Organisatie | Waterschap Aa en Maas |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Stimuleringsregeling Klimaatactief Bebouwd Gebied 2016 - 2021 |
Citeertitel | Stimuleringsregeling Klimaatactief Bebouwd Gebied 2016 - 2021 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-03-2016 | 29-02-2020 | Nieuwe regeling | 26-02-2016 Waterschapsblad, 2016, 1152 | Geen. |
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 7 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 6, bedraagt 30% van de subsidiabele kosten, tot een maximum van € 5.000
Artikel 12 Vaststelling subsidie
Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in het tweede lid genoemde termijn, dan bericht het bestuur de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.
Artikel 15 Activiteiten niet verricht / niet aan verplichtingen voldaan
De subsidieontvanger doet onverwijld melding aan het bestuur, zodra aannemelijk is dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verstrekt, niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de verplichtingen kan worden voldaan die zijn opgelegd bij de subsidieverstrekking.
Aldus vastgesteld om de openbare vergadering van het algemeen bestuur 26 februari 2016.
de secretaris
drs. P. Sennema
de dijkgraaf
drs. L.H.J. Verheijen
Toelichting behorende bij de Regeling Klimaatactief Bebouwd Gebied
Het klimaat verandert. Om hierop in te spelen treffen waterschappen en gemeenten reeds diverse maatregelen. Ook burgers, bedrijven en het maatschappelijk middenveld kunnen haar steentje bijdragen door zelf initiatief te nemen tot een klimaatbestendige inrichting van hun leefomgeving.
In het bestuursakkoord 2015-2019 en in het WBP 2016-2021 is vastgesteld dat er een opvolger komt van de Stimuleringsregeling Hemelwater die eind 2015 is beëindigd. Een nieuwe regeling moet gericht zijn op een klimaatactieve inrichting voor het bebouwd gebied. De regeling is gericht op inwoners, stichtingen, verenigingen en bedrijven om hen te stimuleren zelf aan de slag te gaan met het klimaat bestendig inrichten van hun leefomgeving.
Met het vaststellen van een nieuwe regeling is de verwachting dat er minder water naar onze RWZI’s wordt getransporteerd en gezuiverd. Dat bespaart kosten. Daarnaast draagt het waterschap een steentje bij aan de actuele thema’s van deze tijd, zoals de klimaatverandering en de adaptatie van het bebouwd gebied. Dit alles gebeurt op initiatief van en door burgers, bedrijven en het maatschappelijk middenveld.. Naast water wordt ook bijgedragen aan een positieve ontwikkeling op andere beleidsvelden zoals gezondheid, groen, economische ontwikkeling en ruimtelijke ontwikkeling.
Met ingang van 01 januari 1998 is de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) aangevuld met regelgeving voor het verlenen van subsidie door overheden. Het doel van deze regelgeving is:
De Awb geeft de volgende definitie van subsidie:
Onder subsidie wordt verstaan: de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten.
Voor het bepalen of de te verstrekken financiële middelen onder het Awb-begrip ‘subsidie’ vallen is de benaming van deze middelen niet van belang. Zo is een ‘bijdrage’, ‘vergoeding’ of ‘financiële tegemoetkoming’ een subsidie wanneer is voldaan aan bovenstaande definitie. Van belang is dat een subsidie geen betaling is voor het leveren van goederen of diensten.
Subsidie gebaseerd op een wettelijk voorschrift
De Awb bepaalt dat een bestuursorgaan alleen subsidie mag verstrekken op basis van een wettelijk voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt. Voor decentrale overheden, zoals een waterschap, is dit wettelijk voorschrift een door het algemeen bestuur vastgestelde verordening.
Door het opstellen van deze Stimuleringsregeling draagt het waterschap een steentje bij aan de actuele thema’s van deze tijd, namelijk de klimaatverandering en de adaptatie van het bebouwd gebied. Dit alles gebeurt op initiatief van en door burgers, bedrijven en het maatschappelijk middenveld. Naast harde doelen van het waterschap wordt ook bijgedragen aan een positieve ontwikkeling op andere beleidsvelden zoals gezondheid, groen, economische ontwikkeling en ruimtelijke ontwikkeling.
Het is de bevoegdheid van het dagelijks bestuur 1 om subsidies te verlenen en subsidies vast te stellen.
Met subsidieverlening is bedoeld de beschikking die voorafgaat aan de te subsidiëren activiteit. De subsidieverlening geeft de subsidieaanvrager een voorwaardelijk recht op een subsidie. Pas als de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de opgelegde voorschriften is voldaan kan de subsidie definitief worden vastgesteld. In de beschikking tot subsidieverlening is vermeld binnen welke termijn een aanvraag om de subsidievaststelling moet zijn ingediend. De beschikking tot subsidievaststelling stelt het bedrag vast van de subsidie en geeft aanspraak op betaling van het vastgestelde bedrag.
Met het verstrekken van subsidies is zowel bedoeld het verlenen van subsidies als het vaststellen van subsidies.
Het dagelijks bestuur is bevoegd nadere regels vast te stellen. Een gebruikelijke vorm van nadere regels is de beleidsregel. Een beleidsregel mag echter geen normstelling omvatten. Zo kunnen in een beleidsregel geen termijnen of subsidieverplichtingen worden opgenomen. Wel kunnen in een beleidsregel beoordelingscriteria worden vastgesteld. Aan de hand van deze criteria wordt bepaald of de subsidieaanvraag voldoet aan de omschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie is bedoeld.
Een subsidie wordt zonder nadere motivering geweigerd wanneer bij het verstrekken van de gevraagde subsidie het subsidieplafond wordt overschreden. Overschrijving van het subsidieplafond is daarmee een verplichte weigeringsgrond.
De Awb vereist dat het subsidieplafond wordt bekendgemaakt vóór aanvang van het tijdvak waarop de subsidie betrekking heeft. Het subsidieplafond moet expliciet in de begroting worden opgenomen. Is het subsidieplafond opgenomen in de begroting dan is met de vaststelling van de begroting ook het subsidieplafond vastgesteld en tevens opengesteld voor de periode waarop de begroting betrekking heeft.
Is het subsidieplafond niet als zodanig bekendgemaakt, dan kan een subsidieaanvraag niet ongemotiveerd worden geweigerd bij overschrijving van het subsidieplafond. Het publiceren van het subsidieplafond is dan ook ten zeerste aanbevolen.
De Awb bepaalt dat de verdeling van het beschikbare subsidiebedrag een wettelijke grondslag moet hebben. In deze verordening is gekozen voor de meest eenvoudige vorm van verdeling: “wie het eerst komt, het eerst maalt’. Daarbij geldt dat een aanvraag alleen mee telt in het bepalen van de volgorde vanaf het moment dat de aanvraag volledig is. De aanvraag is volledig wanneer is voldaan aan de vereisten die de Awb stelt en de vereisten die in artikel 10 van deze Stimuleringsregeling zijn opgenomen. Onvolledige en/of pro forma aanvragen tellen dus niet mee bij het bepalen van de volgorde van ontvangst.
Komen meerdere aanvragen op dezelfde dag binnen bij het waterschap en kunnen niet alle aanvragen worden gehonoreerd, omdat het subsidieplafond al eerder is bereikt, dan is het toegestaan dat tussen deze aanvragen wordt geloot.
In beginsel komen alle kosten die gemaakt worden om een bepaald project te verwezenlijken voor subsidie in aanmerking.. Wel is bepaald dat er nooit meer dan een uurtarief van €100 per uur wordt vergoed. Tevens zijn enkele kostensoorten uitgesloten.
Een ieder kan een subsidieaanvraag indienen. Echter zijn mede-overheden uitgesloten. Reden hierachter is dat overheden gezien worden als partner en niet als klant. Aa en Maas wil graag optrekken met initiatieven die in de maatschappij worden ontwikkelt om maatregelen te nemen om de effecten van klimaatverandering tegen te gaan.
Waterschap Aa en Maas wil bijdragen aan projecten die er op zijn gericht de leefomgeving geschikter te maken voor toekomstige klimaatveranderingen. De nadruk ligt op projecten waardoor eventuele overlast door teveel water en/of droogte afneemt. Daarnaast kunnen bijdragen worden verleend voor projecten die overlast door hitte tegengaan. Bijdragen aan het tegengaan van hitte kunnen slechts worden verleend wanneer de oplossing voor het hitteprobleem wordt gevonden door het inzetten van meer groen en/of water .
Om voor subsidie in aanmerking te komen moet worden voldaan aan een aantal vereisten. Alle opgenomen vereisten gelden cumulatief. Hieronder puntsgewijs een toelichting op deze vereisten:
Er zijn minimaal twee partijen betrokken bij en hebben profijt van een project. Op deze manier wordt het gedeelde belang benadrukt. Initiatieven moeten altijd de belangen van twee of meer partijen dienen, zoals het afkoppelen van een bestaande woning slechts voor een bijdrage in aanmerking komt indien het twee of meer woningen betreft;
Naast de eventuele bijdrage door het waterschap, 30% van de projectkosten tot een maximum van €5000 euro, dragen nog minimaal twee partijen bij aan de projectkosten. Dit is onder andere om het participatieve karakter uit artikel 8.c en het draagvlak in de samenleving uit artikel 8.d te onderstrepen. Een project dient altijd minimaal twee partijen, daarom dient er ook door deze twee partijen bijgedragen te worden aan een project.
Een aanvraag om subsidie wordt schriftelijk of digitaal (per e-mail) ingediend bij het bestuur. Op de website van Waterschap Aa en Maas is een aanvraagformulier te vinden. Dit moet worden ingevuld en ondertekend, en kan per post of per e-mail aan het waterschap worden verstuurd.
Een aanvraag om een subsidie moet worden ingediend minimaal acht weken voorafgaande aan de start van de activiteiten waarvoor de subsidie is gevraagd. Deze termijn van acht weken is een termijn van orde. Het dagelijks bestuur kan besluiten een aanvraag om subsidie niet in behandeling te nemen wanneer de aanvraag minder dan acht weken voorafgaande aan de start van de activiteiten is ingediend, maar is hier niet toe verplicht.
Ingevolge lid 4 beslist het dagelijks bestuur binnen acht weken op een subsidieaanvraag. Dit betekent dat in principe de subsidieaanvrager de subsidiebeschikking heeft ontvangen voordat met de uitvoering van de activiteiten is begonnen.
Wanneer de op basis van artikel 8 verstrekte gegevens niet voldoende zijn voor de beoordeling van de subsidieaanvraag dan is het dagelijks bestuur bevoegd nog andere gegevens en bescheiden te vragen. Alleen die gegevens en bescheiden mogen worden gevraagd die noodzakelijk zijn voor de beslissing op de subsidieaanvraag en waarover de subsidieaanvrager in alle redelijkheid beschikt of de beschikking kan krijgen.
Met bescheiden zijn bedoeld documenten als een diploma, een foto of een tekening.
Wanneer door een subsidieaanvrager voor dezelfde activiteiten ook bij een ander bestuursorgaan, bijvoorbeeld gemeente of provincie, een subsidie is aangevraagd moet dit verplicht gemeld worden bij de aanvraag. Is de aanvraag om subsidie bij een ander bestuursorgaan gedaan na de indiening van de subsidieaanvraag bij het waterschap dan is de subsidieaanvrager verplicht zo spoedig mogelijk na de aanvraag bij het andere bestuursorgaan dit te melden bij het waterschap.
Het dagelijks bestuur is bevoegd om voor een daarbij aan te wijzen subsidie een andere termijn van indienen te hanteren dan de uiterste termijn van acht weken, voorafgaande aan de activiteiten, die vermeld staat in artikel 10 lid 2.
Wanneer werkzaamheden onderdeel uitmaken van reguliere werkzaamheden zoals bijvoorbeeld beheer en onderhoud, wordt subsidie geweigerd.
Wanneer een project wordt uitgevoerd wat onderdeel uitmaakt van een nieuwbouwproject komt het niet voor een bijdrage in aanmerking.
Per project kan maar één keer subsidie worden aangevraagd uit deze regeling. Een tweede aanvraag zal worden geweigerd.
Waterschap Aa en Maas heeft de mogelijkheid om financieel aan te haken bij subsidieregelingen van andere overheden die eenzelfde doel als deze Stimuleringsregeling Klimaatactief Bebouwd Gebied voor ogen hebben. In het geval dat reeds een aanvraag is ingediend bij een regeling waarbij Waterschap Aa en Maas is aangehaakt, is het niet mogelijk om ook nog een bijdrage uit de Stimuleringsregeling Klimaatactief Bebouwd Gebied te ontvangen omdat het waterschap op die manier een dubbele bijdrage zou verlenen.
Een aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet worden ingediend binnen acht weken na realisatie van de activiteit(en) of het tijdvak waarvoor subsidie is verleend. Voor deze aanvraag moet het door Waterschap Aa en Maas beschikbaar gestelde formulier worden gebruikt.
De termijn van acht weken is een termijn van orde. Het dagelijks bestuur kan besluiten een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in behandeling te nemen wanneer de aanvraag later dan acht weken voorafgaande na realisatie van de activiteit(en) of het tijdvak waarvoor subsidie is verleend is ingediend, maar is hier niet toe verplicht.
Het dagelijks bestuur heeft de bevoegdheid een langere termijn aan te houden ten aanzien van de beslissing op de aanvraag om subsidievaststelling, indien dit uit de aard van de subsidie dan wel de verantwoording daarvan volgt. Het dagelijks bestuur zal de subsidieaanvrager hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte stellen.
Is binnen de termijn, zoals gesteld in de beschikking tot subsidieverlening, door het dagelijks bestuur geen aanvraag om subsidievaststelling ontvangen, dan kan de subsidie ook vastgesteld worden zonder deze aanvraag, de zogenaamde ambtshalve vaststelling. Het dagelijks bestuur mag hier alleen toe overgaan nadat aan de subsidieaanvrager een herinnering is gestuurd.
Het dagelijks bestuur heeft de bevoegdheid de subsidieverlening in te trekken indien met de activiteit(en) waarvoor subsidie is verleend, geen begin is gemaakt uiterlijk zes maanden na verlening van de subsidie.
Het dagelijks bestuur heeft tevens de bevoegdheid om af te wijken van de in lid 1 genoemde bevoegdheid, indien de subsidieaanvrager daarom heeft verzocht.
In de Awb zijn een aantal standaardverplichtingen (artikel 4:37 Awb) opgenomen die het bestuursorgaan kan opleggen aan de subsidieaanvrager. Voorbeelden van dergelijke verplichtingen zijn verplichtingen die betrekking hebben op de aard en omvang van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verleend en de verplichting om verantwoording af te leggen over de besteding van het subsidiebedrag.
De lijst van standaardverplichtingen is niet limitatief. Naast deze standaardverplichtingen kan het dagelijks bestuur ook andere verplichtingen opleggen aan de subsidieaanvrager. Verplichtingen, zowel de standaard- als de aanvullende verplichtingen, moeten worden opgelegd in de beschikking tot subsidieverlening.
In de subsidieverordening is aan de subsidieaanvrager de verplichting opgelegd om het dagelijks bestuur zo spoedig mogelijk te informeren als een activiteit waarvoor de subsidie verstrekt wordt niet of niet geheel zal worden uitgevoerd.
Ook wanneer naar verwachting door de subsidieaanvrager niet voldaan kan worden aan opgelegde verplichtingen moet de aanvrager dit zo spoedig mogelijk melden bij het dagelijks bestuur.
Vooruitlopend op de vaststelling van het subsidiebedrag kan het dagelijks bestuur een voorschot verlenen. Het voorschot kan verleend worden wanneer redelijkerwijs te verwachten is dat de subsidie wordt vastgesteld en er dus een betalingsverplichting ontstaat. De beslissing om een voorschot te verlenen is een beschikking in de zin van de Awb. Aan een beschikking tot verlening van een voorschot kunnen voorschriften worden verbonden.
In de Awb is bepaald dat het subsidiebedrag wordt betaald zoals in het besluit (de beschikking) tot subsidievaststelling is vastgelegd. Wanneer het besluit tot vaststelling van de subsidie geen termijn noemt waarbinnen de vastgestelde subsidie wordt betaald dan geldt een termijn van zes weken.
De hardheidsclausule maakt het mogelijk af te wijken van bepalingen uit deze Stimuleringsregeling, met uitzondering van de artikelen 1 tot en met 4 van de regeling. Gebruik maken van deze hardheidsclausule moet echter beperkt blijven tot situaties waarbij toepassing van de in deze regeling opgenomen bepalingen leidt tot een onvoorziene en niet bedoelde onbillijke situatie voor belanghebbende(n).
Bij toepassing van de hardheidsclausule blijft het doel van de subsidie voorop staan.