Organisatie | Oldenzaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2010 |
Citeertitel | Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2010 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en forumleden 2014 gemeente Oldenzaal.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2014 | 01-07-2014 | intrekking | 30-03-2015 Elektronisch Gemeenteblad, 22-05-2015 | INTB-15-01891 | |
22-04-2010 | 11-03-2010 | 01-07-2014 | nieuwe regeling | 12-04-2010 Onbekend. | INT-10-00194 |
De raad van de gemeente Oldenzaal;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 maart 2010, nr. 14/3, reg.nr. INT-10-00194;
gelet op artikel 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99, 147 van de Gemeentewet;
gelet op het Rechtspositiebesluit wethouders en het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;
vast te stellen de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2010
HOOFDSTUK II VOORZIENINGEN VOOR RAADSLEDEN
Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden
De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vastgestelde maximum, behorend bij de toepassing zijnde gemeenteklasse.
Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, is in afwijking van het eerste lid de onkostenvergoeding gelijk aan het bedrag behorend bij de van toepassing zijnde gemeenteklasse, vermeld in tabel III van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 8 Computer en internetverbinding
Voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met een ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het eerste lid, ontvangt het raadslid ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan raadsleden in bruikleen ter beschikking stelt.
Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld, verleent het college een raadslid op aanvraag voor de uitoefening van het raadslidmaatschap voor een periode van maximaal drie jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde voor:
Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan raadsleden in bruikleen ter beschikking stelt.
Artikel 10 Spaarloonregeling/levensloopregeling
Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan op aanvraag deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.
Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan op aanvraag deelnemen aan de fietsregeling zoals deze geldt voor het gemeentelijke personeel. Naar keuze van het raadslid wordt de raadsvergoeding dan wel de vaste onkostenvergoeding verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in Uitvoeringsregeling.
Artikel 11 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid
De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op verzoek van een raadslid worden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.
Artikel 12 Compensatie korting werkloosheidsuitkering
In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekspersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
Artikel 13a Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte
De artikelen 2 tot en met 4, 8, 10 en tot met 12 blijven van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande, dat de onkostenvergoeding die dit raadslid op grond van artikel 3, eerste of tweede lid, ontvangt de helft bedraagt van het bedrag dat op grond van die bepalingen van toepassing is.
De artikelen 1 tot en met 7, 8, eerste, tweede, vierde, en vijfde lid en 11 van deze verordening zijn van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van een raadslid dat ingevolge artikel X10 van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft verkregen wegens zwangerschap en bevalling of ziekte.
HOOFDSTUK III VOORZIENINGEN VOOR WETHOUDERS
Indien de wethouder op grond van artikel 22 een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking is gesteld, wordt de onkostenvergoeding vermeld in lid 1, verminderd met het percentage dat het component ‘telefoonkosten’ onderdeel uitmaakt van de onkostenvergoeding, zoals de VNG deze heeft berekend, echter niet verder dan het bedrag voor het gebruik van de privételefoon zoals genoemd in artikel 2 van de regeling rechtspositie burgemeester.
Artikel 16 Zakelijke reiskosten
Op aanvraag worden de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder gesaldeerd overeenkomstig de regeling voor gemeentelijk personeel. Indien geen regeling als bedoeld in de eerste volzin is vastgesteld vindt op aanvraag saldering van de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder plaats overeenkomstig artikel 4a van de Reisregeling binnenland, artikel 2a van de Reisregeling buitenland en artikel 13a van de krachtens het Verplaatsingskostenbesluit 1989 vastgestelde Verplaatsingskostenregeling 1989.
Artikel 20 Cursus, congres, seminar of symposium
De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.
Artikel 21 Computer en internetverbinding
Voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met een ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het eerste lid ontvangt de wethouder ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming voor de aanschaf of het gebruik van de eigen computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het tweede lid ontvangt de wethouder ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke aan de wethouders in bruikleen ter beschikking worden gesteld.
Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld, verleent het college de wethouder op aanvraag voor de uitoefening van het ambt voor een periode van maximaal drie jaar een tegemoetkoming een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde voor:
Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke aan de wethouders in bruikleen ter beschikking worden gesteld.
De wethouder kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 va de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van de wethouder wordt de bezoldiging dan wel vaste onkostenvergoeding dan wel eindejaarsuitkering verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de uitvoeringsregeling.
HOOFDSTUK IV VOORZIENINGEN VOOR COMMISSIELEDEN
Artikel 27 Reis- en verblijfkosten
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid worden de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reis- en verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente aan het commissielid dat een vergoeding ontvangt op basis artikel 25, overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders, vergoed.
HOOFDSTUK V DE PROCEDURE VAN DECLARATIE
Artikel 30 Betaling van kosten
Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door:
Artikel 31 Declaratie van vooruit betaalde kosten
Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder of het commissielid dient het declaratieformulier binnen 1 maand bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar in, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.
HOOFDSTUK VI CITEERTITEL EN INWERKINGTREDING
Artikel 35 Intrekking oude regeling
De verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006 wordt ingetrokken op het moment dat de verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2010 in werking treedt.
De regeling treedt in werking op 22 april 2010 en werkt voor de artikelen 1 tot en met 13a en 26 tot en met 29 terug tot en met de dag van de beëdiging van de raadsleden, te weten 11 maart 2010.
De artikelen 30 tot en met 34 werken voor zover betreft raads- en commissieleden terug tot 11 maart 2010.