Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vught

Beleidsregels Gemeente Vught Parttime ondernemen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVught
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Gemeente Vught Parttime ondernemen
CiteertitelBeleidsregels Gemeente Vught Parttime ondernemen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpNieuwe regeling

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-03-201601-02-2016Onbekend

02-02-2016

't Klaverblad, 23-03-2016

Nieuwe regeling

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Gemeente Vught Parttime ondernemen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vught,

Gelet op de Participatiewet, de kadernota 2016-2019

 

Besluit:

 

Vast te stellen de:

 

Beleidsregels Gemeente Vught Parttime ondernemen

 

De Richtlijn inzake Parttime ondernemen (PTO) worden als volgt ingevuld:

HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN

Artikel 1. Begrippen

  • a.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

  • b.

    Belanghebbende: de potentiële parttime ondernemer;

  • c.

    Uitkering: uitkering op grond van de Participatiewet;

  • d.

    Inkomen uit onderneming: de omzet minus de door het college geaccepteerde kosten, zoals beschreven in artikel 11 van deze beleidsregels.

Artikel 2. Algemeen

  • 1.

    Tot de doelgroep van deze regeling behoren:

    • a)

      Bijstandsgerechtigden met een beperking en onvoldoende verdienvermogen;

    • b)

      Bijstandsgerechtigden met onvoldoende verdienvermogen of tijdelijke gedeeltelijke ontheffing van de arbeidsverplichtingen, die de potentie hebben om door te groeien naar een levensvatbaar bedrijf;

    • c)

      Bijstandsgerechtigden met fulltime arbeidsverplichtingen, die in staat is te achten de aan het parttime ondernemerschap verbonden verplichtingen als bedoeld in de artikelen 7 tot en met 9 van deze beleidsregels na te komen alsmede in staat is te achten om de bijbehorende taken en vaardigheden op verantwoorde wijze uit te voeren.

  • 2.

    Er is sprake van een parttime onderneming als:

    • a)

      dit bedrijfs- of beroepsmatige activiteiten betreffen van geringe omvang die geen recht geven op de zelfstandigenaftrek (maximaal 1040 uur per jaar);

    • b)

      deze activiteiten voor eigen rekening en risico worden uitgevoerd;

    • c)

      deze activiteiten naar verwachting bescheiden inkomsten opleveren, waarbij geldt dat minimaal het aantal belastbare (verplichte) uren maal het WML uurtarief moet worden terugverdiend;

    • d)

      de parttime ondernemer geen langlopende verplichtingen aangaat of is aangegaan die snelle beëindiging van de zelfstandige activiteiten belemmeren;

    • e)

      deze activiteiten geen belemmering vormen voor het nakomen van de verplichtingen tot arbeidsinschakeling.

  • 3.

    Belanghebbende kan toestemming krijgen om met behoud van uitkering de zelfstandige activiteiten uit te voeren. Hiertoe dient belanghebbende een aanvraag in, waarna het college een besluit neemt.

  • 4.

    Per kwartaal wordt geëvalueerd of belanghebbende zich aan de voorwaarden, verplichtingen en afspraken kan houden en heeft gehouden. Op basis hiervan wordt de toestemming voor Parttime ondernemerschap ingetrokken en dan voortgezet.

Artikel 3. Uren

  • 1.

    De parttime ondernemer mag niet meer dan 86 uur per maand (ongeveer 20 uur per week) als parttime ondernemer werken.

  • 2.

    De parttime ondernemer houdt van de gewerkte uren een administratie bij in een daarvoor bestemd administratieprogramma (excel).

  • 3.

    De in lid 1 genoemde urengrens geldt voor alle werkzaamheden inclusief de uren die besteed moeten worden aan administratie en boekhouding.

Artikel 4. Wettelijke vereisten

  • 1.

    De parttime ondernemer moet voldoen aan de wettelijke eisen die verband houden met zijn activiteiten, waaronder het beschikken over:

    • a)

      een geldige inschrijving bij de Kamer van Koophandel;

    • b)

      een BTW-nummer;

    • c)

      een deugdelijke boekhouding die voldoet aan de eisen die de Belastingdienst hiervoor hanteert (het Werkplein stelt hiervoor een administratietool beschikbaar);

    • d)

      een verklaring omtrent het gedrag (VOG) indien dit naar het oordeel van het college noodzakelijk wordt geacht.

  • 2.

    Illegale en strafrechtelijk verboden activiteiten en activiteiten in strijd met het bestemmingsplan of algemeen verbindende voorschriften zijn niet toegestaan.

Artikel 5. Concurrentievervalsing

  • 1.

    De parttime ondernemer is verplicht om marktconforme tarieven te hanteren voor zijn product of dienst. Daarnaast is hij verplicht om alleen de noodzakelijke bedrijfskosten op te voeren zoals die zijn vermeld in artikel 11 van deze beleidsregels.

  • 2.

    Om te bepalen of belanghebbende aan concurrentievervalsing doet, dient belanghebbende aan het begin van de aanvraag tot toestemming een onderbouwde verklaring te overleggen.

  • 3.

    Uit de in lid 2 genoemde verklaring dient te blijken welke prijzen belanghebbende en zijn concurrenten vragen voor de aangeboden diensten.

Artikel 6. Inkomen en inkomstenvrijlating

Als inkomen uit onderneming wordt aangemerkt de omzet minus de door het college geaccepteerde bedrijfskosten.

Artikel 7. Weigerings- en intrekkingsgronden

Het college kan een aanvraag voor toepassing van het Parttime ondernemerschap weigeren daneen eerder verleende toestemming voor Parttime ondernemerschap tussentijds intrekken op de

volgende gronden:

  • a)

    wanneer belanghebbende niet behoort tot de doelgroep als bedoeld in artikel 2, eerste lid van deze beleidsregels;

  • b)

    wanneer belanghebbende activiteiten verricht dan wel een onderneming voert die niet kan worden aangemerkt als een parttime onderneming als bedoeld in artikel 2, tweede lid van deze beleidsregels;

  • c)

    wanneer belanghebbende per maand meer uren werkzaam is voor zijn onderneming dan wel activiteiten verricht in het kader van zijn ondernemerschap, dan het aantal uren genoemd in artikel 3, eerste en derde lid van deze beleidsregels;

  • d)

    wanneer belanghebbende naar het oordeel van het college op eigen kracht niet dan wel niet voldoende in staat is te achten de aan het parttime ondernemerschap verbonden verplichtingen als bedoeld in de artikelen 8 tot en met 10 van deze beleidsregels na te komen alsmede in staat is te achten om de bijbehorende taken en vaardigheden op verantwoorde wijze uit te voeren, waaronder in ieder geval begrepen:

    • 1.

      het voeren van een deugdelijke administratie conform de eisen die het college daaraan stelt, zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid van deze beleidsregels, alsmede het voeren van een deugdelijke boekhouding als bedoeld in artikel 10 van deze beleidsregels;

    • 2.

      het hanteren van marktconforme tarieven voor zijn product(en) of dienst(en) en geen extreem hoge bedrijfskosten opvoeren als bedoeld in artikel 5, eerste lid van deze beleidsregels;

    • 3.

      het kunnen overleggen van een verklaring ter voorkoming van concurrentie -vervalsing als bedoeld in artikel 5, tweede en derde lid;

  • e)

    wanneer een belanghebbende niet voldoet aan de wettelijke eisen die verband houden met zijn activiteiten als parttime ondernemer, als bedoeld in artikel 4 van deze beleidsregels;

  • f)

    wanneer een belanghebbende niet voldoet aan de arbeidsverplichtingen en de administratieve verplichtingen, zoals die zijn beschreven in artikel 10 en 11 van deze beleidsregels;

  • g)

    wanneer een belanghebbende niet voldoet aan zijn wettelijke inlichtingenverplichting dan wel hieraan eerder niet heeft voldaan om tijdig en deugdelijk inzicht te geven in de aard en de omvang van zijn activiteiten als parttime ondernemer dan wel in de hieraan verbonden verplichtingen.

HOOFDSTUK 2. VERPLICHTINGEN

Artikel 8. Arbeidsverplichting

  • 1.

    Op de parttime ondernemer blijven - in beginsel voor de volle omvang van de werkzame uren – de verplichtingen als bedoeld in artikel 9 PW onverkort van toepassing.

  • 2.

    De omvang van de arbeidsverplichtingen wordt voor iedere individuele parttime ondernemer vastgelegd in een plan van aanpak, als bedoeld in artikel 44a PW.

Artikel 9. Administratieve verplichtingen

  • 1.

    De parttime ondernemer opent een aparte (zakelijke) bankrekening waarop alle betalingen en ontvangsten die te maken hebben met de zelfstandige activiteiten plaats vinden;

  • 2.

    De parttime ondernemer overlegt maandelijks samen met het inkomsten- & wijzigingsformulier:

    a) een inkomstenopgave; en;

    b) een urenadministratie.

  • 3.

    Indien de parttime ondernemer in een maand geen zelfstandige activiteiten heeft verricht, dienen de in lid 2 genoemde overzichten wel ingeleverd te worden.

HOOFDSTUK 3. BOEKHOUDING EN INKOMSTEN

Artikel 10. Boekhouding

  • 1.

    De parttime ondernemer houdt een deugdelijke boekhouding bij die voldoet aan de criteria van de Belastingdienst en die in ieder geval bestaat uit:

    • a)

      een kopie van de aangifte en aanslag inkomstenbelasting; EN

    • b)

      een jaarrekening inclusief balans, winst- en verliesrekening en toelichting; OF

    • c)

      een kasboek inclusief een BTW-aangifte.

  • 2.

    De in lid 1 genoemde boekhouding moet jaarlijks na afloop van het boekjaar vóór 1 april aan het college verstrekt worden.

  • 3.

    Het college kan op verzoek van belanghebbende besluiten om de termijn voor het aanleveren van de boekhouding, zoals genoemd in het vorige lid, verlengen.

Artikel 11. Kosten

  • 1.

    Noodzakelijke kosten voor de uitvoering van de werkzaamheden mogen als kosten in mindering worden gebracht op de omzet wanneer het college deze heeft goedgekeurd. De parttime ondernemer dient hiertoe bewijsstukken te overleggen.

  • 2.

    Op de omzet kunnen de volgende kosten niet in mindering worden gebracht:

    • a)

      huur of kosten bedrijfsruimte;

    • b)

      investeringen;

    • c)

      rentelasten;

    • d)

      kosten die worden opgevoerd in strijd met de belastingwetgeving;

    • e)

      kosten van activiteiten die in strijd zijn met de bepalingen van deze beleidsregel.

  • 3.

    Kosten die niet als aftrekbaar in aanmerking worden genomen, blijven voor eigen rekening van de parttime ondernemer.

Artikel 12. Voorlopige inkomstenvaststelling en inkomstenverrekening

  • 1.

    Het voorlopig te korten inkomen wordt bepaald op basis van jaarstukken en het gemiddelde maandelijkse inkomen, of vooraf op basis van een prognose en begroting.

  • 2.

    Op de uitkering wordt maandelijks het voorlopig te korten inkomen, zoals dat is bepaald in het eerste lid van dit artikel, in mindering gebracht.

  • 3.

    Indien de inkomsten uit onderneming tussentijds afwijken van het bedrag dat in minde- ring wordt gebracht op de uitkering, kan het college dit bedrag, zoals bedoeld in het tweede lid, bijstellen;

  • 4.

    Uitgangspunt is dat de parttime ondernemer na zes maanden minimaal 50% van de op hem van toepassing zijnde bijstandsnorm (netto) verdient.

Artikel 13. Definitieve vaststelling

  • 1.

    Na ontvangst van de in artikel 9 lid 1 genoemde stukken zal overgegaan worden tot een definitieve vaststelling van het inkomen uit onderneming, rekening houdend met de bepalingen van artikel 10 en 11 van deze beleidsregels.

  • 2.

    Indien de inkomsten uit onderneming na definitieve vaststelling lager zijn dan wat op grond van artikel 12 met de uitkering is verrekend, vindt nabetaling plaats van wat teveel verrekend is.

  • 3.

    Indien de inkomsten uit onderneming na definitieve vaststelling hoger zijn dan wat op grond van artikel 12 met de uitkering is verrekend, vindt herziening plaats van de verstrekte uitkering over het afgelopen boekjaar.

  • 4.

    De teveel verstrekte uitkering als gevolg van het bepaalde in lid 3 zal worden teruggevorderd overeenkomstig de bepalingen in artikel 58 PW en de beleidsregels terugvordering PW, IOAW en IOAZ.

  • 5.

    Indien aan alle voorwaarden en verplichtingen is voldaan en belanghebbende minimaal 50% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm verdient gedurende zes aaneengesloten maanden zal – als incentive - na verrekening van de toegestane kosten en voor zover hij algemene bijstand ontvangt, van het te korten bedrag 10% worden vrijgelaten over deze 6 maanden. Dit bedrag wordt na binnen 4 weken na ontvangst van de noodzakelijke stukken en na administratieve verwerking uitbetaald of verrekend.

HOOFDSTUK 4. OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 14. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking de dag na bekendmaking.

Artikel 15. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels parttime ondernemen (PTO).

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van **

De secretaris, drs.H.C.de Visch Eybergen

De Burgemeester, R.J. van de Mortel