Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oldenzaal

Bijzondere subsidieverordening jeugd­beleid Olden­zaal 2001

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOldenzaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBijzondere subsidieverordening jeugd­beleid Olden­zaal 2001
CiteertitelBijzondere subsidieverordening jeugd­beleid Olden­zaal 2001
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De bekendmaking van het intrekkingsbesluit is niet te achterhalen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Algemene wet bestuursrecht, titel 4.2
  3. Algemene subsidieverordening Oldenzaal 2001

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-04-201112-04-2011intrekking

12-04-2011

Onbekend.

INT-11-00182
01-11-200112-04-2011nieuwe regeling

05-07-2001

Nieuwsblad Oldenzaal, 21-08-2001

468

Tekst van de regeling

Intitulé

Bijzondere subsidieverordening jeugd­beleid Olden­zaal 2001

De raad van de gemeente Oldenzaal;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 juni 2001, nr.21/26 V;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Oldenzaal 2001;

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen de Bijzondere subsidieverordening jeugd­beleid Olden­zaal 2001

  

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Jongeren: inwoners van de gemeente Oldenzaal behorende tot de leeftijdsgroep 0 tot 25 jaar.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen incidentele subsidies verstrekken voor het ondersteunen van activiteiten gericht op het bevorderen van ontwikkelingskansen van jongeren.

Artikel 3 Aanvraag

  • 1.

    De subsidie-aanvraag kan gedurende het gehele jaar worden ingediend.

  • 2.

    Voor een subsidie-aanvraag die wordt ingediend voor aanvang van het subsidiejaar geldt een beslistermijn van acht weken na aanvang van het betreffende subsidiejaar.

  • 3.

    Bij de aanvraag om subsidie overlegt de aanvrager een activiteitenplan met omschrijving van de doelgroep(en), het tijdstip en de wijze waarop de activiteiten vorm wordt gegeven alsmede een begroting.

Artikel 4 Grondslag voor de subsidie

  • 1.

    Subsidiabele kosten zijn die kosten die direct betrekking hebben op de totstandkoming en de uitvoering van de activiteit.

  • 2.

    Kosten in verband met de verstrekking van consumpties zijn niet subsidiabel, anders dan direct uit de aard van de activiteit voortvloeiende, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders.

  • 3.

    De subsidie bedraagt maximaal € 4.550,00 (f 10.026,88).

    Uitsluitend indien met de activiteit, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders, een bijzonder belang dan wel bijzondere waarde voor de ontwikkelingskansen voor jongeren is gemoeid kan overschrijding van de maximale subsidie worden toegestaan.

Artikel 5 Subsidieplafond

Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks een subsidieplafond vast. Het subsidieplafond wordt voor de aanvang van het tijdvak waarvoor het is vastgesteld bekendgemaakt.

Artikel 6 Criteria en verdeling van de subsidies

Toekenning geschiedt op volgorde van binnenkomst van de subsidie-aanvragen, waarbij om voor subsidie in aanmerking te komen, de volgende criteria in acht worden genomen:

  • a.

    .betreft de activiteit een verrijking van het reguliere aanbod, waardoor wordt bijgedragen aan een voldoende pluriformiteit van activiteiten;

  • b.

    is er ten opzichte van andere activiteiten sprake van voldoende spreiding over het jaar;

  • c.

    is de activiteit van voldoende organisatorische kwaliteit;

  • d.

    staat de activiteit in principe voor alle jongeren open.

Artikel 7 Specifieke voorschriften en verplichtingen

  • 1.

    Bij de verstrekking van een subsidie kunnen burgemeester en wethouders de verplichting opleggen dat na afloop van de activiteit een inhoudelijk en financieel verslag, gerelateerd aan het activiteitenplan, wordt overgelegd.

  • 2.

    Voorafgaand aan de subsidievaststelling kan een beschikking omtrent subsidieverlening worden gegeven. In dat geval wordt een na afloop van de activiteit gebleken overschot teruggevorderd.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 november 2001.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Bijzondere subsidieverordening jeugdbeleid Oldenzaal 2001.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 5 juli 2001,

de secretaris, de voorzitter,