewijzigd bij besluit van de deelnemende gemeenten, welke wijziging is goedgekeurd bij besluit van Gedeputeerde Staten van Gelderland van 22 december 1993 inzake de toetreding van de gemeente Mook en Middelaar, vervolgens gewijzigd bij besluit van de deelnemende gemeenten, welke wijziging is goedgekeurd bij besluit van Gedeputeerde Staten van Gelderland bij besluit van 8 december 1994 inzake de wijziging zijnde de toevoeging van artikel 29 Garantstelling, vervolgens gewijzigd bij besluit van de deelnemende gemeenten, welke wijziging is goedgekeurd bij besluit van het College Gedeputeerde Staten van Gelderland van 14 januari 2000 inzake de taakuitbreiding van de regeling, vervolgens gewijzigd bij besluit van de deelnemende gemeenten, inhoudende de aanpassing aan de dualisering van de gemeentebesturen en de bepaling inzake het archief, welke wijziging is goedgekeurd bij besluit van het College van Gedeputeerde Staten van Gelderland van 17 maart 2003, vervolgens gewijzigd bij besluit van de deelnemende gemeenten in het kader van het rapport “De kunst van het loslaten” inhoudende verkleining van het Algemeen als Dagelijks Bestuur, het benoemen van het personeel als ook de archiefbepaling welke wijziging op 18 mei 2006 in werking is getreden, vervolgens gewijzigd bij besluit van de deelnemende gemeenten welk besluit is gepubliceerd op 17 december 2015 en inwerking getreden op 18 december 2015, inzake de herindeling van de gemeenten Groesbeek, Millingen aan de Rijn en Ubbergen tot een nieuwe gemeente per 1 januari 2015 alsmede de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen in werking getreden per 1 januari 2015 als ook de nieuwe wijze van werken voor de regeling, en wel zodanig dat zij komt te luiden als volgt:
Hoofdstuk 1: Algemene Bepalingen
Artikel 1: Begripsomschrijvingen
Deze gemeenschappelijke regeling verstaat onder:
deze gemeenschappelijke regeling
het openbaar lichaam als bedoeld in artikel 2 van de regeling;
een aan deze regeling deelnemende gemeente;
het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland;
de inrichting voor de verwerking van afvalstoffen van ARNB.V.;
de afvalstoffen die vallen onder werking van hoofdstuk 10 van de Wet milieubeheer
de wet gemeenschappelijke regelingen
de, bij akte van 25 oktober 1985, opgerichte beslotenvennootschap of haar rechtsopvolger, welke deverwerkingsinrichting exploiteert.
Hoofdstuk 2: Belangen, taken en bevoegdheden
De gemeenschappelijke regeling wordt getroffen ter ondersteuning van de behartiging van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten ter bescherming van het milieu, waaronder in ieder geval begrepen een doelmatige en milieuhygiënisch verantwoorde verwijdering van afvalstoffen.
Artikel 5: Taken en bevoegdheden
Ter verwezenlijking van de van de in artikel 4 genoemde belangen komen het openbaar lichaam de volgende taken en bevoegdheden toe:
het openbaar lichaam sluit met de ARN B.V. een vuilverwerkingsovereenkomst, regelende de aanbiedingsplicht van de deelnemende gemeenten van de door of vanwege hen opgehaalde afvalstoffen, de acceptatieplicht van de aangeboden afvalstoffen door de verwerkingsinrichting en het in rekening brengen van de verwerkingskosten door ARN B.V. aan de deelnemende gemeenten.
Het op verzoek en in opdracht van de deelnemende gemeenten dan wel een deel van de deelnemende gemeenten (doen) opzetten en (doen) uitvoeren van projecten op het terrein van het milieu waarbij de projecten bekostigd worden door de daaraan deelnemende gemeenten naar rato van deelname.
Hoofdstuk 3: Het Algemeen Bestuur
Het algemeen bestuur kan bevoegdheden overdragen aan het dagelijks bestuur tenzij de aard van de bevoegdheid zich hiertegen verzet maar in ieder geval met uitzondering van de bevoegdheid tot het vaststellen van de begroting, de wijzigingen daarvan, de jaarrekening als ook over deelname in organisaties als bedoeld in lid 2.
Hoofdstuk 4: Het dagelijks bestuur
1.Het dagelijks bestuur is belast met en bevoegd tot het voeren van het dagelijks bestuur, waaronder in ieder geval wordt verstaan:
het nemen van alle conservatoire maatregelen, zowel in als buiten rechte, en het doen van alles wat nodig is ter voorkoming van verjaring en verlies van recht en eigendom;
Hoofdstuk 7: Inlichtingen, verantwoording en ontslag
Artikel 18: Leden ten opzichte van de raden
Een lid of een plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur verschaft de raad die dit lid heeft aangewezen met inachtneming van artikel 16 van de wet alle inlichtingen, die door die raad of door een of meer leden van die raad worden verlangd en wel op de in het reglement van orde voor de vergaderingen van die raad aangegeven wijze.
Een lid of plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur is de raad die dit lid heeft aangewezen met inachtneming van artikel 16 van de wet verantwoording verschuldigd voor het door hem in dat bestuur gevoerde beleid en wel op de in het reglement van orde voor de vergaderingen van die raad aangegeven wijze.
Hoofdstuk 10: Financiële bepalingen
Artikel 24. Bijdragen van de gemeenten
Indien de begroting een nadelig saldo heeft, kan in de begroting worden aangegeven, welke bijdrage elke gemeente verschuldigd is voor het jaar waarop de begroting betrekking heeft. Als verdeelsleutel wordt gehanteerd het aantal inwoners volgens de door het Centraal bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers per 1 januari van het jaar, voorafgaande aan dat waarvoor de bijdrage is verschuldigd.
Het dagelijks bestuur biedt de concept jaarrekening over het afgelopen jaar, onder toevoeging van een verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening, ingesteld door de overeenkomstig artikel 24 van de Gemeentewet aangewezen deskundigen, en hetgeen het dagelijks bestuur te zijner verantwoording dienstig acht, met alle bijbehorende bescheiden jaarlijks vóór 15 april aan aan de deelnemende gemeenten.
De gemeenten zijn gezamenlijk garant voor de juiste betaling van rente, aflossing, boeten en kosten van de door het openbaar lichaam gesloten en af te sluiten langlopende en kasgeldleningen en in rekening courant opgenomen en op te nemen gelden, en voor de door het openbaar lichaam verstrekte garanties.
Alle deelnemende gemeenten, ook die welke op het moment van het ontstaan van de betalings- of garantieverplichtingen nog niet aan de gemeenschappelijke regeling deelnamen, staan naar rato van hun inwonertal garant voor de voldoening van betalingsverplichtingen en voor door het openbaar lichaam verstrekte garanties op het moment dat daarop door de betrokken rechthebbende aanspraak wordt gemaakt.
Hoofdstuk 13: Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing
Artikel 31: Wijziging en opheffing
Voor zover bij de wijziging wettelijke bevoegdheden van het College van Burgemeester en Wethouders, respectievelijk de Burgemeester zijn betrokken, dient daartoe ook te worden besloten door ten minste twee derde van het aantal Colleges van Burgemeester en Wethouders, respectievelijk Burgemeesters van de deelnemende gemeenten.