Organisatie | Peel en Maas |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Peel en Maas |
Citeertitel | Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Peel en Maas |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | kinderopvang |
Externe bijlagen | Algemene toelichting Afwegingsoverzicht Artikelgewijze toelichting |
Geen
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-10-2016 | nieuwe regeling | 26-05-2015 elektronisch gemeenteblad week 41, 2016 | 1894/2015/618191 |
In deze notitie wordt het beleid en de beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (WKO) vastgelegd. Dit heeft betrekking op organisaties voor kinderopvang (inclusief gefiscaliseerd peuterspeelzaalwerk), gastouderbureaus en voorzieningen voor gastoudervang. Dit beleid is gebaseerd op het model van de VNG. Dit model zoomt direct in op sancties. Omdat de gemeente Peel en Maas vanuit partnerschap samenwerkt met de organisaties voor kinderopvang, verder te noemen kindcentrum, wordt in eerste instantie het accent in handhavingsacties gelegd op de stappen die vóór de sancties komen, namelijk overleg en overreding en het geven van een waarschuwing. In 2013 en 2014 heeft dit zijn vruchten afgeworpen en zien we dat de houders zich meer aan de regels van de WKO houden. Dit heeft alles te maken met de aard van de overtreding en de communicatie daar rondom. En zeker de insteek van alle partijen om vooral te kijken naar de betekenis van de overtreding voor het kind en welke acties het herstel van de overtreding vragen. We zien daardoor in de eerste helft van 2015 dat het aantal en de aard van de overtredingen bij de kinderopvang lager en minder ernstig wordt.
Omdat handhavingsbeleid landelijk als onderdeel wordt gezien van de totale regelgeving rond de WKO, wordt in dit document aangegeven hoe te handelen indien de eerste twee stappen, overleg en overreding en het geven van een waarschuwing, onvoldoende blijken te zijn. Het college heeft daarmee de mogelijkheid met sancties in te grijpen mocht dit nodig zijn. Dit gaat op bij situaties waar de ambtelijke handhaver aangeeft dat vervolgacties nodig zijn vanwege niet oplossen van de overtreding of vanwege recidive
Deze beleidsregels zijn van toepassing op de handhaving naar aanleiding van overtreding van de bij of krachtens de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gestelde regelgeving.
Artikel 2 Vormen van sanctioneren
Bij het uitvoeren van het handhavingsbeleid heeft het college de volgende mogelijkheden:
Hoofdstuk 2 Herstellend traject
Indien gebleken is dat een houder van een kindcentrum, een gastouderbureau of voorziening voor gastouderopvang niet voldoet aan één of meer kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en alle daaruit voortvloeiende regelgeving, start het college in beginsel een herstellend traject. Dit traject is gericht op beëindiging van de overtreding(-en) en voorkoming van herhaling van de overtreding(-en).
Indien niet (langer) wordt voldaan aan de definities van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen voor wat betreft de te registreren voorzieningen (dagopvang, buitenschoolse opvang, gastouderbureau, voorziening voor gastouderopvang) zal de registratie worden verwijderd uit het register kinderopvang.
Hoofdstuk 3 Bestraffend traject
Artikel 6 Gebruik bevoegdheid opleggen bestuurlijke boete
Als de omstandigheden van het geval (waaronder prioriteit van de overtreding, recidive, context van de overtreding) daartoe aanleiding geven, kan het college een bestuurlijke boete opleggen.
Als sprake is van bijzondere omstandigheden waarin bij de vaststelling van deze Beleidsregels niet is voorzien, kan het college besluiten de hoogte van de bestuurlijke boete te matigen dan wel geen bestuurlijke boete op te leggen. Bij de beoordeling of sprake is van bijzondere omstandigheden neemt het college in aanmerking:
De totale bij boetebeschikking op te leggen boete bestaat, ingeval er sprake is van meerdere overtredingen, uit de som van de per overtreding berekende boetebedragen.