Organisatie | Waalwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke Regeling Uitvoeringsorganisatie Baanbrekers |
Citeertitel | Gemeenschappelijke Regeling Uitvoeringsorganisatie Baanbrekers (13e wijziging) |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Baanbrekers, 13de wijziging |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-07-2022 | Wijzigingsbesluit 13de wijziging gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Baanbrekers | 21-04-2022 | 2022/027 | ||
01-01-2015 | 01-01-2015 | 15-07-2022 | Nieuwe regeling. | 13-03-2016 Weekblad Waalwijk, 06-04-2016 | 2016/014 |
Hoofdstuk 1: Algemene Bepalingen 4
Hoofdstuk 2: Sturing, beleid en producten 4
Hoofdstuk 4: Het Algemeen Bestuur 5
Hoofdstuk 5: Het Dagelijks Bestuur 7
Hoofdstuk 6: Inlichtingen en verantwoording 9
Hoofdstuk 10: Het personeel 12
Hoofdstuk 11: Financiële bepalingen 13
Hoofdstuk 14: Toetreding, uittreding, wijziging, geschillen en opheffing 16
Hoofdstuk 15 Externe klachtvoorziening 17
Hoofdstuk 16: Overgangs- en slotbepalingen 17
De gemeenteraden en colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Heusden, Loon op Zand en Waalwijk, ieder voor zover zij bevoegd zijn;
dat de deelnemende gemeenten middels Baanbrekers effectief, efficiënt, klantgericht, kwalitatief, doelmatig en slagvaardig samenwerken, en uitvoering en richting geven aan de Wet sociale werkvoorziening, de Participatiewet, het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz 2004), de Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werkloze Werknemers (IOAW), de Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen (IOAZ) en de daaraan verwante wet- en regelgeving;
dat Baanbrekers primair werkzaamheden op de terreinen van werk en inkomen uitvoert;
dat Baanbrekers de deelnemende gemeenten in staat stelt om deze gemeenten, op sociaaleconomisch terrein te versterken;
dat naar aanleiding van de uitgevoerde evaluatie van de gemeenschappelijke regeling uitvoeringsorganisatie Baanbrekers de gemeenschappelijke regeling op een aantal punten wordt gewijzigd;
gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet, de Wet sociale werkvoorziening, de Participatiewet, het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz 2004), de Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werkloze Werknemers (IOAW), de Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen (IOAZ;
de volgende geconsolideerde regeling vast te stellen, zoals gewijzigd bij de 13e wijziging van de gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Baanbrekers.
a. De deelnemende gemeenten: bij de regeling aangesloten gemeenten Heusden, Loon op Zand en Waalwijk;
b. Gemeentebesturen: de raden en de colleges van burgemeester en wethouders, ieder voor zover zij bevoegd zijn;
c. Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant;
d. De regeling: de gemeenschappelijke regeling ‘Uitvoeringsorganisatie Baanbrekers’;
Waar in deze regeling artikelen en bepalingen van enige wet of andere regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, worden in die artikelen in plaats van, ‘de raad’, ‘het college’ en ‘de burgemeester’ gelezen onderscheidenlijk: ‘het Algemeen Bestuur’, ‘het Dagelijks Bestuur’ en ‘de voorzitter’.
Hoofdstuk 2: Sturing, beleid en producten
Door de gemeentebesturen van de deelnemende gemeenten worden aan de bestuursorganen van Baanbrekers de volgende (basis)taken en bevoegdheden tot regeling en bestuur overgedragen met betrekking tot de uitvoering en het uitvoerend beleid van de navolgende wet- en regelgeving en besluiten, zoals deze thans luiden of in de toekomst komen te luiden:
b. het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (BBZ 2004);
c. de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW);
d. de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);
e. de Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) en de daarop gebaseerde (uitvoerings-)regelingen, voor zover die uitvoering aan de gemeenten is opgedragen;
f. het ontwikkelen, oprichten, exploiteren en in stand houden van taken, diensten, werkzaamheden, activiteiten en productmarktcombinaties welke gericht zijn op de uitvoering van de onder a tot en met e genoemde wet- en regelgeving en/of gericht op het behouden dan wel het bevorderen van de arbeidsbekwaamheid van mensen, en/of welke bijdragen aan het regulier of zo regulier mogelijk kunnen gaan werken van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
De deelnemende gemeenten kunnen afzonderlijk besluiten om bepaalde taken en bevoegdheden die kunnen worden gezien als ‘pluspakket-taken’ over te dragen aan het betreffende bestuursorgaan van Baanbrekers. Over deze pluspakket-taken worden met Baanbrekers afzonderlijke afspraken gemaakt voor de te verlenen diensten, prestaties en de financiering ervan.
Hoofdstuk 4: Het Algemeen Bestuur
De benoeming geschiedt zo spoedig mogelijk, doch in elk geval binnen dertien weken na installatie van de nieuwe gemeenteraad. Voor de eerste maal geschiedt de benoeming binnen acht weken na het besluit tot instelling van de organisatie waarin de deelnemende gemeenten met elkaar middels de regeling gaan samenwerken. Aftredende leden en plaatsvervangende leden kunnen opnieuw worden benoemd.
Het lidmaatschap van het Algemeen Bestuur is onverenigbaar met:
a. een dienstverband als medewerker van Baanbrekers;
b. een dienstverband op grond van de Wet sociale werkvoorziening, of waarvoor Baanbrekers is aangewezen als begeleidingsorganisatie als bedoeld in artikel 7 lid 1 sub b van de Wet sociale werkvoorziening,
c. een dienstverband bij één van de aan Baanbrekers verbonden partijen o.a. de Stichting Bevordering Werkgelegenheid Midden-Langstraat (SBW) en Stichting Fidant;
d. een dienstverband met één van de aan Baanbrekers deelnemende gemeente(n).
Het lidmaatschap van het Algemeen Bestuur eindigt:
a. doordat een lid zijn ontslag indient;
b. door ontslag door het gemeentelijke orgaan dat hem heeft aangewezen;
c. van rechtswege doordat het lid geen deel meer uitmaakt van het gemeentelijke orgaan van waaruit hij door de raad is aangewezen;
d. op het moment dat de zittingsperiode van de gemeenteraad afloopt.
Het Algemeen Bestuur kan binnen het kader van het in artikel 3 omschreven doel besluiten tot de oprichting en beëindiging van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen. Voordat zij daartoe besluiten is het nodig om een zienswijze te verkrijgen van de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten.
Het Algemeen Bestuur vergadert zo vaak als hij daartoe heeft besloten, maar minimaal drie keer per jaar, en verder zo dikwijls als de voorzitter dit nodig acht of ten minste vier leden van het Algemeen Bestuur dit verzoeken (onder schriftelijke opgave van de te behandelen onderwerpen). In het laatste geval vindt de vergadering binnen twee weken na het gedane verzoek plaats.
Tegelijkertijd met de oproep brengt de voorzitter dag, tijdstip en plaats van de vergadering ter openbare kennis. De agenda en de daarbij behorende voorstellen – met uitzondering van de in artikel 25 Gemeentewet (stukken waaromtrent geheimhouding is opgelegd) bedoelde stukken – worden tegelijkertijd met de oproep en op een bij de openbare kennisgeving aan te geven wijze ter inzage gelegd.
Uit de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing de bepalingen in artikel 20 (quorum voor opening van vergadering), artikel 22 (onschendbaarheid, verschoningsrecht), artikel 26 (handhaving orde vergadering), artikel 28 (niet-deelname aan de stemming), artikel 29 (quorum voor geldige stemming), artikel 30 (totstandkoming besluit), artikel 31 (geheime stembriefjes), artikel 32 (overige stemmingen) en artikel 33 (ambtelijke bijstand leden van het bestuur).
Het Algemeen Bestuur kan in een besloten vergadering, op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van de stukken welke aan het Algemeen Bestuur worden overgelegd, geheimhouding opleggen.
In een besloten vergadering van het Algemeen Bestuur worden geen beslissingen genomen over:
a. de kaderbrief, de begroting, de jaarrekening en het liquidatieplan;
c. het oprichten van, en het deelnemen in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen dan wel het ontbinden daarvan of het beëindigen van de deelneming.
Hoofdstuk 5: Het Dagelijks Bestuur
Het Dagelijks Bestuur bestaat uit drie wethouders en twee onafhankelijke externe bestuursleden ter zake deskundig, meer specifiek:
a. de voorzitter en twee leden met dien verstande dat in het Dagelijks Bestuur elk van de deelnemende gemeenten vertegenwoordigd is;
b. twee externe bestuursleden. Deze leden moeten op grond van hun deskundigheid geacht worden de geschiktheid te hebben die nodig is om uitvoering te geven aan de taakstelling van het Dagelijks Bestuur .
De leden van het Dagelijks Bestuur zoals verwoord in lid 1 sub a worden aangewezen door en uit het Algemeen Bestuur. De externe bestuursleden als bedoeld in lid 1 sub b worden voor een periode van 4 jaren, waarbij ze éénmaal herkozen kunnen worden, aangewezen door en in een vergadering van het Algemeen Bestuur.
Het lidmaatschap van de leden van het Dagelijks Bestuur genoemd in artikel 13 lid 1 sub b eindigt middels een rooster van aftreding, waardoor zij niet gelijktijdig met de in artikel 13 lid 1 sub a genoemde leden aftreden. Een extern bestuurslid blijft zijn functie waarnemen tot het moment een nieuw extern bestuurslid voor het Dagelijks Bestuur is aangewezen.
Artikel 15 Bevoegdheden Dagelijks Bestuur
Het Dagelijks Bestuur wordt met de volgende taken en bevoegdheden belast:
a. het voorbereiden van al hetgeen aan het Algemeen Bestuur ter overweging en beslissing zal worden voorgelegd, voor zover die voorbereiding niet aan anderen is opgedragen;
b. het uitvoeren van beslissingen van het Algemeen Bestuur;
c. het beheer van de eigendommen en geldmiddelen van Baanbrekers;
d. het nemen van alle conservatoire maatregelen, zowel in als buiten rechte en het doen van alles wat nodig is ter voorkoming van verjaring en het verlies van recht of bezit;
e. het houden van een voortdurend toezicht op het beheer en de exploitatie van Baanbrekers, alsmede op al wat Baanbrekers aangaat;
f. het behartigen van de belangen van Baanbrekers bij andere overheidslichamen en instellingen, diensten of personen, waarmee contact van belang is;
g. het, desgevraagd of uit eigen beweging, adviseren van het Algemeen Bestuur in alle zaken de doelstelling van Baanbrekers betreffende;
h. het zorg dragen voor het vormen van praktische samenwerking op technisch, commercieel c.q. bedrijfseconomisch terrein met andere daarvoor buiten Baanbrekers in aanmerking komende sociale werkvoorzieningsorganisaties;
i. het samenwerken met het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen als bedoeld in artikel 4 van de Wsw;
j. het beheer van de inkomsten en de uitgaven van Baanbrekers voor zover dat niet bij of krachtens deze regeling aan anderen is opgedragen;
k. de zorg voor zover deze van het Dagelijks Bestuur afhangt voor de controle op het geldelijk beheer en de boekhouding van de met deze werkzaamheden belaste functionaris(sen);
l. het toezien op het beheer en het onderhoud van de gebouwen, werken en inrichtingen, die Baanbrekers bezit of op enigerlei wijze onder zich heeft;
Het Dagelijks Bestuur oefent voorts, indien het Algemeen Bestuur daartoe besluit en naar door dit bestuur te stellen regels, de aan het Algemeen Bestuur toekomende bevoegdheden uit, met uitzondering van:
a. het aanwijzen van de voorzitter, plaatsvervangend voorzitter, alsmede de overige leden van het Dagelijks Bestuur;
b. het benoemen, schorsen en ontslaan van de directeur en diens plaatsvervanger;
c. het vaststellen van een reglement van orde;
d. het vaststellen van de begroting, respectievelijk begrotingswijzingen en de jaarrekening;
e. het vaststellen van een regeling voor het financiële en administratieve beheer;
f. het doen van voorstellen tot wijziging, toetreding, uittreding en opheffing van deze gemeenschappelijke regeling;
g. het vaststellen van een directiestatuut;
h. het nemen van besluiten over het instellen van commissies, als bedoeld in hoofdstuk 8 van deze Regeling.
Hoofdstuk 6: Inlichtingen en verantwoording
Artikel 19: Externe informatieverstrekking door individuele leden van het Algemeen bestuur
Een lid of plaatsvervangend lid van het Algemeen Bestuur is de verbindende schakel met de raad en verschaft alle inlichtingen die door de raad of door één of meer leden van de raad worden verlangd en wel op de in het reglement van orde voor de vergaderingen van de desbetreffende raad aangegeven wijze en met inachtneming van artikel 16 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Artikel 23: Taken en bevoegdheden
De voorzitter vertegenwoordigt Baanbrekers in en buiten rechte. De voorzitter kan de vertegenwoordiging opdragen aan een door deze aan te wijzen gemachtigde. Indien de voorzitter behoort tot het bestuur van een gemeente, die partij is in een geding waarbij Baanbrekers is betrokken, wordt het samenwerkingsverband door een ander lid, door het Dagelijks Bestuur aan te wijzen, vertegenwoordigd.
Het Algemeen Bestuur beslist omtrent benoeming, schorsing en ontslag van de directeur. Voor elke benoeming dient het Dagelijks Bestuur een aanbeveling in. De directeur kan door het Algemeen Bestuur op basis van een detacheringsovereenkomst worden aangetrokken middels de Stichting Bevordering Werkgelegenheid Midden-Langstraat (SBW), waar hij op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst is. De arbeidsvoorwaarden en salaris van de directeur worden door het bestuur van de Stichting Bevordering Werkgelegenheid Midden-Langstraat vastgesteld met inachtneming van de maximering van het salaris, zoals vastgelegd in artikel 30 lid 1 van deze regeling.
Artikel 30: Rechtspositie medewerkers
Op de ambtelijke en Wsw medewerkers die een arbeidsovereenkomst hebben bij Baanbrekers zijn door het Algemeen Bestuur collectief vastgestelde arbeidsvoorwaardenregelingen van toepassing (resp. de cao Samenwerkende Gemeentelijke Organisatie (cao SGO) en de cao Sociale werkvoorziening (cao Sw)). Het salaris van ambtelijke, Wsw-medewerkers en medewerkers gedetacheerd bij Baanbrekers, inclusief het salaris van de directeur, bedraagt niet meer dan het maximum dat is vastgesteld op schaal 16 van de cao Samenwerkende Gemeentelijke Organisatie (cao SGO).
Hoofdstuk 11: Financiële bepalingen
Artikel 32: Controle administratie
Het Algemeen Bestuur stelt overeenkomstig artikel 212 en 213 Gemeentewet bij verordening regels vast met betrekking tot de controle op de administratie en op het beheer van de vermogenswaarden van Baanbrekers. Deze regels dienen onder meer te waarborgen dat de rechtmatigheid en de doelmatigheid van de administratie en het beheer worden getoetst.
De regels bedoeld in lid 1, voorzien in de aanwijzing van één of meer accountants als bedoeld in artikel 393, lid 1 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, belast met het onderzoek van de in artikel 37 van deze regeling bedoelde jaarrekening, en met het ter zake uitbrengen van een verslag dat behalve bij de verklaring bij de jaarrekening bevindingen bevat over de vraag of de administratie en het financiële beheer voldoen aan de daaraan te stellen eisen.
Artikel 33: Begrotingsprocedure
Acht weken vóór de aanbieding aan het Algemeen Bestuur zendt het Dagelijks Bestuur de opgestelde ontwerpbegroting voor het volgende kalenderjaar aan de raden van de deelnemende gemeenten. In de kaderbrief als bedoeld in artikel 5 lid 3, opgesteld vóór 15 april, zijn de algemene financiële en beleidsmatige kaders hiervoor opgenomen.
Artikel 34: Bijdragen van de gemeenten
Baanbrekers ontvangt het volledige Wsw-budget, de uitkeringskosten, kosten van leningen en andere verstrekkingen die voortvloeien uit toepassing van wet en regelgeving, als bedoeld in artikel 6 van deze regeling onder aftrek van ontvangsten uit vorderingen en het re-integratiedeel uit de integratie-uitkering voor de uitvoering van de gedecentraliseerde taken in het Sociale Domein van het gemeentefonds.
De deelnemende gemeenten dragen op basis van inwonerspercentage per 1 januari van het betreffende begrotingsjaar bij aan de kosten van Baanbrekers. Het percentage per deelnemende gemeente wordt bepaald door het totaal aantal inwoners van de eigen gemeente te delen door het totaal aantal inwoners van de drie deelnemende gemeenten.
De deelnemende gemeenten verbinden zich eerst financieel bij te dragen indien het eigen vermogen van de dienst daalt tot onder de 1.2 miljoen euro indien daartoe vanuit bedrijfseconomisch standpunt aanleiding toe is. In dat geval wordt de verdeelsleutel gehanteerd die geldt op 1 januari van het jaar waarover de jaarrekening wordt vastgesteld.
Indien het eigen vermogen structureel stijgt boven het bedrag genoemd in lid 3 kan het Algemeen Bestuur besluiten:
a. dat aan dat batig saldo een specifieke bestemming binnen Baanbrekers wordt gegeven voor geoormerkte activiteiten;
b. dat het batig saldo wordt verdeeld onder de deelnemende gemeenten volgens de verdeelsleutel die geldt op 1 januari van het jaar waarin de jaarrekening waaruit dat batig saldo blijkt wordt vastgesteld.
Artikel 38: Vergoeding leden Dagelijks Bestuur
De leden van het Dagelijks Bestuur genoemd in artikel 13 lid 1 sub b ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur. Tevens kunnen zij op declaratiebasis een tegemoetkoming in de ten behoeve van Baanbrekers gemaakte onkosten met inachtneming van artikel 21 Wet gemeenschappelijke regelingen ontvangen.
Hoofdstuk 14: Toetreding, uittreding, wijziging, geschillen en opheffing
Voorstellen tot wijziging uitgaande van één of meer deelnemende gemeenten worden toegezonden aan het Algemeen Bestuur, dat het voorstel met zijn beschouwingen ter zake binnen acht weken aan de deelnemende gemeenten doet toekomen, waarna deze deelnemende gemeenten en het Algemeen Bestuur verder handelen conform het bepaalde in het vorige lid van dit artikel.
De geschillencommissie bestaat uit drie leden. Eén lid wordt aangewezen door het Algemeen Bestuur, niet zijnde een lid van de betrokken gemeente(n), en één lid wordt aangewezen door het college van de betrokken gemeente(n). Deze twee leden wijzen gezamenlijk een derde lid aan die als voorzitter van de geschillencommissie optreedt.
Hoofdstuk 16: Overgangs- en slotbepalingen
Deze regeling kan worden aangehaald als Gemeenschappelijke Regeling ‘Uitvoeringsorganisatie Baanbrekers’.
In alle gevallen waarin de regeling niet voorziet beslist het Algemeen Bestuur.
Het college van Heusden in zijn vergadering van 11 januari 2022
de burgemeester, de secretaris,
De raad van Heusden in zijn vergadering van 22 februari 2022
Het college van Loon op Zand in zijn vergadering van 11 januari 2022
de burgemeester, de secretaris,
De raad van Loon op Zand in zijn vergadering van 21 februari 2022
Het college van Waalwijk in zijn vergadering van 15 februari 2022
de burgemeester, de secretaris,
Baanbrekers startte in 2013 als intergemeentelijke uitvoeringsorganisatie op het gebied van werk en inkomen, waarbij de taken die Baanbrekers namens de gemeenten Heusden, Loon op Zand en Waalwijk moest uitvoeren werden vastgelegd in de (12de wijziging) gemeenschappelijke regeling uitvoeringsorganisatie Baanbrekers (hierna: GR). Baanbrekers kwam in 2013 tot stand door een fusie van het Werkbedrijf Midden-Langstraat (WML uitvoeringsorganisatie voor de sociale werkvoorziening) en Intergemeentelijke Sociale Dienst Midden-Langstraat (ISD uitvoeringsorganisatie voor sociale zaken). Baanbrekers streeft daarbij naar een zo hoog mogelijke maatschappelijke participatie van de inwoners van de aan de GR deelnemende gemeenten. De focus ligt daarbij vooral op het in beweging komen van talenten, mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, om hen zo regulier als mogelijk aan het werk te helpen.
Uitgangspunten bij dit streven zijn dat het welzijn van mensen voorop staat; dat de focus is gericht op werk; er aandacht is voor integrale aanpak; in- door- en uitstroom (IDU) het primaire proces is; bedrijfsmatige activiteiten als leerwerkinfrastructuur en vangnet; er wordt geopereerd binnen de door de deelnemende gemeenten aangegeven kwalitatieve en financiële kaders; en er sprake is van een gemeenschappelijke opdrachtverstrekking aan Baanbrekers door de raden van de deelnemende gemeenten, tenzij. ..Belangrijke waarden voor Baanbrekers zijn zelfredzaamheid, duurzame samenwerking en sociale innovatie.
In de 12de wijziging van de GR overeengekomen eind 2015, is opgenomen dat de financiële verdeelsystematiek opgenomen in de regeling betreffende de bijdragen van de drie deelnemende gemeenten Heusden, Loon op Zand en Waalwijk binnen vijf jaar na inwerkingtreding van de GR wordt geëvalueerd. De wens van het dagelijks bestuur van Baanbrekers was om naast de financiële verdeelsystematiek ook beleidsmatige aspecten in relatie tot de nieuw vastgestelde koers, en bestuurlijke aspecten, in relatie tot meer duidelijkheid over rollen en bevoegdheden van de verschillende organen, te gaan evalueren. Deze evaluatie is in 2019-2020 uitgevoerd door Berenschot.
Tijdens deze evaluatie is nadrukkelijk naar voren gekomen dat de bestuurders van de deelnemende gemeenten tevreden zijn over de organisatie van Baanbrekers en tevreden zijn over de samenwerking tussen de deelnemende gemeenten in deze regeling. Deelname aan deze regeling wordt door de deelnemende gemeenten dan ook niet ter discussie gesteld. De uitgevoerde evaluatie is daardoor geen startpunt voor grote veranderingen of oriëntatie elders, maar is gericht op actualisatie en verdere verbetering van de samenwerking tussen de deelnemende gemeenten.
De uitkomsten van de uitgevoerde evaluatie door Berenschot zijn medio 2020 gedeeld met de besturen van Baanbrekers. Na diverse bestuurlijke sessies in de tweede helft van 2020 is er tussen de deelnemende gemeenten overeenstemming bereikt over een aantal leidende principes waaraan de regeling in z’n algemeenheid moet voldoen. De financiële verdeelsleutel (artikel 36 van de regeling) blijft daarbij ongewijzigd.
De schaalgrootte in Langstraatverband lijkt passend en de deelnemende gemeenten staan nog steeds achter de keuze om de werkzaamheden op het gebied van werk en inkomen, de Participatiewet en de Wet sociale werkvoorziening subregionaal in de Langstraat te organiseren en dus bij Baanbrekers te beleggen. Er bestaat een voorkeur voor samenwerking op subregionaal niveau en alleen dan op te schalen naar de arbeidsmarktregio als dat noodzakelijk is of meerwaarde oplevert.
Los van een eventuele keuze voor een bepaalde financiële verdeelsleutel moet Baanbrekers altijd over voldoende middelen beschikken om invulling te kunnen geven aan de afgesproken werkzaamheden.
Beleidsmatige en bestuurlijke onderwerpen uit de evaluatie GR Baanbrekers
Tijdens de evaluatie is een aantal beleidsmatige en bestuurlijke kwesties aan de orde geweest dat in meerdere of mindere mate actualisering van de gemeenschappelijke regeling vergt. Deze zijn:
Rol van het Sociaal Economisch Team (hierna: SET)
Het SET is een afstemmingsoverleg van beleidsadviseurs van de deelnemende gemeenten en Baanbrekers over de beleidsvorming. Het SET heeft tot doel om in goed overleg te bekijken hoe het beleid/visie van de deelnemende gemeenten aansluit bij de opdracht die Baanbrekers vanuit de raden van de gemeenten heeft ontvangen. Het SET bestaat primair uit beleidsadviseurs sociaal domein van de deelnemende gemeenten en Baanbrekers, inclusief de voorzitter, en kan periodiek of ad hoc worden uitgebreid met de financiële en/of overige beleidsadviseurs van de deelnemende gemeenten en Baanbrekers. Daar het SET geen formeel orgaan is van de gemeenschappelijke regeling is ervoor gekozen het SET en de afstemmingsrol van het SET niet te formaliseren in de gemeenschappelijke regeling.
Raadslid in Algemeen Bestuur van Baanbrekers
Gedurende de evaluatieperiode zijn vraagtekens geplaatst bij de mogelijke onverenigbaarheid van het zitting hebben als raadslid in het Algemeen Bestuur van Baanbrekers. In het Algemeen Bestuur van 21 september 2020 is geconcludeerd dat het deelnemen aan het Algemeen Bestuur van Baanbrekers door raadsleden van de deelnemende gemeenten juist bijdraagt aan de verbinding c.q. betrokkenheid van de raden met de gemeenschappelijke regeling en bijdraagt aan de vergroting van de sturingsmogelijkheid van de raden. Hierdoor wordt het belang onderstreept van deelname van het raadslid aan het Algemeen Bestuur van Baanbrekers. Aanpassing van de gemeenschappelijke regeling is hiervoor niet noodzakelijk.
Stemrecht in Dagelijks Bestuur
Op basis van de 12de wijziging van de gemeenschappelijke regeling hebben alle leden van het Dagelijks Bestuur een gelijk stemrecht binnen het Dagelijks Bestuur. Gelet op het verschil in bestuurlijke verantwoordelijkheid tussen de leden van het Dagelijks Bestuur die aan een gemeenteraad verantwoording af moeten leggen en de externe leden van het Dagelijks Bestuur conform artikel 13 lid 1 sub b van de regeling is hierop een nuancering aangebracht. De externe leden behouden stemrecht maar in geval van het staken van de stemmen, zijn de stemmen van de leden van het Dagelijks Bestuur conform artikel 13 lid 1 sub a van doorslaggevende aard. De gemeenschappelijke regeling is hierop aangepast.
Behandeling van de 13de gewijzigde gemeenschappelijke regeling door het Algemeen Bestuur is voorzien op 13 december 2021. In vervolg daarop wordt de 13de gewijzigde gemeenschappelijke regeling uitvoeringsorganisatie Baanbrekers ter besluitvorming voorgelegd aan de colleges en de raden van de gemeenten Heusden, Loon op Zand en Waalwijk.
In dit hoofdstuk zijn het missie, doel en het werkterrein van Baanbrekers aangegeven. Hiervoor is aangesloten bij het in december 2018 vastgestelde koersdocument ‘kom in beweging, Baanbrekers 2.0’.
De raden van de deelnemende gemeenten zijn verantwoordelijk voor het integrale strategische beleid op de terreinen participatie, activering en re-integratie. Zij vertalen het integrale strategische beleid in een opdracht voor Baanbrekers. Het Sociaal Economisch Team (SET) heeft daarbij tot doel om als afstemmingsorgaan van beleidsadviseurs van de deelnemende gemeenten en beleidsadviseurs van Baanbrekers in goed overleg te bekijken hoe het beleid/visie van de deelnemende gemeenten aansluit bij de opdracht die Baanbrekers vanuit de raden van de deelnemende gemeenten heeft ontvangen. Deze opdrachtformulering vindt jaarlijks zijn weerslag in een kaderbrief en begroting.
De deelnemende gemeenten hebben middels de gemeenschappelijke regeling uitvoeringsorganisatie Baanbrekers de ambitie om binnen de sub-regio nadrukkelijk met elkaar op te trekken binnen het sociaal economische domein, en alleen dan op te schalen naar de arbeidsmarktregio als dat noodzakelijk is of meerwaarde oplevert. Een zoveel als mogelijke integrale aanpak en goede samenwerking binnen de keten staat daarbij voorop.
Een aantal basistaken en bevoegdheden wordt door de deelnemende gemeenten overgedragen aan Baanbrekers. Daarnaast wordt de mogelijkheid geboden dat de deelnemende gemeenten zogenaamde pluspakket-taken over kunnen dragen aan Baanbrekers en hierover met Baanbrekers vervolgens afzonderlijke afspraken maken.
Conform de Wet dualisering gemeentebestuur en de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden wordt het Algemeen Bestuur van deze regeling bemenst met zes leden van het Dagelijks Bestuur, namelijk twee van iedere deelnemende gemeente. Dit doet recht aan het duale uitgangspunt. Door aan het Algemeen Bestuur zes raadsleden, twee van iedere deelnemende gemeente, toe te voegen, is er sprake van een zogenaamd ‘gemengd model’ qua gemeenschappelijke regeling.
De deelname van het raadslid aan het Algemeen Bestuur van deze regeling is in de evaluatie nadrukkelijk aan de orde gesteld. Geconstateerd is dat deelname van het raadslid aan het Algemeen Bestuur bijdraagt aan de verbinding c.q. betrokkenheid van de raden met de regeling, en bijdraagt aan de vergroting van de sturingsmogelijkheid van de raden. Hierdoor wordt het belang van deze deelname onderstreept, buiten dat vanwege de sociaal-maatschappelijke, economische impact en het democratische gehalte is gekozen voor deelname van het raadslid aan het Algemeen Bestuur.
Het Algemeen Bestuur is het hoogste orgaan van de gemeenschappelijke regeling en heeft in het kader van deze regeling kaderstellende, verordenende en controlerende bevoegdheden. Het Algemeen Bestuur kan bevoegdheden delegeren of mandateren aan het Dagelijks Bestuur. Deze methodiek sluit aan bij het duale stelsel en het systeem van de Gemeentewet.
Alle leden van het Dagelijks Bestuur hebben een gelijk stemrecht binnen het Dagelijks Bestuur. Gelet op het verschil in bestuurlijke verantwoordelijkheid tussen de leden van het Dagelijks Bestuur die aan een gemeenteraad verantwoording af moeten leggen, en de externe leden van het Dagelijks Bestuur conform artikel 13 lid 1 sub b van de regeling, is hierop een nuancering aangebracht. De externe leden behouden stemrecht, maar in geval van het staken van de stemmen, zijn de stemmen van de leden van het Dagelijks Bestuur conform artikel 13 lid 1 sub a van doorslaggevende aard.
Het lidmaatschap van de leden van het Dagelijks Bestuur genoemd in artikel 13 lid 1 sub b eindigt, i.t.t. het lidmaatschap van de leden genoemd in artikel 13 lid 1 sub a, middels een hiervoor opgesteld rooster van aftreding. Er is gekozen voor een rooster van aftreding ter voorkoming van gelijktijdige aftreding van alle leden van het Dagelijks Bestuur, waardoor de algehele kennis en deskundigheid, en de opgebouwde historie hierdoor niet in één keer verdwijnt in het Dagelijks Bestuur.
De raadsleden die zitting hebben in het Algemeen Bestuur vormen de verbindende schakel met de raad van de deelnemende gemeente en dienen in deze de rol als ‘verbinder’ goed in te vullen. Raadsleden kunnen daarbij leren van elkaar en van elkaars handelswijze in deze. Zij dienen de raad goed te informeren, zodat deze hun kaderstellende, verordenende en controlerende taak kunnen uitoefenen.
In dit hoofdstuk is opgenomen, dat de directeur de secretariaatsfunctie voor het Algemeen en Dagelijks bestuur vervult. Dit betekent dat de directeur zorgt voor de voorbereidingen van de vergaderingen, de verslaglegging e.d. Hiervoor kan hij uiteraard ook andere functionarissen inzetten. De directeur neemt als adviseur van het Algemeen en het Dagelijks Bestuur deel aan de vergaderingen. Daarmee is de directeur geen lid van deze besturen en draagt geen bestuurlijke verantwoordelijkheid. De directeur ondertekent de stukken van de besturen mede ‘als secretaris’.
Er is gekozen voor een zo ruim mogelijke overdracht van bevoegdheden aan de directeur ten aanzien van de bedrijfsvoering en de uitvoering van wettelijke voorschriften. Uitwerking hiervan vindt plaats op basis van een directiestatuut en het mandaat-, machtigings- en volmachtregister.
Baanbrekers kent verschillende groepen van medewerkers waarop verschillende rechtspositieregelingen en/of arbeidsvoorwaardenregelingen van toepassing zijn. Sinds 1 januari 2020 hebben, op basis van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra), ook ambtelijke medewerkers een privaatrechtelijk arbeidsovereenkomst op basis van artikel 610 lid 1 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek bij Baanbrekers. Daarnaast is de regeling vanaf 1 januari 2020 aangesloten bij de werkgeversvereniging voor gemeentelijke gemeenschappelijke regelingen en volgen de ambtelijke medewerkers de cao voor de Samenwerkende Gemeentelijke Organisaties (cao SGO).
Op basis van dit artikel heeft de directeur als integraal manager en eindverantwoordelijke voor de uitvoeringsorganisatie de bevoegdheid tot het aannemen, schorsen en ontslaan van medewerkers. Omdat voor deze bevoegdheid een volmacht verstrekt is aan de directeur blijft het Dagelijks Bestuur bevoegd de bevoegdheid waar de volmacht betrekking op heeft uit te oefenen en kan het Dagelijks Bestuur te allen tijde de volmacht intrekken.
In dit hoofdstuk is bepaald dat de uitvoeringsorganisatie beschikt over een eigen vermogen van 1.2 miljoen euro als buffer om onvoorziene financiële tegenvallers op te vangen. Wanneer in enig boekjaar een groter eigen vermogen ontstaat, kan dit bestemd worden om eventuele toekomstige tekorten (deels) te dichten. Ook kan besloten worden het geld niet te bestemmen en aan de gemeenten uit te keren.
De methode voor de financiële verdeelsleutel wordt vijf jaar na inwerkingtreding van deze regeling geëvalueerd. Indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven is het mogelijk om de verdeelsystematiek tussentijds te evalueren.