Organisatie | Dronten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | gemeenschappelijke regeling "Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Flevoland 2008" |
Citeertitel | gemeenschappelijke regeling "Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Flevoland 2008" |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | openbare gezondheid, veiligheid en zedelijkheid |
Regeling vervangt Gemeenschappelijke Regeling Hulpverleningsdienst Flevoland.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2008 | nieuwe regeling | 29-11-2007 Gemeenteblad 2007, nr. 19 | B07.001273 |
De raden en burgemeester en wethouders van de gemeenten Almere, Dronten, Lelystad, Noordoostpolder, Urk en Zeewolde, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft:
de Wet rampen en zware ongevallen, de Wet collectieve preventie volksgezondheid, de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, de Wet ambulancevervoer en de Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken;
de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeentewet:
De gemeenschappelijke regeling “Hulpverleningdienst Flevoland” te wijzigen door vaststelling van de navolgende integrale tekst.
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Daar waar in deze regeling artikelen van de Gemeentewet of van enig andere wet of wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, komen in die artikelen in de plaats van de gemeente, de raad, college van burgemeester en wethouders en burgemeester onderscheidenlijk: de dienst, het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en voorzitter.
HOOFDSTUK 2. BELANGEN, TAKEN EN BEVOEGDHEDEN
De verwezenlijking van de in artikel 5 genoemde belangen wordt opgedragen aan de dienst die daartoe in elk geval met inachtneming van het bepaalde in deze regeling en in de wettelijke voorschriften de in de artikel 7 van deze regeling genoemde taken verricht.
Met betrekking tot de openbare gezondheidszorg heeft de dienst tot taak:
het behartigen en uitvoeren van de uit de Wet collectieve preventie volksgezondheid en de hierop betrekking hebbende algemene maatregelen van bestuur voortvloeiende (preventieve) taken op het gebied van de gezondheidszorg, alsmede de taken op dit terrein waartoe door de gemeenten of andere instanties opdrachten zijn verstrekt
Het algemeen bestuur kan besluiten dat de dienst, bij samenwerkingsovereenkomst en onder door hem te stellen voorwaarden, één van de in het tweede lid genoemde taken verricht ten behoeve van andere instanties of van buiten het verzorgingsgebied van deze regeling gelegen gemeenten die daartoe een verzoek doen.
Tevens vervult de dienst met instemming van het algemeen bestuur overige taken op het gebied van de gezondheidszorg op verzoek van één of meerdere besturen van de deelnemende gemeenten. Deze taken worden uitsluitend verricht voor de gemeenten die daartoe de opdracht hebben verstrekt. Voor zover met de uitvoering van deze taken kosten zijn gemoeid, die niet door derden worden vergoed, zullen deze in rekening worden gebracht bij de desbetreffende gemeenten.
Voor zover hiervan niet in deze regeling is afgeweken, komen aan de bestuursorganen van de dienst ter uitvoering van de in de artikel 7 genoemde taken de bevoegdheden toe, die aan de bestuursorganen van de deelnemende gemeenten behoren, met dien verstande, dat het algemeen bestuur in de plaats treedt van de raad, het dagelijks bestuur in de plaats van het college van burgemeester en wethouders en de voorzitter in de plaats van de burgemeester.
HOOFDSTUK 3. HET BESTUUR VAN DE DIENST
Het algemeen bestuur geeft aan de raden van de deelnemende gemeenten gevraagd en ongevraagd alle informatie die voor een juiste beoordeling van het bestuursbeleid van het openbaar lichaam nodig is of die door de raden of één of meer leden van die raden wordt verlangd.
In het reglement van orde dat het algemeen bestuur krachtens artikel 22 van de Wet gemeenschappelijke regelingen verplicht is op te stellen, worden onder meer regels opgenomen over:
HOOFDSTUK 4 DE AMBTELIJKE ORGANISATIE
Het algemeen bestuur regelt overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 125 en 134 van de Ambtenarenwet 1929 en gebaseerd op de gemeentelijke rechtspositie, zoals vastgelegd in de CAR/WO, de rechtspositie van de medewerkers van de organisatie die ambtenaar zijn, alsmede van de medewerkers van de organisatie die werkzaam zijn op grond van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.
HOOFDSTUK 6. FINANCIELE BEPALINGEN
De dienst verschaft aan hen, die ingevolge het bepaalde in het eerste en tweede lid, tot het uitoefenen van controle of het instellen van een onderzoek bevoegd zijn, zo dikwijls als deze het vorderen, inzage van de kas, de boekhouding en de bescheiden en verstrekt desgewenst ook schriftelijk alle inlichtingen die door hen voor de uitoefening van hun taak nodig worden geacht.
Het algemeen bestuur stelt een treasurystatuut vast waarin onder meer geregeld is het aangaan van geldleningen en rekeningcourant overeenkomsten en het uitlenen van geld en garantstellingen, met inachtneming van de daarvoor geldende wettelijke bepalingen. De besluiten worden na vaststelling gezonden aan gedeputeerde staten.
De in het tweede lid bedoelde garantstelling door de gemeenten geschiedt naar verhouding van de inwonertallen op 1 januari van het jaar waarin de verplichting tot nakoming van de garantie van kracht is geworden; een en ander overeenkomstig de in de begroting van het dienstjaar opgenomen gemiddelde inwoneraantallen conform het eerste lid van artikel 28.
Het nadelige saldo van baten en lasten over een dienstjaar wordt over de gemeenten omgeslagen naar rato van het gemiddeld aantal inwoners, conform de prognose van inwoneraantallen per 1 januari van dat dienstjaar en 1 januari van het daaropvolgende dienstjaar uit de meerjarenraming van elk van de gemeenten.
Blijft betaling voor de in het zesde lid genoemde data achterwege, dan treedt een boetebeding in werking. Het aandeel wordt dan verhoogd met zoveel twaalfde gedeelten van de jaarrente als er maanden zijn verstreken sinds de desbetreffende vervaldatum. Een gedeelte van een maand wordt voor een volle maand gerekend. Het rentepercentage is gelijk aan het percentage van de wettelijk vastgestelde rente voor het jaar van inning van het aandeel.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Almere
in zijn openbare vergadering van
De griffier, De voorzitter,
Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere
op
De secretaris, De burgemeester,
Aldus besloten door de raad van de gemeente Dronten,
in zijn openbare vergadering van 29 november 2007
De griffier, De voorzitter,
Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten
op 29 november 2007
De secretaris, De burgemeester,
Aldus besloten door de raad van de gemeente Lelystad
in zijn openbare vergadering van
De griffier, De voorzitter,
Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad
op
De secretaris, De burgemeester,
Aldus besloten door de raad van de gemeente Noordoostpolder
in zijn openbare vergadering van
De griffier, De voorzitter,
Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordoostpolder
op
De secretaris, De burgemeester,
Aldus besloten door de raad van de gemeente Urk
in zijn openbare vergadering van
De griffier, De voorzitter,
Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Urk
op
De secretaris, De burgemeester,
Aldus besloten door de raad van de gemeente Zeewolde
in zijn openbare vergadering van
De griffier, De voorzitter,
Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde
op
De secretaris, De burgemeester,
Een openbaar lichaam is een rechtspersoon, die zelfstandig kan deelnemen aan het rechtsverkeer door bijvoorbeeld het aangaan van overeenkomsten. Er is gekozen voor de naam Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Flevoland 2008 om verwarring te voorkomen met de “Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Flevoland” van voor 2003.
Het bepaalde in dit artikel vloeit voort uit artikel 33, eerste lid, Wgr. Dit artikel bepaalt met zoveel woorden dat de verdeling van bevoegdheden over de bestuursorganen van een gemeenschappelijke regeling dezelfde is als de bevoegdheidsverdeling over de bestuursorganen van de gemeente.
Belangen, taken en bevoegdheden
Met de omschrijving in het eerste lid van dit artikel “het bewerkstelligen van een doelmatig en effectief georganiseerde en gecoördineerde uitvoering van de zorg voor openbare gezondheidszorg en geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen in de deelnemende gemeenten” wordt het volgende bedoeld.
De verantwoordelijkheid voor de openbare gezondheidszorg ligt bij de gemeenten. De uitvoering daarvan hebben de gemeenten op basis van het eerste lid van artikel 5 overgedragen aan GGD Flevoland.
Echter, niet alleen GGD Flevoland houdt zich bezig op het terrein van de openbare gezondheidzorg, maar ook andere organisaties en instellingen zijn werkzaam op onderdelen van de openbare gezondheidszorg.
De GGD Flevoland heeft binnen de context van het eerste lid van artikel 5 tot taak om zorg te dragen voor de samenhang.
Bij de uitwerking van de taken met betrekking tot openbare gezondheidszorg gaat het onder meer om:
Het bestuur van de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Flevoland
In artikel 12 Wgr wordt voorgeschreven dat een openbaar lichaam de volgende drie bestuursorganen heeft: een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter. In het tweede lid van dat artikel wordt bepaald dat het algemeen bestuur aan het hoofd staat van het openbaar lichaam.
Het tweede lid verwijst naar de mogelijkheid van Wgr om twee soorten commissies in te stellen: commissies van advies en bestuurscommissies. Artikel 24 Wgr opent direct de mogelijkheid voor bestuursorganen van gemeenschappelijke regelingen om adviescommissies in het leven te roepen. Op grond van artikel 25 Wgr kan het algemeen bestuur commissies instellen met het oog op de behartiging van bepaalde belangen indien de regeling in deze mogelijkheid voorziet. Echter, in het tweede lid van artikel 25 van de Wgr wordt bepaald, dat het algemeen bestuur alleen tot het instellen van een bestuurscommissie mag overgaan als het daarvoor de toestemming van de raden van elk van de deelnemende gemeenten heeft gekregen.
Aan een bestuurscommissie kunnen bevoegdheden van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur worden overgedragen, met uitzondering van de bevoegdheid tot:
In de toelichting bij artikel 9 is al aangegeven dat het bestuur van een openbaar lichaam bestaat uit een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter.
Om recht te doen aan de Wgr (het hebben van een algemeen bestuur en een dagelijks bestuur) wordt gekozen voor een praktische oplossing door in het zesde lid van dit artikel te bepalen dat ieder lid van het algemeen bestuur als portefeuillehouder belast wordt met een aantal aandachtspunten en dat de portefeuillehouders tezamen het dagelijks bestuur vormen.
In de praktijk houdt dit in, dat de betreffende portefeuillehouder het eerste aanspreekpunt is voor het diensthoofd. Voorts wordt een notitie of voorstel pas aan het bestuur voorgelegd na accordering van de betreffende portefeuillehouder(s), die verantwoordelijk is (zijn) voor dat betreffende onderwerp/aandachtsgebied.
In de Wgr wordt een aantal voorbereidende en uitvoerende taken met betrekking tot onder anderen de begroting en jaarrekening opgedragen aan het algemeen of dagelijks bestuur. Op grond van de gekozen invulling voor het dagelijks bestuur en uit praktische overwegingen is in deze regeling er voor gekozen, dat de algemeen directeur namens het algemeen bestuur of het dagelijks bestuur belast wordt met een aantal voorbereidende of uitvoerende taken.
Gelet op de door het bestuur van de GGD Flevoland te behartigen belangen is in dit artikel vastgelegd, dat elke raad een lid uit het college (en met name de portefeuillehouder gezondheidszorg) aanwijst als lid van het algemeen bestuur. Als plaatsvervangend lid wordt aangewezen degene die binnen het college de portefeuillehouder gezondheidszorg vervangt. Het lidmaatschap is gekoppeld aan de zittingsperiode van de raad.
De vergaderingen van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam zijn openbaar (artikel 22, derde lid, Wgr). Het vierde lid en vijfde lid van artikel 22 Wgr regelen de procedure die moet worden gevolgd om een vergadering in beslotenheid te laten plaatsvinden.
Het derde lid van dit artikel bevat een lijst met onderwerpen waarover in ieder geval niet in beslotenheid vergaderd of besloten mag worden. Deze lijst is gebaseerd op artikel 24 Gemeentewet. Hierin staan de onderwerpen vermeld waarover de gemeenteraad niet in beslotenheid mag beraadslagen of besluiten. De lijst met onderwerpen kan worden uitgebreid.
In het vijfde lid van artikel 11 is er voor gekozen dat elke deelnemende gemeente, ongeacht haar inwonertal, gelijke invloed heeft op de besluitvorming in het algemeen bestuur. Daarom is vastgelegd dat elk lid in de vergadering van het algemeen bestuur één stem heeft. Voorts is in het vierde lid vastgelegd dat besluiten genomen worden bij meerderheid van stemmen, dat wil zeggen: de helft van de uitgebrachte stemmen plus één.
Gebaseerd op het relatieve aandeel van de gemeenten in de regio is in het zesde lid van dit artikel vastgelegd dat bij het vaststellen en wijzigen van de begroting en het vaststellen van de jaarrekening het systeem van gewogen stemmen van toepassing is. Het systeem is concreet uitgewerkt en vastgelegd in dit artikel.
Omdat de gemeenschappelijke regeling uitgaat van samenwerking en gelijkwaardigheid is de voorgestelde stemverhouding niet in alle opzichte een rekenkundige afspiegeling van een bepaalde bijdrage, maar weerspiegelt zij het relatieve verschil in aandeel van elke deelnemende gemeente. Als basis voor de berekening van de stemverhouding is de bijdrage gehanteerd die elke gemeente in 2008 besteedt aan de gemeentelijke bijdrage programma gezondheid.
Op vergaderingen van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam zijn de besluitvormingsregels in artikel 31 Gemeentewet (stemmingen over personen) en artikel 32 Gemeentewet (stemmingen over zaken) van overeenkomstige toepassing (artikel 22, eerste lid, Wgr). Hiervan kan niet in een gemeenschappelijke regeling worden afgeweken. Daarom heeft de voorzitter geen doorslaggevende stem als de stemmen staken.
Wel heeft de voorzitter in vergaderingen van het dagelijks bestuur een doorslaggevende stem als de stemmen staken bij zakelijke voorstellen (nadat eerst opnieuw is gestemd). Dit is op grond van artikel 59 Gemeentewet. Deze besluitvormingsregel voor het college van burgemeester en wethouders is ook van toepassing op het dagelijks bestuur van een openbaar lichaam.
De artikelen 16 en 17 van de Wgr schrijven voor dat een gemeenschappelijke regeling bepalingen bevat over het verstrekken van informatie en het afleggen van verantwoording. Daarbij gaat het zowel om de informatie- en verantwoordingsplicht binnen de gemeenschappelijke regeling (de relatie tussen het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur) als om de informatie- en verantwoordingsplicht van het bestuur van de gemeenschappelijke regeling ten opzichte van de (raden van de) de deelnemende gemeenten.
Op grond van artikel 16, vijfde lid, Wgr moet elke gemeenschappelijke regeling een bepaling bevatten, dat de gemeenteraad het recht heeft om het door hem aangewezen lid te ontslaan als lid van het algemeen bestuur als deze het vertrouwen van die raad niet meer bezit.
In artikel 22, eerste lid, Wgr is geregeld dat het algemeen bestuur voor zijn vergaderingen een reglement van orde vaststelt. In dit artikel is aangegeven welke regels in ieder geval in het reglement opgenomen moeten worden.
Dit artikel spreekt voor zich.
Dit artikel spreekt voor zich.
De inrichting van de ambtelijke organisatie
In dit artikel wordt bepaald dat de algemeen directeur van de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Flevoland (GGD Flevoland) tevens de functie van Regionaal Geneeskundig Functionaris vervult. De algemeen directeur is met inachtneming van de aan hem toegekende bevoegdheden belast met de algemene en dagelijkse leiding van de GGD Flevoland.
In het zesde lid van dit artikel is bepaald op grond van welke wet- en regelgeving het algemeen bestuur de rechtspositie van de medewerkers van de organisatie vaststelt die ambtenaar zijn en van de medewerkers die bij de organisatie werkzaam zijn op grond van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.
Zolang het algemeen bestuur de in dit artikel beoogde rechtspositieregeling nog niet heeft vastgesteld, blijft de rechtspositieregeling zoals deze geldt voor de Hulpverleningsdienst Flevoland van toepassing.
Regionaal Geneeskundig Functionaris
Het Veiligheidsbestuur is verantwoordelijk voor de bestuurlijke aansturing voor de GHOR en RGF. De GGD Flevoland wordt door het Veiligheidsbestuur belast met de organisatie en uitvoering van de GHOR- en RGF taken. De Regionaal Geneeskundig Functionaris legt verantwoording af aan het Veiligheidsbestuur. Daarom wordt in het eerste lid bepaald dat de Regionaal Geneeskundig Functionaris door het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio wordt benoemd, geschorst en ontslagen, gehoord het bestuur van GGD Flevoland.
De concrete afspraken over de inzet van expertise en capaciteit vanuit de GGD Flevoland, waar de GHOR en RAV onderdeel van uitmaken, ten behoeve van het Veiligheidsbestuur worden vastgelegd in een convenant.
De strekking van deze artikelen spreekt voor zich.
De artikelen 186 tot en met 213 van de (gedualiseerde) Gemeentewet zijn ook van toepassing verklaard op gemeenschappelijke regelingen. Deze artikelen hebben betrekking op de begroting, jaarrekening, administratie en de controle. Ook het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is van toepassing op gemeenschappelijke regelingen. Dit betekent onder andere dat de begroting die door het algemeen bestuur wordt vastgesteld moet worden opgezet op basis van een indeling in programma’s (programmabegroting).
Het dagelijks bestuur stelt vervolgens op basis van de programmabegroting de productenraming vast.
De termijn waarop de begroting uiterlijk moet zijn vastgesteld door het algemeen bestuur (1 juli) stelt gemeenten in staat de uitgaven die gemoeid zijn met de GGD Flevoland in de eigen begroting te verwerken. Het gaat immers om verplichte uitgaven. Artikel 34, tweede lid, Wgr bepaalt dat de begroting vóór 15 juli van het jaar, voorafgaande aan het jaar waarvoor deze geldt, aan gedeputeerde staten moet zijn toegezonden.
Voor de in het derde lid van artikel 22 bedoelde index wordt uitgegaan van het door de gemeente Lelystad gehanteerde percentage.
De strekking van deze artikelen spreekt voor zich. Opgemerkt wordt dat de strekking van artikel 24 overeenkomt met het bepaalde in artikel 34 van de Wgr.
De kosten van GGD Flevoland worden over de gemeenten omgeslagen naar rato van het gemiddeld aantal inwoners, conform de prognose van inwoneraantallen per 1 januari van dat dienstjaar en 1 januari van het daaropvolgende dienstjaar uit de meerjarenraming van elk van de gemeenten. Voor de berekening van de kosten wordt rekening gehouden met bijdragen van het Rijk en van anderen.
De gemeentelijke bijdragen worden bij wijze van voorschot voor 15 maart, 15 juni, de 15 september en 15 december betaald.
Wat betreft de financiële bijdragen van het Rijk en van anderen (tweede lid), kan aan de volgende bijdragen worden gedacht:
De uitgaven ten behoeve van een gemeenschappelijke regeling zijn verplichte uitgaven voor gemeenten. Als blijkt dat een gemeente weigert de financiële bijdrage in haar begroting op te nemen of tot betaling daarvan over te gaan, kunnen Gedeputeerde Staten ingrijpen op grond van respectievelijk artikel 194 en 195 van de Gemeentewet.
Dit artikel spreekt voor zich.
Toetreding, uittreding en opheffing
Een gemeenschappelijke regeling dient een regeling te bevatten omtrent de toetreding en uittreding (artikel 9 Wgr).
De bedoeling van artikel 34 is om geschillen eerst op intergemeentelijk niveau te doen beslechten. Mochten partijen er op dit niveau niet uitkomen, dan staat de weg naar Gedeputeerde Staten op grond van artikel 28 Wgr weer volledig open. Het volgen van deze procedure houdt in dat de partijen aan Gedeputeerde Staten kenbaar maken dat:
In eerste en tweede lid van dit artikel wordt geregeld dat de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Flevoland optreedt als rechtsopvolger van de Hulpverleningsdienst Flevoland voor zo ver deze rechten en plichten betrekking hebben op de taken zoals verwoord in de artikelen 5 tot en met 9 van deze regeling.
In het derde lid van dit artikel wordt uit praktische overwegingen bepaald dat het bestuur van de Veiligheidsregio Flevoland en het bestuur van de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Flevoland gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het opstellen en vaststellen van de Jaarrekening 2007 van de Hulpverleningsdienst Flevoland.