Overheidsorganisatie | Gemeente Oldenzaal |
---|---|
Officiële naam regeling | Bijzondere subsidieverordening algemene culturele activiteiten Oldenzaal 2001 |
Citeertitel | Bijzondere subsidieverordening algemene culturele activiteiten Oldenzaal 2001 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-11-2001 | 12-04-2011 | nieuwe regeling | 05-07-2001 Nieuwsblad Oldenzaal, 21-08-2001 | 465 |
De raad van de gemeente Oldenzaal;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 juni 2001, nr.21/26 V;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Oldenzaal 2001;
b e s l u i t:
vast te stellen de Bijzondere subsidieverordening algemene culturele activiteiten Oldenzaal 2001
Burgemeester en wethouders kunnen een incidentele subsidie toekennen voor culturele activiteiten die vernieuwend, uniek of anderszins van belang zijn voor de Oldenzaalse samenleving.
1. De activiteit ligt op het gebied van kunst en cultuur.
2. De activiteit is voor de gemeente Oldenzaal van cultureel belang vanwege de hoge kwaliteit, terwijl de activiteit een verrijking van het reguliere aanbod betreft.
3. De activiteit bevordert de acceptatie van of de participatie aan kunst en cultuur in de gemeente Oldenzaal.
4. De activiteit is openbaar en voor eenieder toegankelijk, waarbij de activiteit voldoende onder de aandacht van het Oldenzaalse publiek wordt gebracht.
1. De subsidie-aanvraag kan gedurende het gehele subsidiejaar worden ingediend.
2. Voor een subsidie-aanvraag die wordt ingediend voor aanvang van het subsidiejaar geldt een beslistermijn van acht weken na aanvang van het betreffende subsidiejaar.
3. Bij de aanvraag om subsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens:
een activiteitenplan;
een begroting van de activiteit waarvoor de subsidie wordt gevraagd;
de laatst vastgestelde jaarrekening indien de aanvrager een instelling is.
1. Subsidiabele kosten zijn die kosten die direct betrekking hebben op de totstandkoming en de uitvoering van de activiteit.
2. Reis- en verblijfkosten, kosten in verband met de verstrekking van consumpties of cadeaus zijn niet subsidiabel.
3. Een aanvraag voor een subsidie van meer dan € 700,00 (f 1.542,60) wordt voor advisering omtrent de in artikel 2 genoemde criteria voorgelegd aan de adviesraad cultuur.
4. De activiteit mag niet uitsluitend of in overwegende mate afhankelijk zijn van het verkrijgen van een gemeentelijke subsidie.
5. Burgemeester en wethouders kunnen het bepaalde in het vierde lid buiten beschouwing laten.
Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks een subsidieplafond vast. Het subsidieplafond wordt voor de aanvang van het tijdvak waarvoor het is vastgesteld bekendgemaakt.
1. De toekenning van een subsidie-aanvraag is afhankelijk van de spreiding van andere evenementen en activiteiten binnen het totale culturele aanbod in het betreffende subsidiejaar.
2. De toekenning geschiedt mede op volgorde van binnenkomst van de subsidie-aanvragen.
Deze verordening treedt in werking op 1 november 2001.
Deze verordening kan worden aangehaald als: Bijzondere subsidieverordening algemene culturele activiteiten Oldenzaal 2001.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 5 juli 2001,
de secretaris, de voorzitter,