Organisatie | Montfoort |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 33
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-03-2004 | 01-09-2020 | Onbekend | 24-03-2004 Onbekend | Onbekend |
Een raadslid dat, of een fractie die informatie wenst, kan zich daarvoor rechtsreeks wenden tot de ambtenaren die belast zijn met de advisering over of de uitvoering van het betreffende onderwerp.
Een raadslid dat, of een fractie die ambtelijke bijstand wenst, kan daartoe een verzoek doen bij de griffier.
Artikel 4 Verlenen van bijstand
De griffier kan de secretaris verzoeken om verlening van ambtelijke bijstand aan het raadslid of de raadsfractie. De secretaris verleent de gevraagde bijstand indien:
Artikel 6 Toelichting in commissie- of raadsvergadering
Indien ambtenaren die bij de verlening van bijstand betrokken zijn, worden uitgenodigd om hun advies of deskundige mening hetzij mondeling in een commissie- of raadsvergadering, hetzij schriftelijk toe te lichten, zijn zij verplicht hieraan gehoor te geven, behoudens dringende redenen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
de raad van de gemeente Montfoort, gehouden
op 24 maart 2003.
De griffier, De voorzitter,
Het begrip document wordt hier gebruikt in de betekenis die het in de Wet openbaarheid bestuur heeft. Met openbaar wordt bedoeld openbaar in de zin van de Wet openbaarheid van bestuur. Voor niet openbare documenten wordt een regeling gegeven in de artikelen 25, 55 en 86 van de Gemeentewet. Deze rechten zijn veelal uitgewerkt in het reglement van orde voor de raad, het reglement van orde voor het college en de verordening op de raadscommissies.
Volgens artikel 33, derde lid, van de Gemeentewet, kunnen niet alleen raadsleden, maar ook fracties gebruikmaken van het recht op bijstand en ondersteuning.
Voor het vragen van informatie en advies kan een raadslid zich zonder tussenkomst van griffier en secretaris wenden tot de betreffende ambtenaren.
De griffier speelt een centrale rol bij de verlening van de ambtelijke bijstand. De griffier is immers het eerste aanspreekpunt voor de raad. De raadsleden en -groeperingen leggen hun vragen daarom niet voor aan de secretaris, die verantwoordelijk is voor het ambtelijk apparaat, maar aan de griffier. Hiermee komt de duale relatie tussen het college (het ambtelijk apparaat) en de raad (de griffie) tot uitdrukking.
In het duale stelsel richten de raadsleden en fracties hun verzoek om bijstand aan de griffier. De griffier bepaalt vervolgens hoe het verzoek wordt behandeld. De bijstand kan door de griffier verleend worden. De griffier heeft immers ook tot taak de raadsleden bijstand en ondersteuning te verlenen.
Als de bijstand niet door de griffier verleend kan worden, kan de griffier besluiten dat het verzoek aan de secretaris gericht moet worden of dat een externe deskundige of organisatie gevraagd wordt de bijstand te verlenen.
Indien de secretaris het verzoek om verlening van de bijstand ontvangt, is hij/zij gehouden de bijstand te laten verlenen. Het recht wordt - vanzelfsprekend - beperkt tot raadsaangelegenheden, zodat verzoeken om bijstand die slechts zijdelings of zelfs helemaal niet meer in verband staan met het raadswerk buiten toepassing blijven. Ook geldt een uitzondering bij te omvangrijke of frequente verzoeken om bijstand. De secretaris maakt een eigen afweging omtrent de wijze waarop de bijstand wordt verleend waarbij als uitgangspunt blijft gelden dat het recht op bijstand door de Gemeentewet wordt gegarandeerd. Daarom kan dat recht niet snel worden beperkt.
In de instructie voor de griffier en voor de secretaris is opgenomen dat zij regelmatig gezamenlijk met de burgemeester overleggen over de wijze waarop de bijstand wordt verleend. Dit overleg verzekert een goede planning en monitoring van de ambtelijke ondersteuning.
Het kan zijn dat de bijstand is verleend op een wijze die niet bevredigend wordt bevonden. Degene die de bijstand heeft gevraagd moet daarover kunnen overleggen met de griffier, die immers het eerste aanspreekpunt is. De griffier pleegt over de klachten overleg met de secretaris of met de externe adviseur. De griffier kan dan vragen om nadere bijstand of om de redenen waarom de bijstand niet op andere wijze is verleend, en deelt de resultaten van dit overleg mee. De bijstandvrager kan, als hij daardoor niet tevreden is gesteld, de aangelegenheid aan het seniorenconvent voorleggen.
In sommige gevallen kunnen de commissievoorzitter of het seniorenconvent het wenselijk vinden dat de bij de bijstand betrokken ambtenaar of ambtenaren een toelichting geven in de vergadering. In het Reglement van orde voor de raad en in de Verordening voor de raadscommissies is bepaald dat ook derden uitgenodigd kunnen worden voor een vergadering van raad of commissie. In dit artikel wordt bepaald dat de ambtenaren aan deze uitnodiging gehoor moeten geven. Het kan zowel een ‘spontaan’ verzoek van de commissievoorzitter of het seniorenconvent betreffen als een verzoek om toelichting naar aanleiding van een aangelegenheid waarbij bijstand of ondersteuning is gevraagd. De wijze van bijstandverlening behoort evenwel geen onderwerp van bespreking door de commissie of raad te zijn; alleen het advies of deskundig oordeel kan worden besproken.