Organisatie | Stede Broec |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Jeugdhulp Stede Broec 2015 |
Citeertitel | Verordening Jeugdhulp gemeente Stede Broec 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Jeugdwet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-05-2015 | 01-01-2015 | 01-01-2016 | Ingetrokken | 14-10-2015 Gemeenteblad, nr. 44120 | onbekend |
De raad van de gemeente Stede Broec,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 oktober 2014;
Gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, vierde lid, en 12.4, tweede lid, van de Jeugdwet;
Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
Gelezen het advies van de Commissie Samenlevingszaken 14 oktober 2014;
gelet op de doelstellingen beschreven in het Regionaal Beleidskader ‘Zorg voor Jeugd’ 2014-2018 en de uitwerking daarvan in de notitie Lokale Transitie januari 2014;
overwegende dat het noodzakelijk is om regels vast te stellen voor de door het college te verlenen individuele voorzieningen en overige voorzieningen, de wijze van afstemming met andere voorzieningen, de wijze waarop een persoonsgebonden budget wordt vastgesteld, de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, en regels ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van jeugdhulp of de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit daarvan;
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
andere voorziening: voorziening anders dan in het kader van de Jeugdwet (op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen);
gesprek: het gesprek als bedoeld in artikel 5 van deze verordening;
hulpvraag: behoefte van een jeugdige of zijn ouders aan jeugdhulp in verband met opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen, als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van de wet;
individuele voorziening: de via een verleningsbeschikking toegankelijke op de jeugdige of zijn ouders toegesneden jeugdhulpvoorziening die door het college in natura of bij pgb wordt verstrekt;
jeugdige: in de zin van de Jeugdwet;
ondersteuningsplan: het hulpverleningsplan als bedoeld in artikel 1.1 van de wet;
ouder: in de zin van de Jeugdwet;
overige voorziening: overige voorziening als bedoeld in artikel 2.9, onder a, van de wet, zijn vrij toegankelijke voorzieningen waarvoor geen verleningsbeschikking van het college is vereist;
PGB: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 8.1.1 van de wet, zijnde een door het college verstrekt budget aan een jeugdige of zijn ouders, dat hen in staat stelt de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort van derden te betrekken;
gebiedsteam: georganiseerd multidisciplinair team dat de hulpvraag van jeugdigen of hun ouders afhandelt.
Artikel 2 Vormen van jeugdhulp
Specialistische hulp: Pleegzorg, Specialistische jeugdzorg, Persoonlijke begeleiding, verzorging en kort verblijf; Jeugdzorg Plus, Crisishulp en –opvang en Advies- en meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling, Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, Residentiële hulp (OTS voor 6-18 jaar), Ernstige enkelvoudige dyslexie, Drie milieus voorzieningen (voor 12-18 jarigen met ernstige gedragsproblematiek en IQ tussen 50 en 85), Specialistische Jeugd GGZ, Generalistische basis GGZ voor jeugdigen, Specialistische ambulante hulp, Landelijk georganiseerde jeugdhulp
Hoofdstuk 2 Procedure via gebiedsteam
Artikel 4 Toegang jeugdhulp via gemeente, melding hulpvraag
Het college zorgt voor inzet van de jeugdhulp die de rechter of de gecertificeerde instelling nodig acht bij de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel, die de rechter, het openbaar ministerie, de selectiefunctionaris, de inrichtingsarts of de directeur van de justitiële inrichting nodig achten bij de uitvoering van een strafrechtelijke beslissing, of die de gecertificeerde instelling nodig acht bij de uitvoering van de jeugdreclassering.
Jeugdige en ouder(s) die menen een beroep te kunnen doen op een overige voorziening kunnen zich rechtstreeks hiertoe wenden. Ook de huisarts, medisch specialist, jeugdarts of andere betrokken instanties kunnen rechtstreeks verwijzen naar een overige voorziening en stellen het college in kennis van hun verwijzing naar een door het college bij besluit te verlenen individuele voorziening.
Artikel 5 Vooronderzoek, registratie en gespreksvoorbereiding
Het college verzamelt in overleg met de jeugdige of zijn ouder (s) alle voor het gesprek over de hulpvraag noodzakelijke en toegankelijke gegevens over de jeugdige en zijn situatie. Hiertoe behoort in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1. van de Wet op de identificatieplicht.
Indien de gespreksvoorbereiding een afgerond beeld oplevert over de hulpvraag, kan het college in overleg met de jeugdige of zijn ouder(s) afzien van een gesprek en volstaan met een onderzoeksverslag dat voor akkoord aan de jeugdige of zijn ouder (s) wordt voorgelegd en overeenkomstig artikel 7, vierde lid, wordt behandeld. Bij een niet voor akkoord getekend onderzoeksverslag is artikel 7, vijfde lid, van toepassing.
Het college onderzoekt in een gesprek met deskundigen en de jeugdige en/ of zijn ouders zo spoedig mogelijk en voor zover nodig:
de wijze waarop de individuele voorziening wordt afgestemd met andere voorzieningen op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning, of werk en inkomen, en de mogelijkheden om te kiezen voor de verstrekking van een persoonsgebonden budget, waarbij de jeugdige of zijn ouder (s) conform artikel 8.1.6 van de wet in voor hen begrijpelijke bewoordingen worden ingelicht over de gevolgen van die keuze.
Hoofdstuk 3 Afweging en voorwaarden individuele voorziening
Artikel 11 Toekenning individuele voorzieningen
Hoofdstuk 4 Overige bepalingen
Artikel 12 Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering
Onverminderd artikel 8.1.2 van de wet doen een jeugdige of zijn ouder (s) op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een individuele voorziening.
Indien het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college geheel of gedeeltelijk de geldwaarde vorderen van de ten onrechte genoten individuele voorziening of het ten onrechte genoten PGB.
Artikel 13 Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering
Het college stelt een regeling vast voor de afhandeling van klachten van jeugdigen en ouders die betrekking hebben op de wijze van afhandeling van hulpvragen en aanvragen als bedoeld in deze verordening.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de jeugdige of zijn ouder (s) afwijken van de bepalingen van deze verordening, als toepassing van deze verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.