Organisatie | Asten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening leerlingenvervoer van de gemeente Asten 2010 |
Citeertitel | Verordening leerlingenvervoer van de gemeente Asten 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp | onderwijs |
deze regeling bevat een toelichting
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-05-2010 | 01-06-2012 | nieuwe regeling | 20-04-2010 Het Peelbelang, 12-05-2010 | 10.04.05 |
De raad van de gemeente Asten;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d.;
gelet op de artikel 4 van de Wet op primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs;
vast te stellen de Verordening leerlingenvervoer van de gemeente Asten 2010 onder gelijktijdige intrekking van de Verordening leerlingenvervoer van de gemeente Asten 2009, de richtlijn m.b.t. vervoer van leerlingen van basisscholen en de beleidsregel 2009 aangepast vervoer behorende bij de verordening leerlingenvervoer 2009.
Artikel 1: Begripsomschrijving
In deze verordening wordt verstaan onder
vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens de schoolgids, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;
aangepast vervoer: vervoer per besloten (school)busvervoer, taxi, treintaxi of bustaxi;
reistijd: de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens de schoolgids, minus maximaal 10 minuten indien en voorzover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan de schoolgids aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens de schoolgids, een eventuele wachttijd, en de aankomst bij de woning;
voor wat betreft basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs: de basisschool van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school;
commissie voor de begeleiding: de commissie die is ingesteld door het bevoegd gezag van een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde een instelling, of de bevoegde gezagsorganen van twee of meer scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde instellingen, die hetzelfde expertisecentrum in standhouden;
vervoersvoorziening: een gehele of gedeeltelijke bekostiging van de door het college noodzakelijk geachte vervoerkosten van de leerling en zo nodig diens begeleider, of bekostiging van de goedkoopst mogelijke wijze van openbaar vervoer voor de leerling en zo nodig diens begeleider, of aanbieding van aangepast vervoer dat de gemeente verzorgt of doet verzorgen.
ambulante begeleiding: de begeleiding door een personeelslid van een school of instelling als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra van leerlingen die zijn geplaatst op een basisschool of leerlingen die zijn geplaatst op een school voor voortgezet onderwijs en die naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zouden zijn aangewezen op het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs;
Artikel 2: Bekostiging van de door het college noodzakelijk te achten vervoerskosten
Indien het college toepassing geeft aan het eerste lid, verlangt zij van de ouders aan wie slechts een gedeeltelijke bekostiging van de vervoerskosten toekomt, betaling van een bijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders volgens het bepaalde in deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer. Weigering tot of nalatigheid in de betaling van de in de vorige volzin bedoelde bijdrage doet de aanspraak op bekostiging vervallen.
Artikel 3: Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school\
Indien ouders bekostiging van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van een school, die op grotere afstand van de woning is gelegen dan in artikel 11 of 14 is bepaald, terwijl een of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de woning zijn gelegen, ontstaat slechts aanspraak op bekostiging naar de dichtst bijzijnde school.
Artikel 4: Uitbetaling van de bekostiging
Het college bepaalt bij het verstrekken van bekostiging van de vervoerskosten de wijze en het tijdstip van de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de verstrekte bekostiging, met dien verstande dat de tijdsduur, indien dit mogelijk is, voor één schooljaar wordt vastgesteld.
Artikel 6: Doorgeven van wijzigingen
Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte bekostiging is verstrekt, vervalt de aanspraak op bekostiging van de vervoerskosten terstond en verstrekt het college al dan niet opnieuw bekostiging van de vervoerskosten. Het college deelt zijn besluit schriftelijk mee aan de ouders.
Artikel 7: Peildatum leeftijd leerling
Voor het verstrekken van bekostiging op basis van artikel 12 is bepalend de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de bekostiging betrekking heeft.
TITEL 2 BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN DE (NIET-GEHANDICAPTE) LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR PRIMAIR ONDERWIJS
Artikel 9: Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 wordt bekostiging verstrekt van de kosten van het vervoer over de afstand tussen de woning en:
Artikel 10: Permanente commissie leerlingenzorg
Indien het college de gevraagde voorziening ten behoeve van een leerling op een school voor primair onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking de beslissing te betrekken van de permanente commissie leerlingenzorg over de toelating van de leerling op een speciale school voor basisonderwijs.
Artikel 11: Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets
Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan zes km voor basisonderwijs, respectievelijk meer dan twee km voor een speciale school voor basisonderwijs bedraagt.
Artikel 12: Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer
Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 11, en
Artikel 13: Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan een leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
TITEL 3 BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN DE LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR (VOORTGEZET) SPECIAAL ONDERWIJS
Artikel 14: Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets
In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.
Artikel 15: Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke WEC school cluster 4
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 geldt voor de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs uit cluster 4 bezoekt als dichtstbijzijnde toegankelijke school, de school die door de commissie voor de indicatiestelling is geadviseerd en waar een plaats beschikbaar is. Dit is van toepassing zolang de leerling zijn woonplaats heeft in het gebied van het regionale expertisecentrum waaraan voornoemde commissie is verbonden.
Artikel 16: Commissie voor de begeleiding
Indien het college de gevraagde voorziening ten behoeve van een leerling op een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.
Artikel 18: Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets dan wel bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
Artikel 19: Bekostiging vervoerskosten van gehandicapte leerlingen voor scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs
Het college verstrekt eveneens bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, in het geval de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 14 indien het college van oordeel is dat de lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap van de leerling dat vereist.
Artikel 20: Bekostiging van de kosten van het weekeinde en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders
Het college bekostigt desgewenst de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze Titel.
Artikel 21: Bekostiging kosten weekeinde en vakantievervoer
Het college verstrekt aan de ouders bekostiging van de kosten van het weekeinde vervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.
Het college bekostigt de kosten van het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in de schoolgids van de school die de leerling bezoekt.
Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan euro 23.400,- wordt slechts bekostiging verstrekt voor zover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 bepaalde afstand, te boven gaan.
In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 bepaalde afstand, indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan euro 23.400,-.
De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die op grond van de zone-indeling in de regeling die is gebaseerd op artikel 30, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000, voor de afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan.
Het bedrag van euro 23.400,-, genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1 januari 2010 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van euro 450,-. Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van euro 23.400,-.
Artikel 23: Financiële draagkracht
In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen, het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 km bedraagt, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.
De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2010 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van euro 500,-.
De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2010 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van euro 5,-.
TITEL 6 BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN GEHANDICAPTE LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR PRIMAIR ONDERWIJS EN VOORTGEZET ONDERWIJS
Artikel 24 Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 verstrekt het college bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt en vanwege een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 9 in acht.
In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.
Artikel 25: Bekostiging op basis van kosten van aangepast vervoer
Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt, indien
de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is – ook niet onder begeleiding -van openbaar vervoer gebruik te maken. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 9 in acht, of:
Artikel 26: Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets dan wel bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
Artikel 27: Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet
In gevallen, de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Artikel 28: Afwijken van bepalingen
Het college kan in bijzondere gevallen, het vervoer voor onderwijs aangaande, ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zo nodig na advies te hebben gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie voor de begeleiding, de regionale verwijzingscommissie of andere deskundigen.
Artikel 29: Intrekking oude regeling
De verordening leerlingenvervoer gemeente Asten 2009 wordt ingetrokken.
De bepalingen in Titel 6 zijn voor de eerste maal van toepassing in het schooljaar 2010-2011. Op het vervoer van leerlingen voorafgaand aan het schooljaar 2010-2011 en daarop betrekking hebbende geschillen, blijven de regelingen zoals geldend voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze verordening van toepassing.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Asten d.d. 20 april 2010.
De raad voornoemd,
de griffier,
ir. C.W.J.B. Verborg
de voorzitter,
ir. J. Beenakker
Toelichting Verordening leerlingenvervoer gemeente Asten 2010
Gemeenten zijn verplicht om een verordening leerlingenvervoer te hebben op basis waarvan ouders van leerlingen –onder bepaalde voorwaarden- aanspraak kunnen maken op een vergoeding van de vervoerkosten van en naar school. De wettelijke basis is te vinden in de Wpo, Wvo en Wec. Het leerlingenvervoer heeft betrekking op leerlingen van basisscholen, speciale scholen voor basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs. Ook gehandicapte leerlingen van het reguliere (voortgezet) onderwijs kunnen in aanmerking komen voor bekostiging van het vervoer.
Omdat er bij een controle bleek dat er problemen waren met betrekking tot de rechtmatigheid met de huidige werkwijze, is besloten om een nieuwe verordening leerlingenvervoer door de Raad vast te laten stellen, om zo problemen in de toekomst te voorkomen.
Als uitgangspunt is de verordening leerlingenvervoer 2009 gebruikt, die als uitgangspunt de modelverordening gebruikte van de VNG. Tevens is in de nieuwe verordening een oude richtlijn uit 1988 geïmplementeerd, die nog steeds gebruikt werd, en zijn de huidige werkwijzen opgenomen. Een aantal artikelen zijn verwijderd omdat deze artikelen in strijd zijn met de huidige werkwijze.
In de toelichting zal artikelsgewijs aangegeven worden wat toegevoegd of verwijderd is en waarom.
Toegevoegd is lid 2 omdat steeds gekozen wordt voor de meest voordelige (lees goedkope) optie voor de gemeente.
2. Indien het college toepassing geeft aan het eerste lid, is zij gerechtigd om de vervoersvoorziening te kiezen die het voordeligst is voor de gemeente met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.
Toegevoegd is de zinsnede ” (of de meerderjarige die handelingsbekwaam is)”
Toegevoegd is lid c, d en e. Deze bepalingen stonden in de richtlijn uit 1988 die nog steeds toegepast werd.
Het voormalige artikel 12 (zie hieronder) is verwijderd omdat dit in de praktijk niet voorkomt.
Artikel 12: Bekostiging van de kosten van vervoer ten behoeve van een begeleider
Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 11, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van 1 begeleider, indien de leerling jonger dan negen jaar is, en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.
Toegevoegd is lid 3. Deze bepaling stond in de richtlijn uit 1988 die nog steeds toegepast werd.
3. In afwijking van het eerste lid komt een leerling in aanmerking voor aangepast vervoer als de leerling naar het oordeel van het college niet zelfstandig gebruik kan maken van het openbaar vervoer dan wel het vervoer per fiets.
Het voormalige artikel 17 (zie hieronder) is verwijderd omdat dit in de praktijk niet voorkomt.
Artikel 17: Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider
Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 15, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider, indien door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap of leeftijd, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.
Lid 6 is toegevoegd zodat de verordening niet elk jaar opnieuw vastgesteld hoeft te worden omdat de drempelbedragen jaarlijks door de VNG aangepast worden. Op deze wijze kan volstaan worden met publicatie van de nieuwe bedragen.
6. Het college van burgemeester en wethouders heeft de bevoegdheid om de bedragen jaarlijks aan te passen, volgens de richtlijnen van de VNG. Deze bedragen worden jaarlijks bekend gemaakt.
Het voormalige artikel 31 lid 1 en 2 (zie hieronder) is verwijderd omdat dit in de praktijk niet voorkomt.
Voor een leerling als bedoeld in Titel 6 voor wie in het schooljaar 2008/2009 krachtens de Wet Rea een vervoersvoorziening werd verstrekt, niet zijnde een voorziening in de vorm van een bruikleenauto of een voorziening deel uitmakend van of samenhangend met een leefvervoervoorziening, blijft, indien de ouders dat wensen, zo nodig in afwijking van artikel 3 aanspraak bestaan op een gelijkwaardige voorziening van en naar de school die de leerling in schooljaar 2008-2009 bezocht.
Voor de leerling van leerwegondersteunend onderwijs of praktijkonderwijs die in het schooljaar 2008-2009 een vervoersvoorziening kreeg naar een school voor speciaal voortgezet onderwijs, leerwegondersteunend onderwijs, praktijkonderwijs of een opdc, blijft aanspraak bestaan op een vervoersvoorziening van en naar de school of opdc die de leerling in het schooljaar 2008-2009 bezocht indien de afstand van de woning naar de school meer dan 6 km bedraagt. Titel 5 is van overeenkomstige toepassing.