Organisatie | Utrechtse Heuvelrug |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels spandoeken |
Citeertitel | Nadere regels spandoeken |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene Plaatselijke Verordening 2016
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-02-2016 | 12-11-2020 | nieuwe regeling | 04-02-2016 Gemeenteblad 5-2-2016 | Onbekend |
Nadere regels betreffende artikel 2:10, lid 2 APV.
Onderwerp: Objecten voor tijdelijke niet-commerciële reclame
Het college van burgemeester en wethouders stelt op grond van artikel 2:10, lid 2, Algemene Plaatselijke Verordening Utrechtse Heuvelrug (APV) de volgende nadere regels vast:
Deze regels treden in werking op de eerste dag na die van bekendmaking.
Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrechtse Heuvelrug op 19 februari 2013.
De gemeentesecretaris, De burgemeester,
Drs. T.P. van der Steen G.F. Naafs
Wettelijk kader: Geen vergunningsplicht, wel verbodsbepaling met nadere regels ter voorkoming van gevaarlijke en ongewenste situaties.
Voor de inwerkingtreding van de Algemene Plaatselijke Verordening Utrechtse Heuvelrug (APV) bestond een vergunningsplicht voor het plaatsen van objecten voor tijdelijke handels- en niet-commerciële reclame. Per aanvraag werd beoordeeld of de situatie toegestaan kon worden. Hierbij werd gekeken naar aspecten van openbare orde en veiligheid en zo nodig werden vergunningsvoorschriften gegeven waaraan men zich moest houden. Nu is de hoofdregel dat afwijkend gebruik van de weg door het plaatsen van deze objecten verboden is indien dit gevaarlijk is en/of in strijd met de redelijk eisen van welstand. Deze hoofdregel vindt u in artikel 2:10 APV.
Voor het ophangen van spandoeken hoeft geen vergunning meer te worden aangevraagd bij de gemeente. Het college van burgemeester en wethouders mag nadere regels stellen voor objecten op of aan de weg. Om inzicht te geven in de situaties waarin het plaatsen van spandoeken in het algemeen als niet gevaarlijk wordt aangemerkt en ook niet in strijd met de redelijke eisen van welstand, zijn deze nadere regels vastgesteld. Voor spandoeken geldt dat deze uitsluitend voor niet-commerciële doeleinden zijn toegestaan.
Houdt men zich niet aan de nadere regels dan is sprake van een overtreding van het verbod van artikel 2:10 APV. De nadere regels worden aangepast indien blijkt dat aanvullingen of wijzigingen nodig zijn in het belang van de openbare orde en veiligheid of in het belang van het uiterlijk aanzien van de buitenruimte.
Spandoeken mogen niet gerafeld en/of verschoten zijn. Aan kleur en materiaalkeuze worden geen eisen gesteld, behalve dat het weersbestendig dient te zijn.
Voor spandoeken zijn niet vooraf plaatsen aangewezen. Er mogen geen spandoeken op het voor het rijverkeer bestemde gedeelte van de weg worden geplaatst.
Handhaving vindt plaats door de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen personen. Indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden, worden de spandoeken door de gemeente verwijderd, op kosten van degene onder wiens verantwoordelijkheid de spandoeken zijn geplaatst.