Organisatie | Amersfoort |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Amersfoort 2016, I |
Citeertitel | Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Amersfoort 2016, I |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Toelichting nadere regels Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 |
Deze regeling treedt met terugwerkende kracht in werking op 01-01-2016.
Deze regeling vervangt de nadere regels verordening maatschappelijke ondersteuning Amersfoort 2016.
Artikel 22 bevat een hardheidsclausule.
Artikel 23 bevat een overgangsrecht.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-03-2016 | 01-01-2016 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 08-03-2016 Elektronisch Gemeenteblad, 23-03-2016 | Onbekend. |
Burgemeester en wethouders van Amersfoort;
gelet op artikel 3, artikel 7 lid 4 en 5, artikel 8 lid 2, 3 en 5, artikel 9 lid 2, artikel 12 en artikel 17 lid 4 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Amersfoort 2015;
Besluit vast te stellen de volgende nadere regels:
Nadere regels verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Amersfoort 2016, I
Hoofdstuk 1: Procedure aanvraag maatschappelijke ondersteuning via de gemeente
Artikel 3. Vooronderzoek; indienen persoonlijk plan
Voor het gesprek verschaft de cliënt het college alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. De cliënt verstrekt in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.
Het college onderzoekt in een gesprek tussen deskundigen en degene door of namens wie de melding is gedaan, dan wel diens vertegenwoordiger en waar mogelijk met de mantelzorger of mantelzorgers en desgewenst familie, zo spoedig mogelijk en voor zover nodig:
de mogelijkheden om door middel van samenwerking met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te komen tot een zo goed mogelijk afgestemde dienstverlening met het oog op de behoefte aan verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie of aan beschermd wonen of opvang;
Een pgb is alleen mogelijk als:
De cliënt naar het oordeel van het college in staat is de aan het pgb verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren of hij daarvoor iemand heeft gemachtigd die:
Een persoon is die niet tevens uitvoerder is van de ondersteuning die met het pgb wordt ingekocht, tenzij dit, gezien de situatie van de cliënt, de aard van de ingekochte ondersteuning en de waarborgen waarmee een verantwoorde besteding van het pgb is omgeven, naar het oordeel van het college passend wordt bevonden.
Het college toetst de geschiktheid van cliënt of zijn sociale netwerk om de taken die aan een pgb zijn verbonden op verantwoorde wijze uit te voeren onder meer aan de hand van de uitslag van een volledig doorlopen, door Per Saldo of vergelijkbare opgestelde en bij het wijkteam verkrijgbare Pgb-zelftest;
Er is sprake van professionele ondersteuning als er sprake is van één van de in dit artikel genoemde situaties en de hulpverlener/zorgverlener beschikt over een VOG die na of maximaal 2 maanden voor indiensttreding bij zijn werkgever of de start van de zorg/ondersteuning is afgegeven:
Een PGB voor dagbesteding is niet mogelijk indien deze wordt ingekocht in het informeel netwerk.
Personen met een inkomen op of lager dan 120% van de bijstandnorm, zoals vastgesteld door het Centraal Administratie Kantoor (CAK) volgens de door het CAK gehanteerde inkomensvaststelling, waarbij ook rekening wordt gehouden met eigen vermogen, betalen geen eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen voor zorg zonder verblijf.
Het bedrag per vier weken dat een méérpersoonshuishouden indien een van beiden niet pensioengerechtigd is dient te betalen bedraagt € 7,05 per vier weken. Dit bedrag wordt verhoogd overeenkomstig de situatie genoemd in artikel 3.8, eerste lid onder b, onderdeel 1 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.
Onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op grond van artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is toegewezen, en degene die anders als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over de minderjarige cliënt, zijn een bijdrage conform het eerste lid verschuldigd voor een maatwerkvoorziening of pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige.
Artikel 19. Tegemoetkoming meerkosten
Op aanvraag kan een tegemoetkoming worden verstrekt aan personen met een beperking of chronische of psychische of psychosociale problemen die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben en die een beperkte financiële draagkracht uit inkomen en/of vermogen hebben ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en participatie. Een beperkte financiële draagkracht in het kader van deze meerkostenregeling betekent:
Het college stelt in 2015 de werkwijze voor de inspraak voor ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten en hun vertegenwoordigers vast.
Het college stelt jaarlijks een blijk van waardering beschikbaar voor Amersfoortse mantelzorgers van cliënten die in de gemeente Amersfoort wonen. Daarnaast worden mantelzorgers als specifieke groep ondersteund bij hun taak als deze, tijdelijk, te zwaar is en pakken dat samen met mantelzorgers en mantelzorgorganisaties op.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt afwijken van hetgeen in deze nadere regels is bepaald, indien toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Toelichting nadere regels Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015
Toelichting nadere regels Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015