Organisatie | Dronten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Drank- en Horecaverordening |
Citeertitel | Drank- en Horecaverordening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | openbare orde en bevolking |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-10-1972 | 10-07-2015 | art. 3, 6, 7, 12, 19, 24a, 25 | 15-06-1971 bekendmaking 11 oktober 1972 | 4582 | |
01-06-1969 | nieuwe regeling | 24-09-1968 bekendmaking 29 mei 1969 | 5248 |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen.
Bij de toepassing van de artikelen 13, vierde lid, 17, vierde lid en 24, tweede lid, ten aanzien van inrichtingen en besloten ruimten, gelegen in het in artikel 1 van het besluit van de minister van binnenlandse zaken van 28 juni 1967* nummer B67/1300-2, bedoelde gedeelte van het gebied van het openbaar lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders", hoort de Landdrost de krachtens voormeld besluit ingestelde commissie van advies, alvorens op een beroepschrift te beslissen.
Hoofdstuk 4. Beperking verstrekking sterke drank.
Het is verboden anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken in een inrichting:
Het is verboden bedrijfsmatig sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken in een inrichting als bedoeld in artikel 10.
Wanneer de toestemming wordt gevraagd voor een vertrek of open aanhorigheid die pleegt te worden gebruikt als voor het publiek toegankelijke dansgelegenheid, of voor het houden van voor het publiek toegankelijke toneel-, muziek-, zang-, dansen dergelijke uitvoeringen, van bijeenkomsten of van partijen, moet bovendien worden voldaan aan de volgende inrichtingseisen:
Gedurende de tijd dat de gelegenheid wordt gegeven tot dansen moeten de volgende voorschriften in acht worden genomen:
Hoofdstuk 6. Het verstrekken van alcoholvrije drank. ,
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, wordt onder alcoholvrije drank mede verstaan de drank, die bij een temperatuur van 15 graden Celsius voor minder dan 1½ volumenprocent uit alcohol bestaat.
Bij overlijden van een verlofhouder kan het verlofbedrijf door of namens één van zijn rechtsopvolgers onder algemene titel worden voortgezet tot twee maanden na het overlijden of indien binnen die termijn ter zake een nieuw verlof is aangevraagd tot het tijdstip waarop op deze aanvraag onherroepelijk is beslist.
De ruimten als bedoeld in artikel 20 moeten:
voorzien zijn van een of meer ventilatie-openingen of -kanalen, die permanent geopend kunnen blijven en een gezamenlijke vrije doorlaat hebben van 1/500 gedeelte van de vloeroppervlakte van de betreffende ruimte; de ventilatie-ope-ningen of -kanalen dienen zo ver mogelijk van de mechanische ventilatie-inrichting verwijderd te zijn én zo hoog mogelijk tegen of in het plafond te zijn aangebracht .
Het is een verlofhouder, als bedoeld in artikel 19, lid 1 van deze verordening toegestaan op terrassen alcoholvrije dranken te verstrekken, gedurende de tijd, dat dit verstrekken in zijn inrichting niet verboden is en het tevens niet verboden is in zijn inrichting bezoekers te ontvangen of te hebben. Onder terras wordt verstaan een door burgemeester en wethouders vastgesteld gedeelte van de openbare weg, hetwelk in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting als in dit hoofdstuk bedoeld, dient te zijn gelegen en onder openbare weg wordt verstaan hetgeen daaronder in de Algemene Politieverordening wordt verstaan.
Voor de naleving van het verbod, gesteld in artikel 19 of van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 22, tweede lid, alsmede voor de naleving van het bepaalde in artikel 24 a is aansprakelijk de ondernemer, alsmede de bedrijfsleider en ten aanzien van het door hem beheerde onderdeel der onderneming of instelling, de beheerder.
Indien de ondernemer een rechtspersoon is, treden voor de toepassing van het tweede lid in de plaats van de ondernemer, de bestuurders, leden van het bestuur of de commissarissen, alsmede zij, die tot het feit opdracht hebben gegeven of die feitelijk leiding hebben gehad bij het verboden handelen of nalaten.
Hoofdstuk 7. Overgangs- en slotbepalingen.
Voor degenen, die op het krachtens artikel 28, tweede lid, vastgestelde tijdstip een in de hoofdstukken 4 en 6 bedoelde inrichting uitoefenen, gelden de bepalingen van deze hoofdstukken eerst met ingang van zes maanden na het in artikel 28, tweede lid bedoelde tijdstip.