Organisatie | Tholen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Toeristenbelasting |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting 2003 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
artikel 224 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2002 | 01-04-2002 | 01-04-2003 | Nieuwe regeling | 28-10-2002 Tholenderwijs | 2002-10-28-08 |
De raad van de gemeente Tholen;gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 september 2002,nummer 2002-10-28-08;gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;b e s l u i t :vast te stellen de volgende:'Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2003'(Verordening toeristenbelasting 2003).
artikel 1 Begripsomschrijvingen
Niet-beroepsmatig verhuurde ruimtenwoningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden.
Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, pensions, vakantie-onderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordtonder de naam "toeristenbelasting" een directe belasting geheven.
Van een asielzoeker, zijnde een vreemdeling als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Vreemdelingenwet, die een asielverzoek heeft ingediend waarover nog geen onherroepelijke beslissing is genomen, van degene die een asielverzoek heeft ingediend waarop negatief is beslist en van een verblijfsgerechtigde, die op basis van artikel 9, 10 of 15 van voornoemde Wet een verblijfsvergunning heeft, voor zover deze personen verblijf houden in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2, in het kader van de centrale opvang onder verantwoordelijkheid van het ZBO Centrale Opvang Asielzoekers.
artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tota. vakantie-onderkomens en niet-beroepsmatig verhuurde ruimten bepaald op het aantalslaapplaatsen;b. mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen bepaald op:– twee personen indien het aantal slaapplaatsen drie of minder bedraagt;– drie personen indien het aantal slaapplaatsen meer dan drie bedraagt;c. mobiele kampeeronderkomens op niet-vaste standplaatsen bepaald op de som van het aantal kampeeronderkomens bestemd voor verblijf van maximaal drie personen, vermenigvuldigt met twee en het aantal kampeeronderkomens bestemd voor verblijf van meer dan drie personen, vermenigvuldigt met drie.
Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht wordta. ingeval verblijf wordt gehouden in vakantie-onderkomens, niet-beroepsmatig verhuurderuimten dan wel op vaste standplaatsen bepaald op 60;b. ingeval verblijf wordt gehouden in mobiele kampeeronderkomens op niet-vaste standplaatsenbepaald op 180.
artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing
In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6 berekende aantal.
artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de toeristenbelasting.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het inwerkingtreden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.