Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Werk en Inkomen Lekstroom

Reglement van orde voor de vergaderingen van het algemeen bestuur van Werk en Inkomen Lekstroom

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWerk en Inkomen Lekstroom
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingReglement van orde voor de vergaderingen van het algemeen bestuur van Werk en Inkomen Lekstroom
CiteertitelReglement van orde AB WIL
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Artikel 22 Wet gemeenschappelijke regelingen
  2. Artikel 11, lid 1 Gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-03-2016nieuwe regeling

31-03-2016

Blad gemeenschappelijke regeling 2016, 196

61809/2016

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement van orde voor de vergaderingen van het algemeen bestuur van Werk en Inkomen Lekstroom

Het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom,

 

gelet op artikel 22 Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 11, lid 1 van de Gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom,

 

besluit vast te stellen het

 

Reglement van orde voor de vergaderingen van het algemeen bestuur van Werk en Inkomen Lekstroom

HOOFDSTUK I - ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • -

    de Regeling: De Gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom;

  • -

    de dienst: Het openbaar lichaam als bedoeld in artikel 2, lid 1 van de Regeling;

  • -

    het algemeen bestuur: Het algemeen bestuur van de dienst;

  • -

    het dagelijks bestuur: Het dagelijks bestuur van de dienst;

  • -

    de voorzitter: De voorzitter van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van de dienst;

  • -

    de secretaris: De ambtelijk secretaris van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van de dienst;

  • -

    het reglement: Het Reglement van orde van het algemeen bestuur;

  • -

    amendement: Voorstel tot wijziging van een ontwerpverordening of ontwerpbeslissing, naar de vorm geschikt om daarin direct te worden opgenomen;

  • -

    subamendement: Voorstel tot wijziging van een aanhangig amendement, naar de vorm geschikt om direct te worden opgenomen in het amendement waarop het betrekking heeft;

  • -

    motie: Korte en gemotiveerde verklaring over een onderwerp waardoor een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken.

Artikel 2 Grondslag

Dit reglement is opgesteld op grond van artikel 11, eerste lid van de Regeling.

Artikel 3 De voorzitter

De voorzitter leidt de vergadering.

Artikel 4 De secretaris

  • 1.

    De functie van secretaris wordt vervuld door de directeur van de dienst. Hij is in elke vergadering van het algemeen bestuur aanwezig.

  • 2.

    Bij verhindering of afwezigheid wordt hij vervangen door een door het dagelijks bestuur daartoe aangewezen ambtenaar.

HOOFDSTUK II - PLAATSVERVANGENDE LEDEN

Artikel 5 Plaatsvervangende leden

  • 1.

    Indien een lid verhinderd is een vergadering van het algemeen bestuur bij te wonen, geeft hij hiervan binnen 48 uren kennis aan het aangewezen plaatsvervangend lid.

  • 2.

    Hij doet hiervan melding bij de secretaris.

HOOFDSTUK III – VOORBEREIDING VAN DE VERGADERING

Artikel 6 Datum, tijd en plaats van vergaderen

  • 1.

    Het dagelijks bestuur stelt vóór aanvang van elk kalenderjaar een schema op, waarin opgenomen tijd en plaats van de in dat jaar te houden vergaderingen van het algemeen en het dagelijks bestuur. Dit schema wordt tijdig ter kennis gebracht van de leden en plaatsvervangende leden.

  • 2.

    Het algemeen bestuur vergadert tenminste twee keer per jaar en verder zo dikwijls als de voorzitter of tenminste een vijfde deel van het algemeen bestuur zulks verzoekt (onder schriftelijke opgave van de te behandelen onderwerpen). In dit laatste geval vindt de vergadering binnen twee weken plaats.

Artikel 7 Agenda

  • 1.

    De voorzitter stelt de agenda vast. Op de agenda wordt als vast onderdeel opgenomen het verslag van de vorige vergadering, ingekomen stukken en mededelingen.

  • 2.

    De leden kunnen schriftelijk onderwerpen indienen bij de voorzitter. De voorzitter bepaalt of hij het onderwerp op de agenda van de eerstvolgende vergadering plaatst.

Artikel 8 Oproep en openbare kennisgeving

  • 1.

    De voorzitter roept de leden schriftelijk tot de vergadering op. Hij doet dit – spoedeisende vergaderingen uitgezonderd – tenminste twee weken vóór de vergadering, onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van vergadering, met bijvoeging van agenda met bijbehorende stukken.

  • 2.

    Tegelijkertijd met de oproep brengt de voorzitter dag, tijdstip en plaats van de vergadering ter openbare kennis.

  • 3.

    De agenda en de daarbij behorende stukken – met uitzondering van de in de Gemeentewet artikel 25, tweede lid, (stukken waaromtrent geheimhouding is opgelegd) bedoelde stukken – worden tegelijkertijd met de oproep en op een bij de openbare kennisgeving aan te geven wijze ter inzage gelegd (artikel 19 Gemeentewet en artikel 22 Wet gemeenschappelijke regelingen).

  • 4.

    De vergaderstukken worden ook aan de plaatsvervangende leden toegestuurd.

HOOFDSTUK IV - ORDE VAN DE VERGADERING

Artikel 9 Presentielijst

Ieder ter vergadering komend lid tekent ter vergadering de presentielijst.

Artikel 10 Opening vergadering; quorum

  • 1.

    De voorzitter opent de vergadering niet voordat blijkens de presentielijst méér dan de helft van het aantal zitting hebbende leden of plaatsvervangers aanwezig is.

  • 2.

    Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter, na voorlezing van de namen van de afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering.

  • 3.

    Op de vergadering bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. Het bestuur kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.

  • 4.

    De voorzitter geeft aan welke niet-leden het woord zullen voeren en bij welk agendapunt.

Artikel 11 Verslaglegging

  • 1.

    Het ontwerpverslag van de vergadering wordt binnen twee weken na de vergadering aan de leden toegezonden.

  • 2.

    De leden hebben het recht een voorstel tot verandering aan het algemeen bestuur te doen indien het verslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is.

  • 3.

    Het verslag moet inhouden: a. de namen van de voorzitter, de secretaris en de ter vergadering aanwezige leden, alsmede van de leden die afwezig waren; b. een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest met vermelding van de namen van de aanwezigen die het woord voerden; c. een zakelijke samenvatting van het besprokene; d. de tekst van de ter vergadering ingediende initiatiefvoorstellen, voorstellen van orde, moties, amendementen en subamendementen; e. de genomen besluiten; f. bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 13, derde lid door het algemeen bestuur is toegestaan aan de beraadslagingen deel te nemen.

  • 4.

    Het verslag wordt opgesteld onder de zorg van de secretaris.

  • 5.

    Het verslag van de vorige vergadering wordt bij het begin van de vergadering vastgesteld na bespreking en met inachtneming van de wijzigingen. Het verslag wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

Artikel 12 Ingekomen stukken; mededelingen

Bij het bestuur ingekomen stukken respectievelijk schriftelijke mededelingen die het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur wenst te doen, worden op een lijst geplaatst. Deze lijst wordt aan de leden van het algemeen bestuur toegezonden met vermelding van de wijze van afdoening van de ingekomen stukken.

Artikel 13 Beraadslaging

  • 1.

    De voorzitter kan voorstellen over één of meer onderdelen van een voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2.

    Op verzoek van een lid of op voorstel van de voorzitter kan het algemeen bestuur besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het dagelijks bestuur of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

  • 3.

    Niet-leden van het algemeen bestuur kunnen op uitnodiging van de voorzitter in de vergadering aanwezig zijn en aan de beraadslaging deelnemen.

Artikel 14 Inspreekrecht

  • 1.

    Tijdens de bestuursvergaderingen worden belanghebbenden of hun vertegenwoordigers in de gelegenheid gesteld het woord te voeren over onderwerpen die voorkomen op de agenda van de vergadering.

  • 2.

    De belanghebbende of diens vertegenwoordiger die voornemens is het woord te voeren dient zich zo mogelijk 24 uur van tevoren aan te melden bij de secretaris van het bestuur, onder vermelding van het onderwerp waarover gesproken gaat worden. De volgorde van de sprekers wordt bepaald aan de hand van de binnengekomen aanmeldingen.

Artikel 15 Stemming over zaken

  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij het algemeen bestuur anders beslist.

  • 2.

    De voorzitter vraagt of stemming wordt verlangd. Indien geen stemming wordt gevraagd en ook de voorzitter dit niet verlangt, stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder stemming is aangenomen.

  • 3.

    Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel over de te nemen eindbeslissing.

  • 4.

    Bij de vergadering aanwezige leden kunnen aantekening in het verslag vragen dat zij geacht willen worden te hebben tegen gestemd of zich van medestemmen dienden te onthouden in een aangelegenheid die het lid rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken.

  • 5.

    Indien door een of meer leden stemming wordt gevraagd, doet de voorzitter daarvan mededeling.

  • 6.

    De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mee, met vermelding van het aantal voor en tegen uitgebrachte stemmen. Hij doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit.

  • 7.

    Besluiten worden genomen met gewone meerderheid van stemmen.

  • 8.

    Als de stemmen staken geldt het bepaalde in artikel 12, derde tot en met vijfde lid van de Regeling.

Artikel 16 Stemming over amendementen en moties

  • 1.

    Indien een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd.

  • 2.

    Indien op een amendement een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement.

  • 3.

    Indien twee of meer amendementen op een aanhangig voorstel zijn ingediend, bepaalt de voorzitter de volgorde waarin hierover zal worden gestemd. Daarbij geldt de regel, dat het meest verstrekkende amendement het eerst in stemming wordt gebracht.

  • 4.

    Indien aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over de motie gestemd en vervolgens over het voorstel.

  • 5.

    Indien aangaande een aanhangig voorstel zowel een of meer moties zijn ingediend, als een of meer amendementen, wordt eerst over de motie(s) gestemd, dan over de amendementen en vervolgens over het voorstel.

Artikel 17 Stemming over personen

  • 1.

    De stemming over personen voor het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen geschiedt schriftelijk.

  • 2.

    Indien de stemmen staken over personen tot wie de keuze door een voordracht of bij een herstemming is beperkt, wordt in dezelfde vergadering een herstemming gehouden.

  • 3.

    Staken bij deze stemming de stemmen opnieuw dan beslist terstond het lot.

HOOFDSTUK V – RECHTEN VAN LEDEN

Artikel 18 Amendementen

  • 1.

    Ieder lid kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Er kan alleen beraadslaagd worden over amendementen die ingediend zijn door leden die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.

  • 2.

    Ieder lid dat in de vergadering aanwezig is, is bevoegd op het amendement dat door een lid is ingediend, een wijziging voor te stellen (subamendement).

  • 3.

    Elk amendement of subamendement en elk voorstel moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend, tenzij de voorzitter – met het oog op het eenvoudige karakter van het voorgestelde – oordeelt, dat met een mondelinge indiening kan worden volstaan.

  • 4.

    Intrekking, door de indiener(s), van het amendement of subamendement is mogelijk, totdat de besluitvorming door het algemeen bestuur heeft plaatsgevonden.

Artikel 19 Moties

  • 1.

    Ieder lid kan ter vergadering een motie indienen.

  • 2.

    Een motie moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend.

  • 3.

    De behandeling van een motie over een aanhangig onderwerp of voorstel vindt tegelijk met de beraadslaging over dat onderwerp of voorstel plaats.

  • 4.

    De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende onderwerpen zijn behandeld.

  • 5.

    Intrekking, door de indiener(s), van de motie is mogelijk totdat de besluitvorming door het algemeen bestuur heeft plaatsgevonden.

Artikel 20 Voorstellen van orde

  • 1.

    De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2.

    Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3.

    Over een voorstel van orde beslist het algemeen bestuur terstond.

Artikel 21 Initiatiefvoorstel

  • 1.

    Een initiatiefvoorstel moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend.

  • 2.

    De voorzitter plaatst het voorstel op de agenda van de eerstvolgende vergadering, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is. In dat laatste geval wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende vergadering geplaatst.

  • 3.

    De behandeling van het voorstel vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende voorstellen en onderwerpen zijn behandeld, tenzij het algemeen bestuur oordeelt dat: a. het voorstel met het oog op de orde van de vergadering tezamen met een ander geagendeerd voorstel of onderwerp dient te worden behandeld; b. het voorstel voor advies naar het dagelijks bestuur dient te worden gezonden. In dit geval bepaalt het algemeen bestuur in welke vergadering het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 4.

    Het algemeen bestuur kan voorwaarden stellen aan de indiening en behandeling van een voorstel, niet zijnde een voorstel voor een verordening.

Artikel 22 Inlichtingen

  • 1.

    Ieder lid van het algemeen bestuur kan de voorzitter, het dagelijks bestuur, of leden daarvan afzonderlijk, verzoeken om alle informatie welke nodig is voor een juiste beoordeling van het gevoerde dan wel te voeren beleid en/of uitvoering van het beleid.

  • 2.

    De leden van het dagelijks bestuur geven desgevraagd tezamen, dan wel afzonderlijk, aan het algemeen bestuur alle gevraagde informatie.

HOOFDSTUK VI – BESLOTEN VERGADERING

Artikel 23 Openbaarheid van vergadering

  • 1.

    De vergaderingen van het algemeen bestuur zijn openbaar.

  • 2.

    Op grond van artikel 11 van de Regeling worden de deuren gesloten wanneer een vijfde gedeelte van de aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt.

  • 3.

    Het algemeen bestuur beslist vervolgens of met gesloten deuren wordt vergaderd.

  • 4.

    Op een besloten vergadering zijn voor het overige de bepalingen uit dit reglement van toepassing welke gelden voor een openbare vergadering.

  • 5.

    Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur over de geheimhouding van de inhoud van stukken is het bepaalde in artikel 23, lid 1 tot en met 4 van de Wet gemeenschappelijke regelingen van toepassing. In een besloten vergadering van het algemeen bestuur worden geen besluiten genomen over het beleidsplan, de begroting, de rekening en het liquidatieplan.

Artikel 24 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist het algemeen bestuur of omtrent de inhoud van de

stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. Het algemeen bestuur kan besluiten de

geheimhouding op te heffen.

Artikel 25 Opheffing geheimhouding

Indien het algemeen bestuur voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering daarmee overleg gevoerd.

Artikel 26 Verslag

  • 1.

    Het verslag van een besloten vergadering ligt uitsluitend voor de leden bij de secretaris ter inzage.

  • 2.

    Het verslag wordt in de eerstvolgende reguliere vergadering in een besloten deel ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt het algemeen bestuur een besluit over het al dan niet openbaar maken van dit verslag.

HOOFDSTUK VII - TOEHOORDERS EN PERS

Artikel 29 Toehoorders

  • 1.

    De toehoorders kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

Artikel 30 Maatregelen van orde

Indien de voorzitter dit nodig oordeelt, kan hij de vergadering voor een door hem te bepalen tijd

schorsen ter handhaving van de orde op de publieke tribune.

HOOFDSTUK VIII - SLOTBEPALINGEN

Artikel 31 Uitleg reglement

In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement,

beslist het algemeen bestuur op voorstel van de voorzitter.

Artikel 32 Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit reglement treedt direct na vaststelling in werking.

  • 2.

    Op dat tijdstip vervalt het Reglement van Orde voor de vergaderingen van het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Werk & Inkomen Lekstroom zoals vastgesteld bij besluit van 24 januari 2013.

  • 3.

    Dit reglement wordt aangehaald als Reglement van orde AB WIL.

     

Aldus vastgesteld door het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom in zijn vergadering van 31 maart 2016.

 

R.Esser C. van Dalen

secretaris voorzitter

Inhoudsopgave

HOOFDSTUK I - ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 2 Grondslag

Artikel 3 De voorzitter

Artikel 4 De secretaris

HOOFDSTUK II - PLAATSVERVANGENDE LEDEN

Artikel 5 Plaatsvervangende leden

HOOFDSTUK III – VOORBEREIDING VAN DE VERGADERING

Artikel 6 Datum, tijd en plaats van vergaderen

Artikel 7 Agenda

Artikel 8 Oproep en openbare kennisgeving

HOOFDSTUK IV - ORDE VAN DE VERGADERING

Artikel 9 Presentielijst

Artikel 10 Opening vergadering; quorum

Artikel 11 Verslaglegging

Artikel 12 Ingekomen stukken; mededelingen

Artikel 13 Beraadslaging

Artikel 14 Inspreekrecht

Artikel 15 Stemming over zaken

Artikel 16 Stemming over amendementen en moties

Artikel 17 Stemming over personen

HOOFDSTUK V – RECHTEN VAN LEDEN

Artikel 18 Amendementen

Artikel 19 Moties

Artikel 20 Voorstellen van orde

Artikel 21 Initiatiefvoorstel

Artikel 22 Inlichtingen

HOOFDSTUK VI – BESLOTEN VERGADERING

Artikel 23 Openbaarheid van vergadering

Artikel 24 Geheimhouding

Artikel 25 Opheffing geheimhouding

Artikel 26 Verslag

HOOFDSTUK VII - TOEHOORDERS EN PERS

Artikel 29 Toehoorders

Artikel 30 Maatregelen van orde

HOOFDSTUK VIII - SLOTBEPALINGEN

Artikel 31 Uitleg reglement

Artikel 32 Inwerkingtreding