Organisatie | Goeree-Overflakkee |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening precariobelasting standplaatsen 2016 |
Citeertitel | Verordening precariobelasting standplaatsen 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-12-2015 | Nieuwe regeling | 03-12-2015 | Z-15-46937/5872 |
De raad van de gemeente Goeree-Overflakkee;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 november 2015;
gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering precariobelasting standplaatsen 2016
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
standplaats: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 5:17 van de Algemene Plaatselijke Verordening Goeree-Overflakkee;
Onder de naam 'precariobelasting standplaatsen' wordt een belasting geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven een voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond ten behoeve van een standplaats.
In afwijking van het eerste lid wordt, indien burgemeester en wethouders een vergunning hebben verleend voor het hebben van de standplaats onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet de standplaats onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:
een vaste plaats op een jaarmarkt of markt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet.
Artikel 7 ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang en teruggaaf
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt en de precariobelasting standplaatsen naar het jaartarief is geheven, wordt de aanslag op verzoek van de belastingplichtige verminderd met het product van het maandtarief en het aantal maanden van de voor dat jaar verschuldigde precariobelasting standplaatsen als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt en de precariobelasting standplaatsen naar het maandtarief is geheven, wordt de aanslag op verzoek van de belastingplichtige verminderd tot op het bedrag dat met toepassing van het maandtarief wordt berekend voor het aantal volle kalendermaanden waarin de belastingplicht bestond. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt de maand waarin de belastingplicht eindigt als volle kalendermaand aangemerkt.
Indien vermindering van het aantal dagen per week in de loop van het belastingtijdvak leidt tot indeling in een andere tariefklasse, wordt de aanslag op verzoek van de belastingplichtige verminderd met het verschil tussen de respectievelijke maandtarieven gedurende het resterende aantal volle kalendermaanden in het kalenderjaar.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de precariobelasting standplaatsen worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 11 Nadere regels door burgemeester en wethouders
Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de precariobelasting standplaatsen.