Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Oldenzaal

Verordening op de heffing en de invordering van begraafplaatsrechten 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Oldenzaal
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van begraafplaatsrechten 2011
CiteertitelVerordening begraafplaatsrechten 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

De Verordening begraafplaatsrechten 2010 wordt ingetrokken per 1 januari 2011.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201101-01-2012nieuwe regeling

13-12-2010

Nieuwsblad Oldenzaal, 28-12-2010

INT-10-00819

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van begraafplaatsrechten 2011

De raad van de gemeente Oldenzaal;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 november 2010, nr. 45/10 , reg.nr. INT-10-00819;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van begraafplaatsrechten 2011

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats : de begraafplaats aan de Hengelosestraat en de begraafplaats aan

    de Schipleidelaan;

  • b.

    particulier graf : een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken van personen van 12 jaar en ouder;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • c.

    algemeen graf : een graf bij de gemeente in beheer waarin de gelegenheid wordt geboden tot:

    • -

      het doen begraven van lijken van personen van 12 jaar en ouder;

  • d.

    eigen urnengraf : een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • e.

    algemeen urnengraf : een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • f.

    kindergraf : een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van lijken van doodgeborenen en personen jonger dan 12 jaar;

  • g.

    urnennis : een nis, waarvoor het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

  • h.

    asbus : een bus ter berging van as van een overledene;

  • i.

    urn : een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • j.

    verstrooiingsplaats : een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waarvoor het recht is verleend om as te doen verstrooien.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

  • 1. De rechten als bedoeld in 1.1, 1.2, 1.3, 1.4 en 1.5 van de bij deze verordening behorende tarieventabel worden niet geheven indien:

    • a.

      de aanvrager van het gebruik of de diensten aan de hand van een kwitantie, afgegeven door de kerkvoogdij der Nederlandse Hervormde Gemeente gedateerd vóór de datum van overdracht van de N.H. begraafplaats aan de gemeente, in casu 22 december 1972, kan aantonen koper te zijn van een grafruimte op de voormalige N.H.- begraafplaats of kan aantonen dat degene te wiens behoeve het gebruik of de diensten worden aangevraagd of verleend koper is van een grafruimte op de voormalige N.H. begraafplaats;

    • b.

      de aanvrager van het gebruik of de diensten aan de hand van een kwitantie afgegeven door of vanwege de R.K. kerkhofcommissie gedateerd vóór de datum van overdracht van de begraafplaats aan de gemeente, in casu 18 augustus 1975, kan aantonen huurder te zijn van een grafruimte op de voormalige R.K.- begraafplaats of kan aantonen dat degene te wiens behoeve het gebruik of de diensten worden aangevraagd of verleend huurder is van een grafruimte op de voormalige R.K.- begraafplaats;

    • c.

      blijkt dat de aanvrager van het gebruik of de diensten, dan wel degene te wiens behoeve het gebruik of de diensten worden aangevraagd of verleend voorkomt op de door verkoper van de voormalige R.K.- begraafplaats bij de overdracht overgelegde lijst van huurders van een grafruimte.

  • 2. De rechten als bedoeld in 4.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel worden niet geheven indien de opgraving plaats heeft op verzoek van de Oorlogsgravenstichting te 's-Gravenhage en het een lijk van een oorlogsslachtoffer betreft.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Ontheffing

Als door een rechthebbende afstand is gedaan van de rechten op een eigen graf, eigen urnenkelder, kindergraf of urnennis en indien van toepassing de wettelijke minimum grafrusttermijn is verstreken, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel voor zoveel tiende, respectievelijk twintigste, respectievelijk dertigste gedeelten van de geheven rechten als er na het tijdstip van het afstand doen, nog volle kalenderjaren overblijven.

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wege van aanslag.

Artikel 8 Termijn van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de begraafplaatsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de begraafplaatsrechten.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Verordening begraafplaatsrechten 2010 van 17 december 2009, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 25 mei 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de vierde dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als Verordening begraafplaatsrechten 2011.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 13 december 2010,

de griffier, de voorzitter,

Bijlage 1 Tarieventabel

Tarieventabel    
behorende bij de Verordening begraafplaatsrechten 2011
     
Hoofdstuk 1Verlenen van rechten  
1.1Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een eigen graf  
 (inclusief een grafkelder) wordt geheven:  
1.1.1voor een periode van 20 jaar € 1.587,60
1.1.2voor een periode van 30 jaar € 2.381,52
1.2Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een eigen urnengraf  
 wordt geheven:  
1.2.1voor een periode van 20 jaar € 793,80
1.2.2voor een periode van 30 jaar € 1.190,70
1.3Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een eigen kindergraf  
 wordt geheven:  
1.3.1voor een periode van 20 jaar € 270,42
1.3.2voor een periode van 30 jaar € 405,66
1.4Voor het verlenen van het recht op een kleine urnennis op de  
 begraafplaats Schipleidelaan wordt geheven, voor een periode van 10 jaar € 961,57
1.5Voor het verlenen van het recht op een grote urnennis op de  
 begraafplaats Schipleidelaan wordt geheven, voor een periode van 10 jaar € 1.442,36
1.6Voor het verlenen van het recht op een urnennis op de begraafplaats  
 Hengelosestraat wordt geheven, voor een periode van 10 jaar € 1.195,00
1.7Voor het verlengen van de uitsluitende rechten als bedoeld in 1.1 tot en met  
 1.3 met 10 jaar wordt een recht geheven dat gelijk is aan de helft van het  
 bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht voor  
 een periode van 20 jaar.  
1.8Voor het verlengen van de rechten als bedoeld in 1.4 tot en met 1.6 met 5 jaar  
 wordt een recht geheven dat gelijk is aan een kwart van het bedrag dat wordt  
 geheven voor het verlenen van het recht voor een periode van 10 jaar.  
1.9Voor het verlengen van de uitsluitende rechten als bedoeld in 1.1 tot en met  
 1.3 wordt, indien bij de begraving of bijzetting met inachtneming van de  
 wettelijke minimum grafrusttermijn de termijn van uitgifte wordt overschreden,  
 voor ieder jaar waarmee de wettelijke minimum grafrusttermijn de uitgifte  
 overschrijdt, een recht geheven gelijk aan 5% van het bedrag dat wordt  
 geheven voor het verlenen van die rechten voor een periode van 20 jaar.  
1.10Voor het verlengen van de rechten als bedoeld in 1.4 tot en met 1.6 wordt,  
 indien bij bijzetting met inachtneming van de wettelijke minimum  
 grafrusttermijn de termijn van uitgifte wordt overschreden, voor ieder jaar  
 waarmee de wettelijke minimum grafrusttermijn de uitgiftetermijn  
 overschrijdt, een recht geheven gelijk aan 2,5% van het bedrag dat wordt  
 geheven voor het verlenen van die rechten voor een periode van 10 jaar.  
     
Hoofdstuk 2Begraven  
2.1Voor het begraven van een lijk van een persoon van twaalf jaar  
 of ouder wordt geheven € 793,80
2.2Voor het begraven van een lijk van een kind beneden één jaar  
 wordt geheven € 198,45
2.3Voor het begraven van een lijk van een kind beneden twaalf jaar  
 wordt geheven € 396,89
2.4Voor het begraven op maandag tot en met vrijdag op buitengewone  
 uren, wordt het recht bedoeld in 2.1, 2.2 en 2.3 verhoogd met € 323,02
2.5Voor het begraven op zaterdag van 10.00 uur tot 13.00 uur wordt  
 het recht bedoeld in 2.1, 2.2 en 2.3 verhoogd met € 498,30
2.6Voor het begraven op zaterdag voor 10.00 uur, op zaterdag na 13.00 uur,  
 op zondag en op dagen, die bij of krachtens de Algemene termijnenwet als  
 algemeen erkende feestdagen zijn of worden aangemerkt of daarmee  
 gelijkgesteld zijn, wordt het recht bedoeld in 2.1, 2.2 en 2.3 verhoogd met € 585,11
2.7Onder buitengewone uren als bedoeld in 2.4 wordt verstaan:  
 maandag tot en met vrijdag tot 08.00 uur, maandag tot en met  
 vrijdag in februari tot en met november na 16.00 uur en maandag  
 tot en met vrijdag in januari en december na 15.30 uur.  
     
Hoofdstuk 3Bijzetten van asbussen en urnen  
3.1Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven € 91,82
3.2Voor het bijzetten van een asbus of urn op zaterdag van  
 10:00 uur tot 13:00 uur wordt het recht bedoeld in 3.1 verhoogd met € 249,15
     
Hoofdstuk 4Opgraven, ruimen en verstrooien  
4.1Voor het opgraven van een lijk in de wettelijke minimum  
 grafrusttermijn wordt geheven € 1.214,37
4.2Voor het opgraven van een lijk na de wettelijke minimum  
 grafrusttermijn wordt geheven € 257,91
4.3Voor het na opgraven weer begraven in hetzelfde graf wordt geheven € 77,63
4.4Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven € 153,47
4.5Voor het opgraven of verwijderen van een asbus uit een eigen graf, eigen  
 urnengraf of algemeen urnengraf wordt geheven € 128,54
4.6Voor het weer terugplaatsen van de asbus wordt geheven € 38,40
4.7Voor het ruimen van een graf op verzoek van de  
 belanghebbende wordt geheven € 320,54
4.8Voor het verstrooien van as in een eigen graf, in een eigen urnengraf,  
 in een algemeen urnengraf of op het voor het verstrooien van as  
 bestemde gedeelte van de begraafplaats wordt per asbus geheven € 153,47
4.9Voor het verstrooien van as op zaterdag van 10:00 uur tot  
 13:00 uur wordt het recht als bedoeld in 5.7 verhoogd met € 77,63
     
Hoofdstuk 5Overige  
5.1Voor de aanleg van een grafkelder wordt geheven € 2.327,22
5.2Voor het verstrekken van een afdekplaat voor een urnennis op de  
 begraafplaats Hengelosestraat wordt geheven € 95,00
     

Behoort bij besluit van de raad der gemeente Oldenzaal van 13 december 2010, nr. 80

Mij bekend,

De griffier,