Organisatie | Voorschoten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voorzieningen wethouders |
Citeertitel | Verordening voorzieningen wethouders |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Regels omtrent de voorzieningen voor wethouders |
Deze verordening is vervangen door de Verordening rechtspositie wethouders Voorschoten
Rechtspositiebesluit wethouders
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-01-2011 | 31-01-2003 | 01-07-2014 | Nieuwe regeling | 30-01-2003 Groot Voorschoten, 13-01-2011 | 8C |
HOOFDSTUK I BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243;
b. Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56;
c. Verplaatsingskostenbesluit 1989: het Koninklijk Besluit van 6 oktober 1989, Stb. 424.
Aan de wethouder van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt in afwijking van het eerste lid een onkostenvergoeding toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 25, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders.
De onkostenvergoeding, zoals bedoeld in artikel 2, vervalt zodra de wethouder langer dan drie maanden zijn ambt niet heeft uitgeoefend.
Indien de wethouder daartoe een schriftelijk verzoek indient, kunnen burgemeester en wethouders het bedrag van de onkostenvergoeding op een lager bedrag vaststellen, dan zoals bedoeld in artikel 2.
Aan de wethouder wordt voor het reizen tussen zijn woning en zijn plaats van tewerkstelling, indien de afstand daartussen meer dan tien kilometer bedraagt, een tegemoetkoming in de kosten van het reizen verleend overeenkomstig de bedragen die bij of krachtens artikel 12 van het
Aan de wethouder wordt naast de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 5, vergoeding verleend voor gemaakte reiskosten van andere dan de in artikel 5 bedoelde reizen ten behoeve van de gemeente. De vergoeding betreft:
a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een (trein)taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten; bij reizen per trein kan van de eerste klas gebruik worden gemaakt;
b. bij gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets: een vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten overeenkomstig de bedragen in artikel 2 van de Reisregeling binnenland en (gebruteerde) vergoeding van in redelijkheid noodzakelijke kosten voor parkeren.
De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfkosten van reizen, bedoeld in artikel 6 worden volledig aan de wethouder vergoed.
1. Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt, worden de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reis- en verblijfkosten vergoed.
2.Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist.
1. De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.
2. De kosten van cursussen, congressen, seminars of symposia die niet door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de vervulling van het wethouderschap.
3. De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, en waarvan de kosten hoger zijn dan € 500,−, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de burgemeester. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.
1. Aan de wethouder wordt voor de uitoefening van zijn ambt de mogelijkheid geboden deel te nemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende pc-privéregeling.
2. Aan de wethouder die geen gebruik maakt van de in het eerste lid bedoelde pc-privéregeling wordt, voor de uitoefening van zijn ambt op aanvraag een computer of laptop met bijbehorende randapparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.
3. De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
4. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
De wethouder van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling en fietsregeling.
HOOFDSTUK III DE PROCEDURE VAN DECLARATIE
Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door
a. betaling uit eigen middelen; of
1. Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 6, 7 en 8 wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.
2. Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend en binnen 2 maanden bij de gemeentesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar ingediend, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.
1. De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 6, 7, 8 en 9 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door de wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente.
2. De factuur worden binnen 2 maanden ingediend bij de gemeentesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar.