Mandaatbesluit griffier

• 1.

  De volgende bevoegdheden ten aanzien van de overige griffiemedewerkers te mandateren aan de griffier:

  • a.

    het nemen van besluiten op grond van het Ambtenarenreglement, dan wel op grond van een regeling die krachtens het Ambtenarenreglement is vastgesteld met uitzondering van:

    • I.

      Het beslissen op een bezwaarschrift;

    • II.

      Het besluit tot (voorwaardelijk) ontslag bij disciplinaire maatregel;

  • b.

    het leidinggeven aan de griffie;

  • c.

    het vast stellen van instructies en dienstopdrachten;

  • d.

    het verlenen van vakantie en verlof;

  • e.

    het vaststellen van een persoonlijk ontwikkelingsplan, beoordeling en beloning.

• 2.

  Alvorens de griffier van zijn mandaat om ongevraagd ontslag te verlenen gebruik maakt, voert hij overleg met de werkgeverscommissie, of indien zo een overleg niet op korte termijn kan plaatsvinden, in ieder geval over zijn voornemen overleg met de voorzitter van de werkgeverscommissie of diens plaatsvervanger.

• 3.

  de volgende taken te mandateren aan de griffier:

  • a.

    het organisatorisch inrichten van de griffie;

  • b.

    het (doen) verrichten van alle administratieve, secretariële en procedurele handelingen verbonden aan de werkzaamheden van de raad;

  • c.

    het maken van afspraken met de secretaris of een door hem aan te wijzen ambtenaar over het verrichten van uitvoerende werkzaamheden op het gebied van financieel beheer, personeelsbeheer, rechtspositie van ambtenaren en raadsleden, informatievoorziening, bibliotheekzorg, juridische dienstverlening, huisvesting, automatisering en overige facilitaire dienstverlening.

Dit besluit treedt inwerking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2016. Het besluit van de werkgeverscommissie (15INT02798), in werking getreden op 1 april 2015, wordt per 1 januari 2016 ingetrokken.

Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Mandaatbesluit griffier’.