Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oldenzaal

Verordening op de behandeling van klachten over gedragingen van ambtenaren en bestuurders gemeente Oldenzaal 2002

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOldenzaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de behandeling van klachten over gedragingen van ambtenaren en bestuurders gemeente Oldenzaal 2002
CiteertitelVerordening op de behandeling van klachten over gedragingen van ambtenaren en bestuurders gemeente Oldenzaal 2002
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de geldende gedragslijn klachtbehandeling.

Deze regeling is tevens vastgesteld door het college, op 28 mei 2002.

Deze regeling is tevens vastgesteld door de burgemeester, op 25 mei 2002.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 108
  2. Gemeentewet, art. 147
  3. Algemene wet bestuursrecht, hoofdstuk 9

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-08-200207-02-2020nieuwe regeling

26-06-2002

Nieuwsblad Oldenzaal, 02-07-2002

29

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de behandeling van klachten over gedragingen van ambtenaren en bestuurders gemeente Oldenzaal 2002

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Oldenzaal, elk voorzover het hun bevoegdheden betreft;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 mei 2002, nr. 19/6;

 

gelet op het bepaalde in de artikelen 108 en 147 Gemeentewet en hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen  de Verordening op de behandeling van klachten over gedragingen van ambtenaren en bestuurders gemeente Oldenzaal 2002

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    bestuursorgaan: de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester;

  • c.

    klacht: een uiting van ongenoegen over de wijze waarop een bestuursorgaan of een per soon in dienst of handelend in naam van de gemeente zich in een bepaalde gelegenheid jegens een natuurlijk persoon of rechtspersoon heeft gedragen.

  • d.

    klager: de natuurlijke of rechtspersoon die een klacht indient;

  • e.

    beklaagde: het bestuursorgaan of de persoon waarover wordt geklaagd;

  • f.

    klachtencoördinator: de ambtenaar die door het college is belast met de coördinatie en de bewaking van de procedure voor de behandeling van klachten en zijn plaatsvervanger;

  • g.

    klachtbehandelaar: degene die met de behandeling van de klacht is belast.

Artikel 2 Indiening klacht

  • 1.

    Een klacht wordt schriftelijk ingediend bij burgemeester en wethouders en wordt terstond in handen gesteld van de klachtencoördinator.

  • 2.

    Voor het indienen van een klacht wordt gebruik gemaakt van een door burgemeester en wethouders vastgesteld klachtenformulier.

  • 3.

    Een klager kan door de klachtencoördinator worden bijgestaan in het op schrift stellen van een mondeling ingediende klacht. De klachtencoördinator legt in dat geval de klacht ter tekening voor aan de klager ter bevestiging van de juiste verwoording van de klacht.

  • 4.

    Indien een klacht niet voldoet aan de in artikel 9:4 van de wet gestelde eisen kan een klacht buiten behandeling blijven mits de klager de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een hem daartoe door de klachtencoördinator te stellen termijn van veertien dagen.

Artikel 3 Ontvangstbevestiging en registratie

  • 1.

    De klachtencoördinator bevestigt schriftelijk de ontvangst van de klacht aan de klager;

  • 2.

    In de ontvangstbevestiging wordt meegedeeld wie de klachtbehandelaar is en binnen welke termijn de klacht wordt behandeld;

  • 3.

    De klachtencoördinator wijst klager erop dat de klacht vertrouwelijk wordt behandeld;

  • 4.

    De klachtencoördinator draagt zorg voor de registratie van de klacht.

Artikel 4 Tegemoetkoming aan klacht

Zodra het bestuursorgaan naar tevredenheid van de klager aan diens klacht is tegemoet gekomen, vervalt de verplichting tot verdere toepassing van de procedure. De klachtencoördinator bevestigt de beëindiging van de procedure schriftelijk aan de klager en de beklaagde.

Artikel 5 Klachtbehandelaar

  • 1.

    De klachtencoördinator zendt een klacht direct door aan de klachtbehandelaar.

  • 2.

    De klachtbehandelaar is:

    • a.

      het diensthoofd indien het een gedraging van een afdelingshoofd en van een me dewerker van zijn dienst betreft;

    • b.

      de gemeentesecretaris indien het een gedraging van een diensthoofd of een amb tenaar van de concernstaf betreft;

    • c.

      de griffier voorzover het een medewerker van de griffie betreft;

    • d.

      de commandant van de brandweer indien het een gedraging van een lid van de (vrijwillige) brandweer betreft;

    • e.

      de burgemeester indien het een gedraging van de gemeentesecretaris, de griffier van de raad of van de brandweercommandant betreft;

    • f.

      de burgemeester indien het een gedraging van (een lid van) een bestuursorgaan betreft;

    • g.

      de loco-burgemeester indien het een gedraging van de burgemeester betreft;

    • h.

      het hoofd Samenlevingszaken indien het een gedraging van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand betreft;

  • 3.
    • a.

      De klachtbehandelaar is verantwoordelijk voor een zorgvuldige afhandeling van een klacht die bij hem in behandeling is gegeven.

    • b.

      De klachtencoördinator stelt de beklaagde zo spoedig morgelijk schriftelijk in kennis van de klacht.

Artikel 6 Geen verplichte behandeling

  • 1.

    Behandeling van de klacht is niet verplicht indien de klacht betrekking heeft op een ge draging:

    • a.

      waarover reeds eerder een klacht is ingediend die met inachtneming van deze rege ling is behandeld en er nadien geen nieuwe feiten of omstandigheden bekend zijn geworden;

    • b.

      die langer dan een jaar voor indiening van de klacht heeft plaatsgevonden;

    • c.

      waartegen door de klager bezwaar gemaakt had kunnen worden;

    • d.

      waartegen door de klager beroep kan of kon worden ingesteld;

    • e.

      die door het instellen van een procedure aan het oordeel van een andere rechterlij ke instantie dan een administratieve rechter onderworpen is geweest of,

    • f.

      zolang ter zake een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is, dan wel indien de gedraging deel uitmaakt van de opsporing of vervolging van een strafbaar feit en ter zake van dat feit een opsporingsonder zoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is.

  • 2.

    Behandeling van de klacht is niet verplicht indien het belang van de klager dan wel het gewicht van de gedraging kennelijk onvoldoende is.

  • 3.

    Van het niet in behandeling nemen van de klacht stelt de klachtencoördinator de klager zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van het klaagschrift schriftelijk in kennis.

  • 4.

    Indien er voor een klacht een (wettelijke) bezwaar- of beroepsprocedure bestaat, draagt de klachtencoördinator zorg voor doorzending naar de bevoegde instantie.

Artikel 7 Onderzoek en horen

  • 1.

    De klachtbehandelaar stelt de klager en de beklaagde in de gelegenheid om te worden gehoord (zo mogelijk in elkaars bijzijn) en stelt hen tevens in de gelegenheid op elkaars standpunt te reageren.

  • 2.

    Indien partijen afzonderlijk worden gehoord, wordt ieder van hen door middel van toezending van het verslag op de hoogte gesteld van het verhandelde tijdens het horen buiten zijn aanwezigheid en wordt ieder van hen in de gelegenheid gesteld daarop te reageren.

  • 3.

    Van het horen kan worden afgezien indien de klacht kennelijk ongegrond is dan wel indien de klager heeft verklaard daaraan geen behoefte te hebben.

  • 4.

    De klachtbehandelaar draagt zorg voor de verslaglegging.

  • 5.

    Zowel de klager als de beklaagde kunnen zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde. Een bestuursorgaan kan zich laten vertegenwoordigen door een lid van het orgaan.

  • 6.

    De klager en de beklaagde kunnen zich doen bijstaan door getuigen, raadslieden en deskundigen. De kosten zijn voor rekening van de partij die de bijstand heeft ingeroepen.

Artikel 8 Afdoening

  • 1.

    De klachtbehandelaar doet de klacht binnen zes weken na de datum van ontvangst van de klacht schriftelijk af.

  • 2.

    Hij stelt de klager, de beklaagde, het college van burgemeester en wethouders en de klachtencoördinator, schriftelijk en gemotiveerd in kennis van de bevindingen van het onderzoek, de beslissing op de klacht, alsmede van de eventuele conclusies die daaraan zijn verbonden:

  • 3.

    Hij deelt hierbij schriftelijk mee dat de klager, indien deze niet tevreden is over de uitkomst van de klachtbehandeling, zich kan wenden tot de Provinciale Ombudsman.

  • 4.

    De klachtbehandelaar verstrekt desgevraagd aan overigen een afschrift of uittreksel van de beslissing op de klacht, waarbij de anonimiteit van de in de beslissing genoemde personen is gewaarborgd.

  • 5.

    Indien de klacht niet binnen een termijn van zes weken kan worden afgedaan, kan de afdoening voor ten hoogste vier weken worden verdaagd. Van de vertraging wordt schriftelijk onder vermelding van de reden mededeling gedaan aan de klager en aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft.

Artikel 9 Jaarverslag

  • 1.

    De burgemeester stelt jaarlijks een rapportage op over de ingediende klachten. De klachtencoördinator wordt belast met de voorbereiding van deze rapportage.

  • 2.

    De rapportage geeft een overzicht van het aantal en de aard van de klachten, de wijze van afhandeling en de maatregelen die naar aanleiding van de behandeling zijn getroffen. Deze rapportage bevat privacygevoelige gegevens.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders stellen het jaarverslag vast en brengen dit ter kennis van de gemeenteraad, gehoord de Ondernemingsraad.

Artikel 10 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening op de behandeling van klachten over gedragingen van ambtenaren en bestuurders gemeente Oldenzaal 2002”.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking 6 weken na haar bekendmaking.

  • 3.

    Op het moment van het in werking treden van deze verordening vervalt de tot dan toe geldende gedragslijn klachtbehandeling.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Oldenzaal in zijn vergadering van 26 juni 2002,

de secretaris, de voorzitter,

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders in zijn vergadering van 28 mei 2002,

de secretaris, de burgemeester,

Aldus vastgesteld door de burgemeester van Oldenzaal op 25 mei 2002,

de burgemeester,

ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING behorende bij de Verordening op de behandeling van klachten over gedragingen van ambtenaren en bestuurders gemeente Oldenzaal 2002 (vastgesteld bij raadsbesluit van 26 juni 2002, nr. 29)

 

Artikel 1

Hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) regelt de behandeling van klachten in eerste instantie (intern klachtrecht). Deze verordening is een aanvulling op de Awb.

De verordening beperkt zich niet tot een ambtenaar in dienst van de gemeente maar is ook van toepassing op uitzendkrachten en zij die uitbestede taken uitvoeren (zoals afvalinzameling). Zij is niet van toepassing in geval aanbestede taken (bv. wegaanleg).

 

Artikel 2

Voor het indienen van een klacht wordt gebruik gemaakt van een door burgemeester en wethouders vastgesteld klachtenformulier. De klachtencoördinator draagt er zorg voor dat klager in de gelegenheid wordt gesteld om eventuele verzuimen te herstellen.

 

Artikel 3

De klachtencoördinator is bevoegd de ontvangst van het klaagschrift schriftelijk te bevestigen.

 

Artikel 4

Zodra tot tevredenheid van de klager aan diens klacht is tegemoetgekomen, vervalt de verplichting tot het verder toepassen van de verordening. De klachtencoördinator heeft de vrijheid om een klacht direct op te lossen zonder de klachtbehandelaar aan te schrijven. Dit is aan de klachtencoördinator zelf om te beoordelen. Indien hierdoor de klacht tot tevredenheid van de klager wordt opgelost, dient dit schriftelijk te worden bevestigd aan klager en beklaagde.

 

Artikel 5

De behandeling van een klacht mag niet door de persoon geschieden die bij de gedraging waarop de klacht betrekking heeft, betrokken is geweest. In dit artikel zijn daarom de klachtbehandelaars aangewezen. Het is niet meer dan behoorlijk dat de beklaagde een afschrift van het klaagschrift en van de daarbij meegezonden stukken ontvangt.

 

Artikel 6

De opsomming in lid 1 van dit artikel is letterlijk ontleend aan artikel 9.8 van de wet evenals lid 2 en 3. Desondanks is dit artikel integraal opgenomen in verband met volledigheid/vindbaarheid en het voorkomen van een switch tussen wet en verordening. Daardoor is het vereist de beslissing op de klacht mede te baseren op de wet. Lid 3 verplicht dat de klager van de reden van niet-behandeling schriftelijk in kennis wordt gesteld.

Lid 4 bevat de doorzendplicht van onjuist geadresseerde klachten. Het is mogelijk dat de bepalingen over klachtrecht verwarrend werken voor mensen die bezwaar willen maken tegen een besluit. Indien de klachtencoördinator oordeelt dat er voor de betreffende klacht een andere wettelijke voorziening openstaat, vindt doorzending plaats aan de bevoegde instantie.

 

Artikel 7

De klachtbehandelaar hoort beide partijen en draagt zorg voor de verslaglegging. De raad en het college kunnen zich overeenkomstig het vijfde lid bijvoorbeeld laten vertegenwoordigen door respectievelijk de nestor en het langstzittend collegelid.

 

Artikel 8

De procedure moet binnen 6 weken zijn afgerond. Lukt dit niet, dan kan de klachtencoördinator de afhandeling eenmaal met vier weken verdagen.

 

Artikel 9

De burgemeester maakt een jaarverslag. Dit vindt zijn oorsprong in de nieuwe Gemeentewet. De klachtencoördinator bereidt het verslag voor. In dit verslag worden in ieder geval opgenomen: de klachten, het verslag en het advies van de klachtbehandelaar en de beslissing van het bestuursorgaan over de klacht.