De raad van de gemeente Oldenzaal;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 juni 2001, nr. 21/26 V;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Oldenzaal 2001;
b e s l u i t:
vast te stellen de Bijzondere subsidieverordening amateurkunst Oldenzaal 2001
Artikel 1 Subsidiabele activiteiten
Burgemeester en wethouders kunnen aan instellingen, actief op het gebied van de amateurkunstbeoefening, met volledige rechtsbevoegdheid een waardering-subsidie toekennen voor de stimulering van een openbare uitvoering in het kader van amateurkunstbeoefening.
Artikel 2 Criteria
- 1.
De openbare uitvoering moet van voldoende artistiek niveau zijn.
- 2.
De openbare uitvoering dient met name gericht te zijn op het Oldenzaalse publiek.
- 3.
De openbare uitvoering vindt in de gemeente Oldenzaal plaats, tenzij binnen de gemeente geen geschikte locatie beschikbaar is.
- 4.
De openbare uitvoering moet een niet commerciële activiteit betreffen.
- 5.
De totstandkoming of presentatie van de openbare uitvoering geschiedt met professionele begeleiding.
- 6.
De instelling moet op het moment waarop de subsidie-aanvraag wordt ingediend tenminste twee jaren in het register van de Kamer van Koophandel staan ingeschreven.
Artikel 3 Aanvraag
- 1.
De subsidie-aanvraag kan gedurende het gehele subsidiejaar worden ingediend.
- 2.
Voor een subsidie-aanvraag die wordt ingediend voor aanvang van het subsidiejaar geldt een beslistermijn van acht weken na aanvang van het betreffende subsidiejaar.
- 3.
Bij de aanvraag om subsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens:
- a.
- b.
een begroting van de openbare uitvoering waarvoor de subsidie wordt gevraagd;
- c.
de laatst vastgestelde jaarrekening van de instelling.
Artikel 4 Grondslag voor de subsidie
- 1.
Subsidiabele kosten zijn die kosten die direct betrekking hebben op de totstandkoming en presentatie van openbare uitvoering. Kosten in verband met de verstrekking van consumpties zijn niet subsidiabel.
- 2.
Een aanvraag om een subsidie van meer dan € 925,00 ( 2.038,43) wordt voor advies omtrent de in artikel 2 genoemde criteria voorgelegd aan de adviesraad cultuur.
- 3.
De openbare uitvoering mag niet uitsluitend afhankelijk zijn van het verkrijgen van een gemeentelijke subsidie.
Artikel 5 Subsidieplafond
Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks een subsidieplafond vast. Het subsidieplafond wordt voor de aanvang van het tijdvak waarvoor het is vastgesteld bekendgemaakt.
Artikel 6 Verdeling van de subsidies
- 1.
De toekenning van een subsidie-aanvraag is afhankelijk van de spreiding van andere evenementen en activiteiten binnen het totale culturele aanbod in het betreffende subsidiejaar.
- 2.
De toekenning geschiedt mede op volgorde van binnenkomst van de subsidie-aanvragen.
- 3.
De toekenning is mede afhankelijk van de mogelijkheid een toereikend aanbod te realiseren.
Artikel 7 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 1 november 2001.
Artikel 8 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als: Bijzondere subsidieverordening amateurkunst Oldenzaal 2001.