Organisatie | Stede Broec |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Erfgoedverordening Stede Broec 2011 |
Citeertitel | Erfgoedverordening Stede Broec 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Erfgoedverordening Stede Broec 2009
Gemeentewet, art. 149, Monumentenwet artt. 12,15 en 38, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, artt. 2.1 en 2.2
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-03-2011 | 04-10-2017 | Ingetrokken, dubbel opgenomen | 03-03-2011 De Middenstander, 16 maart 2011 | Onbekend |
Vaststelling van de Erfgoedverordening Stede Broec 2011
Intrekking van de Erfgoedverordening Stede Broec 2009
De raad der gemeente Stede Broec;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders gedateerd 17 februari 2011;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 12, 15 en 38 van de Monumentenwet 1988 en de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen
Deze verordening verstaat onder:
beschermd gemeentelijk monument: onroerend monument als bedoeld in onderdeel a, dat in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening als zodanig is aangewezen, geen monument betreffende dat is aangewezen op grond van artikel 3 van de Monumentenwet 1988 of op grond van de Provinciale Monumentenverordening van de provincie Noord-Holland;
gemeentelijke monumentenlijst: de lijst waarop zijn geregistreerd de in overeenstemming met deze verordening als beschermd gemeentelijk monument aangewezen zaken, terreinen en/of wateren en complexen;
beschermd rijksmonument: beschermd monument als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ;
beschermd provinciaal monument: onroerend monument, dat in overeenstemming met de bepalingen van de Monumentenverordening Noord-Holland op de monumentenlijst van de provincie Noord-Holland is vermeld;
Erfgoedcommissie: de op basis van artikel 15, eerste lid van de Monumentenwet 1988 ingestelde commissie, met als taak het college op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Erfgoedverordening en het cultuurhistorische beleid;
archeologieregime: niveau van bescherming (rijks, provinciaal of gemeentelijk) van een bekend archeologisch terrein of van een archeologisch waardevol gebied, waar in een bepaalde mate archeologische waarden worden verwacht, vastgelegd via het archeologiecriterium;
archeologisch waardevol gebied: gebied, aangegeven op de gemeentelijke beleidskaart met thema “Cultuurhistorie en Archeologie” uit de Milieutoets bij bestemmingsplannen, waarvan is vastgesteld dat er in bepaalde mate archeologische vondsten of sporen te verwachten zijn;
archeologiecriterium: de omvang (oppervlakte en diepte) van de grondroerende werkzaamheden in de bodem, zijnde de ondergrens van werkzaamheden waarbij rekening moet worden gehouden met de aanwezigheid van archeologische waarden;
gemeentelijke archeologische waardenkaart: topografische kaart, zijnde de gemeentelijke beleidskaart met thema “Cultuurhistorie en Archeologie” uit de Milieutoets bij bestemmingsplannen, waarop archeologische en cultuurhistorische monumenten en waardevolle gebieden zijn aangegeven, onder vermelding van het archeologieregime en archeologiecriterium;
bureauonderzoek: het verwerven van informatie, aan de hand van bestaande bronnen, over bekende of verwachte archeologische waarden binnen een onderzoeksgebied, omvattende de aard en de omvang, de datering, gaafheid en conservering en de relatieve kwaliteit daarvan;
inventariserend veld onderzoek: door middel van waarnemingen in het veld verwerven van (extra) informatie over bekende of verwachte archeologische waarden binnen een onderzoeksgebied, als aanvulling op en toetsing van de archeologische verwachting , geformuleerd in het bureauonderzoek;
programma van eisen: door een blijkens het beroepsregister daartoe gekwalificeerd archeoloog op basis van het selectiebesluit opgesteld programma, waarin probleem- en doelstelling van de te verrichten werkzaamheden van de vindplaats worden gegeven alsmede formulering van de daaruit af te leiden eisen met betrekking tot het uit te voeren werk;
plan van aanpak: plan dat weergeeft hoe een archeologische uitvoerder de vragen zoals omschreven in het Programma van Eisen denkt te gaan beantwoorden;
definitief opgravend onderzoek: definitieve archeologische ontsluiting van een vindplaats met als doel de informatie te verzamelen en vast te leggen die nodig is voor het beantwoorden van de in het Programma van Eisen verwoorde onderzoeksvragen en het behalen van de onderzoeksdoelstelling;
selectiebesluit: een gemotiveerd besluit van het bevoegd gezag tot het al dan niet behouden van een bepaalde archeologische waarde, gebaseerd op een selectieadvies en leidend tot het al dan niet, of onder voorwaarden, verlenen van een vergunning;
eigenaar: de natuurlijke of rechtspersoon die in de kadastrale registers is ingeschreven als eigenaar, dan wel als erfpachter of opstalhouder;
stads- of dorpsgezicht: de waardevolle verschijningsvorm van een gebied, in zijn stedenbouwkundige en architectonische samenhang, zoals deze wordt gevormd door groepen van zaken, hieronder begrepen bomen, wegen, straten, dijken, bruggen, vaarten, sloten en andere wateren, die met één of meer monumenten een beeld vormen, dat van algemeen belang is wegens de schoonheid of het eigen karakter van het geheel;
beschermd gemeentelijk stads- of dorpsgezicht: stads- of dorpsgezichten, die overeenkomstig de bepalingen van de Erfgoedverordening Stede Broec 2009 zijn aangewezen als beschermde gemeentelijke stads- of dorpsgezichten;
beeldbepalend pand: pand dat in een bestemmingsplan voor een beschermd gemeentelijk stads- of dorpsgezicht als zodanig is aangemerkt en dat, naast de beschermde monumenten in het als zodanig aangewezen gebied, als referentie dient voor het waardevol geachte beeld van de bebouwing in het dorpsgezicht;
karakteristiek pand: pand dat in een bestemmingsplan als zodanig is aangemerkt en dat van cultuurhistorische waarde wordt geacht op grond van typering, architectuur, landschappelijke en/of stedenbouwkundige situering, beeldbepalende onderdelen, bijzondere vormgeving, bijdrage aan herkenbaarheid van de omgeving en/of gaafheid;
college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stede Broec;
bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
vergunning: een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, of 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
Hoofdstuk 2 De aanwijzing van beschermde gemeentelijke monumenten
Met ingang van de datum waarop de eigenaar van een monument de kennisgeving van het voornemen tot aanwijzing als beschermd gemeentelijk monument ontvangt tot het moment dat de aanwijzing en registratie als bedoeld in artikel 7 plaatsvindt, dan wel vaststaat dat het monument niet wordt geregistreerd, zijn de artikelen 10 tot en met 14 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 6 Mededeling aanwijzingsbesluit
De aanwijzing als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt medegedeeld aan degenen die als zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan.
Hoofdstuk 3 De instandhouding van beschermde gemeentelijke monumentale zaken
Artikel 11 De schriftelijke aanvraag
Een aanvraag als bedoeld in artikel 4.2. Besluit omgevingsrecht voor een vergunning als bedoeld in artikel 10 en de daarbij te overleggen gegevens en bescheiden worden digitaal of analoog in tweevoud ingediend.
De vergunning kan slechts worden verleend indien het belang van de monumentenzorg zich daartegen niet verzet. Bij de beslissing houdt het bevoegd gezag rekening met het gebruik van het monument.
Hoofdstuk 5 De instandhouding van beschermde terreinen en/of wateren
Artikel 16 Instandhoudingsbepaling
Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing indien:
het college nadere regels stelt met betrekking tot de uitvoering van werkzaamheden die leiden tot een verstoring van een beschermd monument of van een archeologisch waardevol gebied, als aangegeven op de gemeentelijke beleidskaart met thema “Cultuurhistorie en Archeologie” uit de Milieutoets bij bestemmingsplannen, waarop archeologische en cultuurhistorische monumenten en waardevolle gebieden zijn aangegeven;
Artikel 17 Opgravingen en begeleiding
Hoofdstuk 6 De bescherming van gemeentelijke dorpsgezichten
Artikel 20 Mededeling aanwijzingsbesluit
De aanwijzing als bedoeld in artikel 18, eerste lid, wordt medegedeeld aan degenen die als zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan.
Voorzover in een gebied dat is aangewezen als beschermd gemeentelijk dorpsgezicht nog geen bestemmingplan als bedoeld in dit artikel van kracht is, is het verboden bouwwerken en andere werken te plaatsen, op te richten, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen zonder schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag.
De vergunning kan, ingeval van afbraak als bedoeld in het tweede lid, worden aangehouden indien de vergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor een nieuw op te richten bouwwerk is aangevraagd, doch op die aanvraag nog niet is beslist. De aanhouding duurt totdat onherroepelijk op die aanvraag is beslist.
Hoofdstuk 7 Aanwijzing van beeldbepalende en/of karakteristieke panden
Artikel 26 Termijnen advies en aanwijzingsbesluit
De Erfgoedcommissie adviseert schriftelijk binnen 8 weken na verzending van het adviesverzoek van het college. De raad beslist binnen 16 weken na ontvangst van het advies van de Erfgoedcommissie, maar in ieder geval binnen 24 weken na de adviesaanvraag.
Artikel 27 Mededeling aanwijzingsbesluit
De aanwijzing als bedoeld in artikel 25, eerste lid, wordt medegedeeld aan degenen die als zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan.
Artikel 28 Registratie op de gemeentelijke lijst beeldbepalende en karakteristieke panden
De raad registreert het beeldbepalende of karakteristieke pand op de gemeentelijke lijst beeldbepalende en karakteristieke panden. De gemeentelijke lijst bevat de plaatselijke aanduiding, de datum van de aanwijzing, de kadastrale aanduiding en een beschrijving van het beeldbepalende of karakteristieke pand.
Artikel 29 Intrekken van de aanwijzing
De raad trekt een aanwijzing van een beeldbepalend of karakteristiek pand niet in en voert het pand niet af van de lijst beeldbepalende en karakteristieke panden dan na de Erfgoedcommissie te hebben gehoord. Indien de raad de aanwijzing intrekt, is artikel 26 van overeenkomstige toepassing. De intrekking wordt op de gemeentelijke lijst beeldbepalende en karakteristieke panden geregistreerd, onder vermelding van de datum van intrekking van de aanwijzing.
Hoofdstuk 8 Overige bepalingen
Degene, die handelt in strijd met de artikelen 10, 16, 17 en 24 van deze verordening, wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie.
Artikel 33 Intrekken oude regeling
De Erfgoedverordening Stede Broec 2009, vastgesteld op 11 juni 2009, wordt ingetrokken op de datum waarop artikel 35 toepassing vindt.