Organisatie | Hoogeveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Ombudsverordening Hoogeveen 2015 |
Citeertitel | Ombudsverordening Hoogeveen 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Bestuurlijke organisatie |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2015 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 02-06-2015 Digitaal gemeenteblad | BBV01818 |
Door de oprichting van de Samenwerkingsorganisatie werd het noodzakelijk een keuze te maken voor een Ombudsvoorziening. Er is in de Regeling gekozen voor de voorziening van De Wolden en daarmee voor een enkelvoudige Ombudsman/Ombudsvrouw. In de andere deelnemer Hoogeveen is een Ombudscommissie benoemd. Het is ter voorkoming van bevoegdheidsvraagstukken beter dat er voor de beide deelnemers van de samenwerkingsorganisatie en die samenwerkingsorganisatie zelf één ombudsvoorziening van kracht is. Dat bevordert de duidelijkheid. Daarom wordt hierbij voorgesteld om een Ombudsverordening voor de Ombudsman vast te stellen, onder gelijktijdig intrekking van de verordening voor de Ombudscommissie. Waar over Ombudsman wordt gesproken moet uiteraard ook Ombudsvrouw worden gelezen.
Artikelsgewijze toelichting Ombudsverordening Hoogeveen 2015
Artikel 1. Instelling ombudsman
Op grond van dit artikel wordt de Ombudsman geconstitueerd. Daarop is paragraaf 2 van Hoofdstuk IVc van de Gemeentewet naar analogie van toepassing.
Artikel 81q, eerste lid, van de Gemeentewet bepaalt dat de ombudsman voor de duur van zes jaar wordt benoemd. Dit waarborgt zijn onafhankelijkheid. De gemeente is vrij om te kiezen voor ruimere mogelijkheden tot herbenoeming, maar een totale termijn van 12 jaar maakt dat de Ombudsman niet vereenzelvigd gaat worden met de gemeente. De herbenoeming is uiteraard ook voor zes jaar.
Artikel 3. Financiële middelen
Deze bepaling is een uitwerking van artikel 81w van de Gemeentewet waarin is bepaald dat de ombudsman een bij verordening van de raad vastgestelde vergoeding ontvangt voor zijn werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten. Met dit uurtarief wordt door Hoogeveen aangesloten bij de tariefstelling van De Wolden, waar al jaren een Ombudsman functioneert. Verder worden onder de overige kosten verstaan de reiskosten. Overige kosten worden geacht in de uurvergoeding te zijn begrepen.
De ombudsman zal uiteraard niet kunnen functioneren zonder toereikende financiële middelen. De wet verplicht de gemeente overigens al om te voorzien in voldoende personeel voor de ombudsman (zie artikel 81t Gemeentewet). Er zal overigens geen sprake zijn van een benoeming van personeel, omdat de hoeveelheid zaken geen aanstelling van medewerkers alleen voor de klachtbehandeling rechtvaardigt. De Ombudsman kan een beroep doen op ondersteuning uit de medewerkers van de samenwerkingsorganisatie en zal zelf bewaken of de onafhankelijkheid voldoende gewaarborgd is. Het college zal er zorg voor dragen dat de samenwerkingsorganisatie aan de vraag van de Ombudsman naar ondersteuning voldoet.
Tijdens het onderzoek kan de ombudsman een poging doen om via bemiddeling tot eenbevredigende oplossing voor de verzoeker te komen. Deze bemiddeling kan een meer ofminder zware vorm aannemen. De ombudsman kan dit nader regelen in een werkinstructie(zie artikel 5). De ombudsman kan in zijn jaarverslag een overzicht van bemiddelingen publiceren. Aldus ontstaat er inzicht in de verhouding tussen het aantal bemiddelingen en het aantal onderzoeken en de aard van de bemiddelingen. De ombudsman kan uitsluitend tot interventie overgaan indien hij bevoegd is om de gedraging te onderzoeken.
Het oordeel over het handelen en de hieruit voortvloeiende aanbevelingen voor de organisatielegt de ombudsman neer in een rapport (nieuwe artikel 9:36 Awb) indien hij zijn onderzoek voltooit. In het geval van een geslaagde bemiddeling zal de ombudsman doorgaans reden hebben om het onderzoek niet voort te zetten en komt hij aan het uitbrengen van een rapporten het geven van een oordeel niet toe. Het is echter wel gewenst dat de ombudsman ook ingeval van een geslaagde bemiddeling zijn bemoeienis afsluit met een schriftelijk stuk waarin hij verslag doet van het onderzoek en de bevindingen en van de het resultaat van de bemiddeling. Die verslagen kunnen ter beperking van de administratieve lasten summier zijn.
De ombudsman kan de wijze waarop hij zijn werkzaamheden vorm wenst te geven vastleggen in een werkinstructie. Dat illustreert ook de onafhankelijke positie, die hij heeft ten opzichte van de gemeente. Met het uitbrengen van het verslag legt de Ombudsman verantwoording af van de werkzaamheden. Hij kan daarin de bevindingen en adviezen opnemen, die hij voor de raad en het college van belang acht.
Artikel 6. Ontvangstbevestiging en toezending verzoekschrift
De ontvangstbevestiging is overeenkomstig hetgeen artikel 9:6 Awb voor het intern klachtrecht bepaalt: het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van het klaagschrift schriftelijk.
Analoog aan hetgeen artikel 9:9 Awb voor het intern klachtrecht regelt, is bepaald dat aan het bestuursorgaan en aan degenen op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, een afschrift van het verzoekschrift wordt toegezonden. Indien de ombudsman het verzoekschrift niet in behandeling neemt, heeft toezending van een kopie van het verzoekschrift aan het bestuursorgaan geen wezenlijke functie en zou het onder omstandigheden zelfs een schending van vertrouwelijkheid kunnen betekenen (vergelijk art. 2:5 Awb dat op de ombudsman van overeenkomstige toepassing is). Komt het wel tot een onderzoek van de ombudsman, dan heeft niet alleen het bestuursorgaan, maar ook de betrokken ambtenaar recht op een kopie van het verzoekschrift (vergelijk artikel 9:30, eerste lid, Awb). Overigens valt niet in alle gevallen de gedraging waarover geklaagd wordt toe te schrijven aan een bepaalde persoon; als dat zich voordoet, kan uiteraard worden volstaan met het toesturen van een afschrift van het verzoekschrift aan alleen het bestuursorgaan.
Artikel 139 van de Gemeentewet bepaalt onder meer dat verordeningen niet in werking treden, voordat ze zijn bekendgemaakt in het gemeenteblad. Volgens artikel 142 van de Gemeentewet treden verordeningen op de achtste dag na bekendmaking in werking, tenzij een ander tijdstip is aangewezen. In de verordening is een ander tijdstip aangewezen. De verordening zal ook bekendgemaakt worden via de CVDR, zodat die beschikbaar is via het internet.