Organisatie | Oldenzaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Maatregelenverordening Ioaw en Ioaz 2010 |
Citeertitel | Maatregelenverordening Ioaw en Ioaz 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Maatregelenverordening Ioaw en Ioaz 2013.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2013 | intrekking | 25-02-2013 Gemeenteblad, 05-03-2013 | INTB-13-00566 | |
01-08-2010 | 01-07-2010 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 05-07-2010 Nieuwsblad Oldenzaal, 20-07-2010 | INT-10-00247 |
De raad van de gemeente Oldenzaal;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 8 juni 2010, nr. 24/17, reg.nr. INT-10-00247;
gelet op artikel 35, eerste lid, onderdeel b en artikel 20, tweede lid van de Ioaw, alsmede artikel 35, eerste lid, onderdeel b en artikel 20, eerste lid Ioaz;
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Alle begrippen die in deze verordening gebruikt worden en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Hoofdstuk 2 Geen of onvoldoende medewerking verlenen aan het verkrijgen of behouden van algemeen geaccepteerde arbeid (arbeidsverplichtingen)
Bij het zich niet tijdig laten registreren als werkzoekende bij het UWV WERKbedrijf, dan wel de inschrijving niet of niet tijdig verlengen, wordt de uitkering verlaagd met 5% van de uitkeringsnorm gedurende een maand.
Bij het niet binnen de gestelde termijn ondertekenen of aan het college retourneren van een exemplaar van het werk-/trajectplan, wordt de uitkering verlaagd met 10% van de uitkeringsnorm gedurende een maand.
Bij de volgende gedragingen wordt de uitkering verlaagd met 20% van de uitkeringsnorm gedurende een maand:
Hoofdstuk 3 het door eigen toedoen verliezen van algemeen geaccepteerd arbeid, alsmede het nalaten algemeen geaccepteerde arbeid te aanvaarden
Hoofdstuk 4 Niet nakomen van de inlichtingen- en medewerkingplicht
Artikel 9 Te laat verstrekken van gegevens
Indien een rechthebbende de verplichting op grond van artikel 13 van de wet niet tijdig is nagekomen, wordt bij opschorting van de uitkering als bedoeld in artikel 17 van de wet een verlaging opgelegd van 5% van de uitkeringsnorm gedurende een maand. Onder de verplichte gegevens valt ook de in artikel 13, vierde lid, van de wet bedoelde identificatieplicht.
Indien er geen sprake is van benadeling van de gemeente, kan van het opleggen van de verlaging worden afgezien en worden volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de rechthebbende een schriftelijke waarschuwing of maatregel is opgelegd.
Artikel 11 Verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen zonder gevolgen voor de uitkering (nulfraude)
Van het opleggen van de verlaging bedoeld in het eerste lid wordt afgezien en wordt volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de rechthebbende een schriftelijke waarschuwing of maatregel is opgelegd.
Hoofdstuk 5 Overige bepalingen
Artikel 14 Recidive en cumulatie
De duur van de verlaging van de uitkering, zoals bedoeld in de artikelen 2 tot en met 11, wordt verdubbeld, indien de rechthebbende zich binnen 12 maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte gedraging opnieuw schuldig maakt aan dezelfde of ernstiger verwijtbare gedraging van het betreffende hoofdstuk.
Artikel 15 Volharding en heroverweging
Wanneer er ingevolge de artikelen 2 tot en met 11 een verlaging van de uitkering plaatsvindt gedurende een langere periode dan drie maanden, dient elke drie maanden te worden nagegaan of de hoogte en de duur van de verlaging op basis van de omstandigheden van de rechthebbende dienen te worden aangepast.
Het college informeert de gemeenteraad door middel van een handhavingsplan, over de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan handhaving, bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand, de Ioaw en de Ioaz en de te verwachten resultaten en rapporteert hierover jaarlijks aan de gemeenteraad.
Artikel 18 Onvoorziene situaties
In gevallen, die de uitvoering van deze verordening betreffen en waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.