Organisatie | Dronten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bezoldigingsverordening |
Citeertitel | Bezoldigingsverordening april 1996 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | personeel |
Verordening vervangt Bezoldigingsverordening van 21 december 1995.
Gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling, art. 3:1
1.Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-1996 | 20-12-2014 | nieuwe regeling | 25-04-1996 Gemeenteblad 1998, nr. 21 | 103078 |
De raad van de gemeente Dronten,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, d.d. 26 maart 1996, no. 103078/ca;
gelezen de ledenbrief van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden d.d. 20 december 1996;
gelet op het advies/de adviezen van de Commissie(s) "II" d.d. 10 april 1996;
gelet op artikel 3:1 van de Gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling;
I. in te trekken de Bezoldigingsverordening, vastgesteld bij besluit van 21 december 1995;
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
het college van burgemeester en wethouders;
de bezoldiging bedoeld in artikel 3:1, tweede lid, van de gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling;
de tabel die de versnelde toekenning van periodieke verhogingen regelt;
het samenstel van werkzaamheden door de ambtenaar te verrichten, krachtens hetgeen hem door het daartoe bevoegde gezag is opgedragen en te onderscheiden in:
het op methodische wijze naar zwaarte rangordenen van functies met als criterium de relatieve zwaarte van het werk;
de naar aanleiding van het functiewaarderingsonderzoek aan de functie verbonden salarisschaal;
het hoogste bedrag van een salarisschaal, dat kan worden bereikt door jaarlijkse salarisverhogingen;
het voor de ambtenaar geldende bedrag van de op zijn ambt betrekking hebbende salarisschaal, zoals vermeld in bijlage II en IIa behorende bij de Gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling;
een aanduiding, bestaande uit een getal of een letter en een getal, die in een salarisschaal voor een salaris is vermeld;
1/165 deel van het salaris bij een volledige werktijd (een 38-urige werkweek);
de schaal als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid, van de gemeentelijke Arbeidsvoorwaardenregeling, opgenomen in bijlage II en IIa van de Gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling.
Artikel 3. Vaststelling salarisniveau, instroom in nieuwe structuur per 1 april 1996
Bijlage II omvat de indeling van de schalen, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a van de Gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling en is van toepassing op die ambtenaar die ook op 31 maart 1996 reeds een salaris genoot op grond van deze bijlage, tenzij op grond van het gestelde in lid 3 bijlage IIa op hem van toepassing is.
Bijlage IIa omvat de indeling van de schalen, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a van de Gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling en is van toepassing op:
de ambtenaar die op of na 1 april 1996 een nieuwe betrekking in de zin van de Gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling aanvaardt, direct voorafgaand door een andere betrekking in de zin van de Gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling of CAR, waarbij aan die nieuwe betrekking een beter salarisperspectief is verbonden. Hierbij wordt een betrekking mede als nieuw aangemerkt ingeval een bestaande aanstelling of arbeidsovereenkomst wordt gewijzigd, als gevolg van een wijziging in de uit te voeren taken.
Artikel 4. Vaststelling salarisniveau, instroom in nieuwe salarisstructuur per 1 april 1997
De ambtenaar met een salaris ingevolge bijlage II, die voor 1 april 1997 reeds het maximum heeft bereikt van de schaal en die binnen die betrekking geen perspectief heeft op een hogere schaal gaat eerst per 1 april 1997 een salaris ontvangen op basis van het maximum van dezelfde schaal ingevolge bijlage IIa;
Artikel 5. Vaststelling salarisniveau, instroom in nieuwe salarisstructuur op of na 1 april 1997
De ambtenaar met een salaris ingevolge bijlage II, die op of na 1 april 1997 het maximum bereikt van de schaal en binnen zijn betrekking geen perspectief heeft op een hogere schaal ontvangt op de datum van het bereiken van het maximum van de schaal een salaris op basis van het maximum van dezelfde schaal ingevolge bijlage IIa.
Artikel 6. Salaris bij aanstelling
Bij aanstelling kent het bestuursorgaan de ambtenaar het salaris toe dat:
Artikel 7. Lagere vaststelling salaris
Het bestuursorgaan kan het salaris, hetzij bij aanstelling, hetzij nadien, vaststellen op een lager bedrag dan ingevolge de overige bepalingen van deze verordening voor de ambtenaar zou gelden op grond van:
Artikel 9. Periodieke verhoging
Op de eerste dag van elk kalenderjaar wordt bij gebleken geschiktheid en goede dienstijver aan een ambtenaar wiens schaal is vermeld in de bijlagen II en IIa, die 21 jaar of ouder is, een periodieke verhoging toegekend totdat het maximum van het aan zijn schaal verbonden salaris is bereikt. Vindt aanstelling plaats in de loop van het kalenderjaar dan gaat de eerstvolgende periodieke verhoging, onder gelijk voorbehoud, vermeld in de eerste volzin van dit artikel, in op 1 januari van het eerstvolgende kalenderjaar.
De tijd gedurende welke de ambtenaar ingevolge wettelijke verplichtingen als bedoeld in hoofdstuk 3 van de gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling wordt geacht in zijn betrekking met verlof te zijn, wordt voor de toekenning van het salaris als diensttijd in aanmerking genomen.
Artikel 11. Buiten beschouwing te laten tijd
Bij het toekennen van periodieke verhogingen blijft buiten beschouwing de tijd, gedurende welke de ambtenaar in de uitoefening van zijn ambt is geschorst:
op grond van het feit dat een strafrechtelijke vervolging wegens misdrijf tegen hem is ingesteld of hem door het bestuursorgaan het voornemen tot bestraffing met onvoorwaardelijk ontslag is te kennen gegeven of hem van de oplegging van deze straf mededeling is gedaan dan wel dat hij zich in verzekerde bewaring bevindt;
Artikel 13. Salaris bij bevordering binnen de oude structuur (bijlage II)
Voor de ambtenaar die bezoldigd wordt overeenkomstig bijlage II wordt bij bevordering het salaris in de nieuwe schaal zodanig vastgesteld dat een salarisverhoging wordt verkregen tot een bedrag overeenkomende met het gemiddelde bedrag van ten minste één periodieke verhoging in de nieuwe schaal.
Artikel 14. Salaris bij bevordering binnen de nieuwe structuur (bijlage IIa)
Voor de ambtenaar die bezoldigd wordt overeenkomstig bijlage IIa wordt bij bevordering het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het naasthogere bedrag in de nieuwe schaal. In het geval dat het salarisverschil tussen dit naasthogere bedrag en het oude salaris minder bedraagt dan 75% van het salarisverschil tussen het bedrag dat de ambtenaar aan salaris zou hebben ontvangen indien hij niet zou zijn overgegaan naar de nieuwe schaal, maar in zijn oude schaal een periodieke verhoging zou hebben gekregen, en het bedrag van zijn oude salaris, wordt de ambtenaar in de nieuwe schaal ingeschaald dat direct volgt op het naasthogere bedrag.
Artikel 15. Conversietabel schalen 1 tot en met 5 (bijlage III)
Voor de ambtenaren die op 1 april 1996 bezoldigd worden overeenkomstig bijlage II en een salaris hebben op basis van:
wordt een versnelde toekenning van periodieke verhogingen toegekend overeenkomstig de conversietabel voor de schalen 1 t/m 5, bijlage III bij deze verordening.
Artikel 17. Berekening bezoldiging over gebroken tijdvakken
In de gevallen waarin de bezoldiging moeten worden berekend over een gedeelte van een maand wordt de bezoldiging per dag vastgesteld, door de bezoldiging of korting per maand te delen door het aantal dagen van de desbetreffende kalendermaand.
Artikel 18. Aanpassing van de salarissen aan de algemene salarismaatregelen
Indien in de salarissen een wijziging wordt aangebracht welke een algemeen karakter draagt, past het bestuursorgaan de in de bijlagen II en IIa genoemde bedragen overeenkomstig de aanpassing van de bijlagen II en IIa van de Gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling aan.
Voor een ambtenaar van 23 jaar of ouder en werkzaam in een functie met een volledige dagtaak zijn de bij Algemene Maatregel van Bestuur vastgestelde of vast te stellen regelen omtrent minimum inkomen van overeenkomstige toepassing.
Buiten aanmerking blijven hierbij overwerkgelden, vakantie-uitkering en bestemmingstoelagen, zoals rijwieltoelage en dergelijke.
AFDELING III. TOELAGEN EN VERGOEDINGEN
Artikel 22. Toelage ambtenaren in salarisschalen 1 tot en met 4
Een ambtenaar aangesteld in één van de salarisschalen 1 tot en met 4, en die voldoet aan het tweede lid geniet een toelage gelijk aan het verschil tussen het bedrag van de maximum diensttijduitloop van de voor hem geldende salarisschaal en de naast hogere diensttijduitloop van de naast hogere salarisschaal.
Artikel 24. Toelage onregelmatige dienst
Behoudens het bepaalde in de volgende leden wordt aan de ambtenaar wiens schaal is ingedeeld in bijlage I of II in een schaal met lager maximum salaris dan dat van schaal 12 van bijlage II en die anders dan bij wijze van overwerk geregeld of vrij geregeld arbeid verricht op andere tijden dan op werkdagen maandag tot en met vrijdag tussen 08.00 en 18.00 uur deswege een toelage toegekend.
De in het eerste lid bedoelde toelage bedraagt per gewerkt uur op de werkdagen:
de feestdagen als bedoeld in artikel 4:1:1, derde lid, van de gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling, alsmede eerste Paasdag en eerste Pinksterdag, 45% van de bezoldiging per uur, met dien verstande dat genoemde percentages worden berekend over ten hoogste het salaris behorende bij salarisnummer 10 van schaal 6 van bijlage II.
Ingeval van toepassing van artikel 5, op grond van deeltijdarbeid, wordt de noemer van bovenstaande breuk in evenredigheid met de verlaging van het salaris verminderd.
Artikel 25. Overgangstoelage bij wegvallen/verminderen toelage onregelmatige arbeid
Aan de ambtenaar wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van de toelage wegens onregelmatige dienst een blijvende verlaging ondergaat van tenminste 3% van zijn bezoldiging wordt een aflopende toelage toegekend, mits hij eerstgenoemde toelage, direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende ten minste 2 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.
Aan de ambtenaar van 60 jaar of ouder wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van de toelage wegens onregelmatige dienst een blijvende verlaging ondergaat wordt een blijvende toelage toegekend, mits hij eerstgenoemde toelage, direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.
De in het eerste lid bedoelde aflopende toelage gaat, wanneer de ambtenaar de leeftijd van 60 jaar bereikt en hij onmiddellijk vóór de aanvang van die toelage gedurende tenminste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking een toelage onregelmatige dienst heeft genoten, over in een blijvende toelage, bedoeld in het vorige lid.
AFDELING IV. GARANTIEREGELINGEN
Artikel 27. Garantieregelingen in verband met lagere inschaling als gevolg van herziening Ubink-normen
In afwijking van het bepaalde in deze verordening behoudt de ambtenaar die vóór 1 januari 1981 in dienst is getreden, voorzover hij is ingedeeld in een salarisschaal waaraan een lager maximum bedrag is verbonden dan aan de salarisschaal waarin hij vóór 1981 werd ingedeeld, uitzicht op het maximumbedrag, verbonden aan laatstbedoelde salarisschaal.
De ambtenaar die op of na 1 januari 1981 is benoemd, doch voor de vaststelling van de Bezoldigingsverordening 1981, behoudt, voorzover hij is ingedeeld in een salarisschaal waaraan een lager maximumbedrag is verbonden dan aan de salarisschaal waarin hij bij zijn benoeming is ingedeeld, uitzicht op het maximumbedrag verbonden aan laatstbedoelde salarisschaal.
Artikel 28. Garantieregeling toelage bode-conciërge
In afwijking van het bepaalde in deze verordening behoudt de hulp-conciërge, die vóór 1 januari 1996 in dienst is getreden boven zijn salaris voor het regelmatig verrichten van extra werkzaamheden buiten de normale kantooruren een vaste toelage van 5% van zijn salaris per maand, met dien verstande, dat deze toelage niet lager is dan 5% van het in artikel 15, eerste lid bedoelde minimum loon voor 23-jarigen.
BIJLAGE II BIJ DE BEZOLDIGINGSVERORDENING APRIL 1996
Ondanks de verkorting van de wachtperioden in de schalen 1 tot en met 5 van de oude salarisstructuur, resteert er een groep van ambtenaren in het begin van de schalen 2 tot en met 5 dat zonder aanvullende maatregelen voor wat betreft het salaris ingehaald zou worden door die personen die op of na 1 april 1996 in dienst treden met een salaris op basis van anciënniteit 0 van dezelfde schaal van de nieuwe structuur.
De werknemers onder de oude salarisstructuur, die zonder aanvullende maatregelen zouden worden ingehaald door nieuwkomers, zijn de personen die op 1 april 1996 een salaris hebben op basis van:
Door de LOGA-partners is overeenstemming bereikt over een conversietabel waarin specifiek voor deze getroffen groep nog een versnelde toekenning van periodieke verhogingen is vastgelegd, waardoor een versnelde doorloop in de oude schaal ontstaat. Hierdoor wordt voorkomen dat deze groep, wat betreft het salaris, wordt ingehaald door het later toetredende personeel. Door de LOGA-partners wordt geadviseerd deze conversietabel op te nemen in de lokale Bezoldigingsverordening.
Let wel: de personen buiten de getroffen groep, te weten die personen die op 1 april 1996 een hogere anciënniteit hebben dan de personen uit de zojuist beschreven groep, volgen de systematiek zoals deze is vastgelegd in bijlage II van de CAR.