Organisatie | Maastricht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Parkeerregulering en Parkeerbelastingen 2015 |
Citeertitel | Verordening Parkeerregulering en Parkeerbelastingen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Tarieventabel Verordening Parkeerregeling en Parkeerbelastingen 2015 vervangt de Tarieventabel Verordening Parkeerregeling en Parkeerbelastingen 2015, zoals vastgesteld d.d. 15 december 2015
Gemeentewet, artikel 149 en artikel 224
Tarieventabel Verordening Parkeerregeling en Parkeerbelastingen 2015
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-05-2016 | 01-01-2017 | Tarieventabel Verordening Parkeerregulering en Parkeerbelastingen 2015 | 29-03-2016 Gemeenteblad 2016, 48003 | Onbekend | |
01-01-2016 | 09-05-2016 | Tarieventabel Verordening Parkeerregulering en Parkeerbelastinegen 2015 | 15-12-2015 Gemeenteblad 2015, 124933 | Onbekend |
DE RAAD DER GEMEENTE MAASTRICHT,
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.14-07-2015 , Veiligheid en Leefbaarheid, no. 2015.23452 ,
Gelet op artikel 149 en 225 van de Gemeentewet, artikel 24 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 alsmede het bepaalde in artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994;
Vast te stellen de hierna volgende ‘Verordening Parkeerregulering en Parkeerbelastingen 2015’.
Verordening Parkeerregulering en Parkeerbelastingen 2015
parkeren: het gedurende een aangesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden en lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden.
Een beroep of bedrijf wordt beschouwd als één bedrijf indien de vestigingsadressen dezelfde zijn of het een aaneengesloten bebouwing betreft, dan wel sprake is van een juridische constructie waaruit moet worden geconcludeerd dat het in wezen één beroep of bedrijf betreft, tenzij het tegendeel wordt aangetoond.
kentekenhouder: degene, op wiens naam een motorvoertuig is gesteld in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb.1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens. Met een kentekenhouder wordt gelijkgesteld:
degene die krachtens een leasecontract of een huurcontract, afgesloten met een beroepsmatig dan wel bedrijfsmatig werkend lease-/verhuurbedrijf gebruiksgerechtigde is van een motorvoertuig voor een periode gelijk aan de geldigheidsperiode van de vergunning. Indien het voertuig geleased is door de werkgever dan dient er tevens een daartoe strekkende werkgeversverklaring meegestuurd te worden;
degene die krachtens een werkgeversverklaring aantoont: dat hij gedurende een aaneengesloten periode van tenminste een kwartaal gerechtigd is gebruik te maken van een motorvoertuig, waarvan het kenteken staat ingeschreven op naam van zijn werkgever, dat hij gedurende een aaneengesloten periode van minimaal een kwartaal voor deze werkgever werkzaam is.
ab.Vergunningsbewijs: Het bewijs dat een parkeervergunning/recht is verleend.
Hoofdstuk II PARKEREN MET EEN VERGUNNING.
Artikel 2. Aanwijzingsbesluit / nadere regels
Het college kan, bij openbaar te maken besluit, sectoren aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren alleen door vergunninghouders alsmede tijdstippen vaststellen waarop het parkeren alleen aan deze vergunninghouders is toegestaan. Zij kunnen daarbij tevens het maximum aantal vergunninghouders per aangewezen gebied vaststellen.
Artikel 3. Vergunningverlening
a. In geval een aanvraag om parkeervergunning wordt ingediend op een tijdstip, waarop voor de betreffende sector alle vergunningen reeds zijn verleend en de aanvraag niet geweigerd behoeft te worden, wordt de aanvraag op een wachtlijst geplaatst voor de betreffende sector.
b. De vermelding op de wachtlijst vindt plaats naar de datum van ontvangst van de aanvraag. De vergunningverlening vindt in dat geval plaats, zodra een vergunning voor de betreffende sector beschikbaar is en wel aan de eerst genoteerde op de wachtlijst.
Uitsluitend aan huisartsen en verloskundigen, die op grond van de verordening in aanmerking komen voor een vergunning en een praktijk hebben in een sector waar vergunninghouderplaatsen dan wel door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen zijn gelegen, wordt voorrang verleend bij de verlening van een vergunning.
Een tijdelijke vergunning kan worden verleend aan een ieder die een motorvoertuig wenst te parkeren op parkeerapparatuurplaatsen of vergunninghoudersplaatsen, ten behoeve van een eigen en direct parkeerbelang van tijdelijke duur. Deze vergunning kan per dag en voor maximaal drie weken worden verleend.
Aan bewoners van parkeersectoren, die volgens de gemeentelijke basisadministratie zijn geregistreerd op het adres waarvoor zij een bezoekersparkeerpas aanvragen, kan het college op een daartoe strekkend verzoek een bezoekersparkeerpas verstrekken. Hiermee kan door bezoekers van bewoners tegen een gereduceerd tarief worden geparkeerd op de parkeerapparatuurplaatsen in de sector waarin de bewoner woonachtig is. Er wordt één bezoekersparkeerpas per woonadres (conform de Gemeentelijke Basisadministratie) verstrekt.
Het college kan aan een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte. Aan een vergunning bestemd voor een aanbieder kan het college voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet Milieubeheer, waaronder mede wordt begrepen het stimuleren van selectief autogebruik.
Artikel 6. Parkeervergunning woon-werkverkeer
Artikel 7. Hulpverlenersvergunning Huisarts en Verloskundige
Artikel 8. Parkeervergunning Hulpverlening terminale patiënten
Artikel 9. Autodate-vergunning
Het college kan een vergunning verlenen aan een aanbieder van Autodate wiens motorvoertuigen een standplaats hebben in een sector.
Artikel 10. Studentenparkeervergunning
Artikel 12. Het intrekken van de vergunning
Artikel 13. Overschrijven en wijzigen van de vergunning
De vergunning kan niet worden overgeschreven op naam van een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon.
Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen, dan wel met andere munten dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven, in werking te stellen.
Overtreding van artikel 14, 15 of 16 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.
Hoofdstuk III PARKEERBELASTING.
Artikel 18. Parkeerbelastingen
Onder de naam parkeerbelastingen worden de volgende belastingen geheven:
De belasting bedoeld in artikel 18 onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op voet van het derde lid van dit artikel, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
De belasting bedoeld in artikel 18 onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college vastgestelde voorschriften.
Artikel 21. Tijdstip van ontstaan van de belastingschuld
Artikel 22. Tarief, tijdvak en maatstaf van de heffing
Het tarief, het tijdvak en de maatstaf van de heffing zijn vermeld in de bij deze verordening en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 23. Termijn van betaling
In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste lid moet de belasting, indien het inwerkingstellen van de parkeerapparatuur geschiedt door middel van het aanmelden bij de centrale computer van de gemeente dan wel van het bedrijf of de instantie waarmee de gemeente een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of ander communicatiemiddel, betaald worden binnen twee maanden na de dag waarop het belastbare feit heeft plaatsgevonden.
Artikel 24. Betaling en teruggave van belasting
Indien als gevolg van maatregelen getroffen door of met instemming van de gemeente de vergunninghouder voor een belastingtijdvak waarvoor reeds betaling heeft plaatsgevonden, geen gebruik kan maken van de vergunning en voor dat tijdvak geen vervangende parkeergelegenheid op redelijke afstand is geboden, wordt restitutie van betaalde belasting verleend over het aantal volle kalendermaanden, gedurende welke dat gebruik niet mogelijk is geweest.
Artikel 25. Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 18 onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college bij openbaar te maken besluit.
Artikel 26. Kosten naheffingsaanslag
De kosten van een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 18 onderdeel a, zijn vermeld in de bij deze verordening behorende tarieventabel. Het college stelt deze kosten vast.
Artikel 27. Vrijstelling van het betalen van parkeerbelastingen bij parkeerapparatuur
Het parkeren van de volgende gebruikers wordt niet gereguleerd en is derhalve vrijgesteld van het betalen van parkeerbelastingen als bedoeld in artikel 18 lid a van deze verordening:
Bij de invordering van de belasting bedoeld in artikel 18 wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 29. Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.
Hoofdstuk IV INWERKINGTREDING, OVERGANGSBEPALINGEN EN CITEERTITEL.
Artikel 31. Inwerkingtreding en overgangsbepalingen
Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening Parkeerregulering en Parkeerbelastingen 2015”.
Aldus besloten door de raad der gemeente Maastricht in zijn openbare vergadering van 1 september 2015
Tarieventabel “Verordening Parkeerregulering en Parkeerbelastingen 2015”
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN MAASTRICHT,
gezien het besluit van college d.d. 29 maart 2016 corr.no. 2016-10667, inzake “Tijdelijke aanpassing parkeren tijdens bouw ondergrondse fietsenstalling”;
gezien de Parkeerbalans 2004 (nota 2005-36579) en de maatregelen ten aanzien van de tarieven met betrekking tot het parkeren, zoals vermeld in de Programmabegroting 2015 en 2016;
gelet op het besluit van de raad van 22 april 2003, volgno. 32-2003 om onder andere het heffen van belastingen als bedoeld in artikel 225 van de Gemeentewet over te dragen aan burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 156, 225 en 234 van de Gemeentewet, artikel 10:13 en 10:19 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3 en 22 van de Verordening Parkeerregulering en Parkeerbelastingen 2015;
Aldus besloten door het College van Burgemeester en Wethouders van Maastricht d.d. 29 maart 2016.