Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zoetermeer

Verordening Percentageregeling beeldende kunst in de openbare ruimte

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZoetermeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Percentageregeling beeldende kunst in de openbare ruimte
CiteertitelVerordening Percentageregeling beeldende kunst in de openbare ruimte
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpsociale zaken, welzijn en onderwijs

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Percentageregeling Beeldende Kunstopdrachten, vastgesteld 16 september 1980.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-09-200928-11-2014Onbekend

11-05-2009

Postiljon 20-08-2009

090097
03-09-2009Onbekend

11-05-2009

Postiljon 20-08-2009

090097

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Percentageregeling beeldende kunst in de openbare ruimte

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

gemeenteraad: gemeenteraad van Zoetermeer;

college: college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer;

adviescommissie: Gemeentelijke Adviescommissie Beeldende Kunst en Vormgeving;

bouwproject een bouwwerk in de ruimste zin van het woord (gebouw, wijk, infrastructuur, weg- en waterbouwprojecten, herinrichting van (delen van) de openbare ruimte etc);

beeldende kunst in de openbare ruimte: artistieke uiting(en) op het gebied van beeldende kunst en vormgeving door professionele beeldende kunstenaars en vormgevers in de openbare ruimte.

Artikel 2 Toepassing

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op ieder binnen de begripsomschrijving passend bouwproject, dat door de gemeente voor 50% of meer wordt bekostigd.

  • 2.

    Medebekostigers van het bouwproject wordt gevraagd een deel bij te dragen in de realisatie van beeldende kunst in de openbare ruimte in het kader van de regeling.

  • 3.

    Bij andere bouwprojecten wijst het college op de verordening en stelt zij de betrokkenen voor om op vrijwillige basis over te gaan tot toepassing hiervan.

Artikel 3 Berekeningsgrondslag
    • 1.

      De berekeningsgrondslag voor de gelden die ten behoeve van de toepassing van beeldende kunst in de openbare ruimte bij bouwprojecten worden gevormd is als volgt:

    • ·

      Bij gebiedsontwikkeling 1%, berekend over het budget voor grondexploitatie

      (kosten voor het bouw- en woonrijp maken), exclusief BTW.

    • ·

      Bij herinrichting van het openbaar gebied 1%, berekend over de kosten van investeringen in de infrastructurele sfeer, zoals de aanleg van wegen, bruggen, viaducten, parkeergarages, tunnels, groenvoorzieningen, waterbouwkundige werken en verkeersinstallaties, exclusief BTW.

    • ·

      Bij nieuwbouw, renovatie, verbouw en/of modernisering van openbare gebouwen

      1%, berekend over de bouwkosten, exclusief BTW, uitgezonderd de kosten van installaties en inrichting.

      Interne verbouwingen van onderwijsaccommodaties, niet zijnde renovaties, zijn hiervan uitgezonderd.

    • 2.

      Bij renovatie, verbouw en/of modernisering van openbare gebouwen en bij herinrichting van openbaar gebied geldt een ondergrens van € 225.000. Deze ondergrens wordt volgens de begrotingrichtlijnen van de gemeente Zoetermeer jaarlijks geïndexeerd.

    • 3.

      Door de gemeente niet te beïnvloeden budgetonderdelen (zoals subsidiebudgetten van hogere overheden) vallen buiten de berekeningsgrondslag.

    • 4.

      De volgens artikel 3.1 vastgestelde bedragen worden opgenomen in de kredietvotatie van het betreffende bouwproject en in een door de gemeente aangehouden reserve gestort.

Artikel 4 Reserve Beeldende kunst in de openbare ruimte
    • 1.

      De gelden uit de reserve Beeldende kunst in de openbare ruimte worden besteed aan de realisatie van beeldende kunst in de openbare ruimte. Richtlijn hierbij is dat 70 % van het gegenereerde budget besteed word aan de realisatie van beeldende kunst in de openbare ruimte.

    • 2.

      De reserve Beeldende kunst in de openbare ruimte wordt gevoed met de inleg van de gemeente en van derden in het kader van deze regeling.

    • 3.

      Het college is beheerder van de reserve Beeldende kunst in de openbare ruimte.

Artikel 5 Reserve Onderhoud beeldende kunst in de openbare ruimte
    • 1.

      De gelden uit de reserve Onderhoud Beeldende kunst in de openbare ruimte worden besteed aan onderhoud van beeldende kunst in de openbare ruimte.

    • 2.

      De reserve Onderhoud beeldende kunst in de openbare ruimte wordt gevoed met de inleg van de gemeente in de vorm van het reguliere onderhoudsbudget voor de beeldende kunst in de openbare ruimte, alsmede uit budget dat uit de reserve Beeldende kunst in de openbare ruimte wordt onttrokken voor onderhoud.

    • 3.

      Het college is beheerder van de reserve Onderhoud beeldende kunst in de openbare ruimte.

Artikel 6 Kosten
  • Uit de gelden die door toepassing van de percentageregeling ontstaan, worden de volgende kosten betaald:

    • ·

      voorbereidende kosten die verbonden zijn aan de inzending van ontwerpen en de beoordeling daarvan;

    • ·

      het honorarium van de kunstenaar en de kosten van het vervaardigen van de kunsttoepassing;

    • ·

      bouwkundige kosten voor fundering en bevestiging, alsmede transportkosten;

    • ·

      kosten voor het verkrijgen van vergunningen en keurmerken;

    • ·

      onderhoudskosten;

    • ·

      kosten voor P.R.;

    • ·

      kosten verbonden aan tijdelijke uitbreiding van begeleiding;

    • ·

      alle niet genoemde kosten die op basis van een directe relatie kunnen worden toegerekend aan de realisering van de betreffende beeldende kunsttoepassing.

    De kosten die zijn verbonden aan diensten en werkzaamheden van interne afdelingen van de gemeente, noodzakelijk voor de voorbereiding voor de uitvoering c.q. realisatie van de kunstwerken, worden niet ten laste gebracht van de budgetten die gevormd worden door de toepassing van deze verordening.

Artikel 7 Realisatie
    • 1.

      Het college verleent opdracht voor realisatie van een beeldende kunsttoepassing, nadat daartoe door de gemeenteraad en ten laste van de reserve het benodigde krediet beschikbaar is gesteld.

    • 2.

      De kunsttoepassing krijgt een plaats in of heeft plaats in de openbare ruimte en is naar gelang de vorm van het project tijdelijk, semi- permanent of permanent van aard. De toepassing kan resulteren in:

    • ·

      de neerslag van een onderzoeksopdracht aan een professionele beeldende kunstenaar; gerelateerd aan of in plaats van een kunsttoepassing;

    • ·

      een autonoom of geïntegreerd beeldend kunstwerk;

    • ·

      toegepaste kunst of vormgeving;

    • ·

      een (reeks) kunstgebeurtenis(sen) gerelateerd aan of in plaats van een kunsttoepassing.

    • 3.

      De gelden voor beeldende kunst in de openbare ruimte kunnen worden ingezet op de locatie vanuit welke het budget is gegenereerd of kunnen, indien wenselijk en mogelijk, geclusterd per buurt of wijk worden ingezet.

Artikel 8 Participatie
    • 1.

      Bij de realisatie van beeldende kunst in de openbare ruimte wordt de Participatie- en inspraakverordening in acht genomen.

    • 2.

      Per project wordt bezien welke mate van publieksparticipatie gewenst en mogelijk is, waarbij de keuze voor de vorm en mate van participatie is onder meer afhankelijk van de locatie, de reikwijdte en vorm van de opdracht en van de aanwezigheid en organisatiegraad van gebruikers, omwonenden en andere belanghebbenden.

Artikel 9 Advisering
  • Voor de uitvoering van deze verordening laat het college zich adviseren door de adviescommissie.

Artikel 10 Verantwoording
    • 1.

      Het college stelt jaarlijks een jaarplan op. Hierin is aandacht voor de realisatie, het onderhoud en de communicatie en participatie bij beeldende kunst.

    • 2.

      Aan het eind van het begrotingsjaar zal het college de gemeenteraad informeren middels een jaarplan over het afgelopen en komende begrotingsjaar.

    • 3.

      Het jaarplan met daarin een evaluatie zal worden opgesteld door het college met inbreng van de adviescommissie.

Artikel 11 Onvoorzien
  • In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college, gehoord hebbende de adviescommissie.

Artikel 12 Inwerkingtreding en overgangsbepalingen
    • 1.

      Deze verordening treedt in werking twee weken na de bekendmaking hiervan, tenzij over de verordening een referendum wordt begonnen. In dat geval wordt over de inwerkingtreding een nieuw besluit genomen.

    • 2.

      Met ingang van het in het eerste lid genoemde tijdstip komt de Percentageregeling Beeldende Kunstopdrachten (vastgesteld 16 september 1980) te vervallen.

Artikel 13 Citeertitel
  • Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Percentageregeling beeldende kunst in de openbare ruimte’.

     

    Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van 11 mei 2009.