Organisatie | Stede Broec |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Huisvestingsverordening gemeente Stede Broec 2014 |
Citeertitel | Huisvestingsverordening gemeente Stede Broec 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de Huisvestingsverordening gemeente Stede Broec 2011
Huisvestingswet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-10-2014 | 05-10-2015 | Ingetrokken | 25-09-2014 Gemeenteblad, nr. 59877 | onbekend |
De raad der gemeente Stede Broec;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19-8-2014;
gelet op het advies van de commissie Grondgebiedzaken van 8-9-2014;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2 van de Huisvestingswet;
vast te stellen de volgende verordening, houdende regels over de verdeling van woonruimte.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen paragraaf 1 Begripsbepalingen
Hoofdstuk 2 Verdeling van huurwoningen
Paragraaf 2 Reikwijdte verordening
Het bepaalde in dit hoofdstuk is uitsluitend van toepassing op woonruimten in eigendom van een corporatie met een huurprijs beneden de liberalisatiegrens en die zijn gelegen binnen de regio West- Friesland.
Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat de toepassing van deze verordening mede van toepassing is op verhuurders van huurwoningen, niet zijnde een corporatie, met een huurprijs beneden de huurprijsgrens.
In afwijking van het bepaalde in artikel 2 is het bepaalde in dit hoofdstuk niet van toepassing op:
Op grond van deze verordening komen de volgende documenten tot stand: huisvestingsovereenkomsten, die worden gesloten tussen de gemeenten en de corporaties, zoals nader omschreven in artikel 5;
het Reglement Urgentiecommissie woonruimteverdeling, zoals beschreven in artikel 9; het Reglement Klachtencommissie Woonruimteverdeling, zoals beschreven in artikel 5.
Paragraaf 3 Huisvestingsovereenkomst en Klachtencommissie
Bij de commissie als bedoeld in het tweede lid kan een klaagschrift worden ingediend tegen:
besluiten van de Regionale Urgentiecommissie Huisvesting Westfriesland 2011;
besluiten van corporaties welke genomen worden in het kader van het woonruimteverdeelsysteem. De commissie werkt conform het Reglement Regionale Klachtencommissie Woningtoewijzing West- friesland, dat als bijlage onderdeel uitmaakt van deze verordening;
Paragraaf 4 Systeem woonruimteverdeling
Indien de aangeboden woonruimte niet wordt geaccepteerd op basis van het bepaalde in de leden 3 en 4 van dit artikel, wordt de woonruimte aangeboden op grond van het toonbankmodel. Op basis van dit systeem wordt de woonruimte aangeboden aan degene die het eerst heeft gereageerd op het aanbod waarbij de opgebouwde inschrijfduur niet van toepassing is.
Corporaties mogen jaarlijks maximaal 20% van het totale vrijkomende woningaanbod afwijkend van wat in artikel 6 is bepaald toewijzen. Daarbij kan het gaan om de huisvesting van bijzondere groepen, waaronder statushouders en huurders die vallen ‘het laatste kansbeleid’ en (herstructurerings)urgenten op basis van bemiddeling. Daarnaast kan het gaan om specifieke beleids- en toewijzingsexperimenten.
Urgentie kan worden verleend aan woningzoekenden die voldoen aan de volgende criteria:
medisch: medisch geïndiceerden zijn woningzoekenden die in verband met medische omstandigheden permanent ernstige hinder, belemmering of verslechtering ondervinden in hun woonsituatie. Er kan alleen een beroep worden gedaan op deze omstandigheid indien bij de aanvraag een verklaring wordt overgelegd van een arts, niet zijnde een huisarts, maar een arts verbonden aan een professionele medische, psychiatrische en/of sociale hulpverleningsinstantie, zo nodig aangevuld met een advies van een deskundige verbonden aan onafhankelijke instantie die is gespecialiseerd in sociaalmedische advisering.
sociaal: sociaal geïndiceerden zijn woningzoekenden die in verband met sociale of psychische omstandigheden ernstige hinder, belemmering of verslechtering ondervinden in hun huidige woonsituatie. Onder sociaal geïndiceerden vallen ook woningzoekenden met ernstige relationele problemen met buren of buurt, waardoor sprake is van een acuut woonprobleem, waarbij de woningzoekenden alles in het werk hebben gesteld de situatie weer leefbaar te maken. Indien een beroep wordt gedaan op deze omstandigheid dient dit te worden onderbouwd door gegevens van justitie en/of politie en/of met gegevens van een professionele sociale hulpverleningsinstantie en indien gewenst een advies van de corporatie;
echtscheiding/verbreken samenleving: zijn woningzoekenden die van echt scheiden of hun samenwoning verbreken. Urgentie op deze grond kan uitsluitend aan één gewezen partner worden verleend en uitsluitend, indien de woningzoekende op grond van de Wet of een rechterlijke uit- spraak geheel of in overwegende mate met de zorg voor zijn minderjarige kind(eren) is of wordt belast, dan wel ingeval sprake is van co-ouderschap de ouder waarbij het kind op grond van de Gemeentelijke Basisadministratie staat ingeschreven en er aantoonbaar een poging is gedaan om het huur/kooprecht van de huidige woonruimte te behouden en dit niet is geslaagd;
financieel: financieel geïndiceerden zijn woningzoekenden die buiten hun schuld te maken hebben met een grote inkomensachteruitgang door acute en/of onvoorziene omstandigheden waardoor de huidige woonruimte niet langer betaalbaar is. Urgentie op deze grond kan uitsluitend worden verleend indien de woningzoekende(n) op grond van de Wet of een rechterlijke uitspraak geheel of in overwegende mate met de zorg voor minderjarige kind(eren) is of wordt belast, dan wel in- geval sprake is van co-ouderschap de ouder waarbij het kind op grond van de Gemeentelijke Basisadministratie staat ingeschreven.
Urgentie kan uitsluitend worden verleend aan een woningzoekende die buiten zijn schuld in een dus- danige situatie verkeert, dat hij op korte termijn andere woonruimte behoeft. Voorwaarde hierbij is dat de woningzoekende:
1. staat ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie in de regio, dan wel,
2. in de positie verkeert zoals bedoeld in artikel 13c, lid 1 van de Wet en over de Nederlandse nationaliteit beschikt, dan wel,
3. behoort tot de groep mishandelde vrouwen in opvanghuizen zoals bedoeld in de circulaire van de Minister van WWI, nummer MG 2008-5, dan wel,
4. in het bezit is van een geldige verblijfstitel in Nederland.
Urgentie kan uitsluitend worden verleend indien het verzamelinkomen onder de inkomensgrens voor sociale woonruimten ligt zoals deze jaarlijks door de Rijksoverheid wordt vastgesteld en het vermogen (na de inboedelverdeling) niet hoger is dan € 30.000 (prijspeil 2014).
a. De in lid 1 bedoelde urgentie geldt voor een termijn van vier maanden ingaande op de dag volgend op de datum waarop de beschikking tot het toekennen van urgentie is verzonden;
degene aan wie een urgentie is verleend is verplicht om gedurende de onder a. genoemde termijn in elke opeenvolgende periode van veertien dagen ten minste op drie passende en via het toewijzingssys- teem aangeboden woningen te reageren, met dien verstande dat van voldoende passend aanbod sprake is;
onder een passende woonruimte zoals bedoeld onder sub. b wordt verstaan een zelfstandige woon- ruimte met een aantal kamers dat in verhouding staat tot de grootte van het huishouden, waarbij de volgende tabel van toepassing is:
1 volwassene zonder kind min. 1 kamer (studio)
2 volwassenen (partners) zonder kind(eren) min. 1 slaapkamer
1 of 2 volwassenen (partners) met 1 of 2 kind(eren) min. 2 slaapkamers
1 of 2 volwassenen (partners) met 3 of 4 kinderen min. 3 slaapkamers
1 of 2 volwassenen (partners) met 5 of meer kinderen min. 4 slaapkamers
en waarvan de huurprijs in verhouding staat tot het verzamelinkomen van degene aan wie urgentie is verleend zoals is vastgelegd in de basishuurtabel op grond van de Wet op de huurtoeslag;
indien de woningzoekende met een urgentie zoals bedoeld in lid 3, niet binnen de vastgestelde termijn van vier maanden woonruimte heeft gevonden, wordt binnen een tweede termijn van vier maanden eenmalig een passende woonruimte aangeboden. Deze laatstgenoemde termijn kan worden verlengd met nogmaals een termijn van vier maanden indien geen passend aanbod beschikbaar is gekomen; bij de woningaanbieding zoals bedoeld onder sub d wordt geen rekening gehouden met specifieke woonwensen zoals voorkeur voor plaats, wijk en woningtype, tenzij dit door de Urgentiecommissie is aangegeven.
Hoofdstuk 3 Bijzondere woonvormen
Paragraaf 7 Standplaatsen voor woonwagens en huurwoonwagens
Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 2 van de Wet hebben genieten woningzoekenden, in afwijking van het op grond van artikel 6 van toepassing zijnde toewijzingssysteem, die op het moment van inschrijving als woningzoekende legaal in een woonwagen wonen of gewoond hebben, voorrang boven andere woningzoekenden.
Hoofdstuk 6 Overgangs-, straf-, slot- en overige bepalingen paragraaf 10 Overleg bij wijziging
Bij de voorbereiding van een besluit tot wijziging van deze verordening plegen burgemeester en wet- houders overleg met de ingevolge de Woningwet toegelaten instellingen en met andere daarvoor in aanmerking komende organisaties die binnen de gemeente op het gebied van de woonruimteverdeling werkzaam zijn.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de uitoefening van bevoegdheden krachtens de paragrafen 4, 5, 6 en 7 van deze verordening te mandateren aan eigenaren van woonruimte en/of standplaatsen.