Organisatie | Oldenzaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2010 |
Citeertitel | Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Toelichting behorende bij de Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2010 |
Deze regeling is vervangen door de Maatregelenverordening WWB 2012.
Wet werk en bijstand, art. 8, lid 1
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2012 | intrekking | 19-12-2011 Nieuwsblad Oldenzaal, 27-12-2011 | INT-11-00727 | |
01-08-2010 | 01-07-2010 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 05-07-2010 Nieuwsblad Oldenzaal, 20-07-2010 | INT-10-00248 |
Hoofdstuk 2 Geen of onvoldoende medewerking verlenen aan het verkrijgen of behouden van algemeen geaccepteerde arbeid (arbeidsverplichtingen)
Bij de volgende gedragingen wordt de bijstand verlaagd met 5% van de bijstand gedurende een maand:
Bij de volgende gedragingen wordt de bijstand verlaagd met 10% van de bijstand gedurende een maand:
Bij de volgende gedragingen wordt de bijstand verlaagd met 20% van de bijstand gedurende een maand:
Bij het in onvoldoende mate nakomen van de verplichting gebruik te maken van de geboden voorzieningen gericht op reïntegratie en integratie van de belanghebbende, wordt de bijstand verlaagd met 50% van de bijstand gedurende een maand.
Bij de volgende gedragingen wordt de bijstand verlaagd met 100% van de bijstand gedurende een maand:
Artikel 7 Medische behandeling
Wanneer de rechthebbende niet of niet tijdig meewerkt aan de verplichting verbonden aan een zorgtraject als bedoeld in artikel 55 van de wet, stemt het college de bijstand hierop af. Het percentage en de duur van de verlaging zullen, al naar gelang de ernst van de gedraging, overeenkomstig de verlagingen, bedoeld in de artikelen 3, 4, 5 en 6 plaatsvinden.
Hoofdstuk 3 Niet nakomen van de inlichtingen- en medewerkingplicht
Artikel 8 Te laat verstrekken van gegevens
Indien een rechthebbende de verplichting op grond van artikel 17 van de wet niet tijdig is nagekomen, wordt bij opschorting van de bijstand als bedoeld in artikel 54 van de wet een verlaging opgelegd van 5% van de bijstandsnorm gedurende een maand. Onder de verplichte gegevens valt ook de in artikel 17, vierde lid, van de wet bedoelde identificatieplicht.
Indien er geen sprake is van benadeling van de gemeente, wordt van het opleggen van de verlaging afgezien en worden volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de rechthebbende een schriftelijke waarschuwing of maatregel is opgelegd.
Artikel 10 Verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen zonder gevolgen voor de bijstand (nulfraude)
Van het opleggen van de verlaging bedoeld in het eerste lid wordt afgezien en wordt volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ter zake van het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de rechthebbende een schriftelijke waarschuwing of maatregel is opgelegd.
Hoofdstuk 5 Overige bepalingen
Artikel 13 Recidive en cumulatie
De periode van verlaging van de bijstand, zoals bedoeld in de artikelen 2 tot en met 11, wordt verdubbeld, indien de rechthebbende zich binnen 12 maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte gedraging opnieuw schuldig maakt aan dezelfde of ernstiger verwijtbare gedraging van het betreffende hoofdstuk.
Artikel 14 Volharding en heroverweging
Wanneer er ingevolge de artikelen 2 tot en met 11 een verlaging van de bijstand plaatsvindt gedurende een langere periode dan drie maanden, dient elke drie maanden te worden nagegaan of de hoogte en de duur van de verlaging op basis van de omstandigheden van de rechthebbende dienen te worden aangepast.
Het college informeert de gemeenteraad door middel van een handhavingsplan, over de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan handhaving, bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand en de te verwachten resultaten en rapporteert hierover jaarlijks aan de gemeenteraad.
Artikel 17 Onvoorziene situaties
In gevallen, die de uitvoering van deze verordening betreffen en waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 5 juli 2010,
de griffier, de voorzitter,
J.H. Brokers F.T.J.M. Backhuijs
Toelichting behorende bij de Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2010
Toelichting behorende bij de Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2010