Organisatie | Zoetermeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Zoetermeer 1997 |
Citeertitel | Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Zoetermeer 1997 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | sociale zaken, welzijn en onderwijs |
Deze regeling vervangt de verordening procedure overleg huisvesting onderwijs gemeente Zoetermeer 1996.
1.Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-12-1997 | nieuwe regeling | 15-12-1997 Streekblad 19-12-1997 | 970704 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
A Schoolbestuur: Het bevoegd gezag van een volgens de wet op het basisonderwijs, de Interim-wet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde openbare of bijzondere school voor basisonderwijs, voor speciaal onderwijs/voor voortgezet speciaal onderwijs/voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs/voor voorbereidend
Wetenschappelijk algemeen voortgezet onderwijs/voor voorbereidend onderwijs/voor beroepsonderwijs, die gelegen is op het grondgebied van de gemeente;
B Advies: Het advies van de onderwijsraad als bedoeld in de wet op het basisonderwijs, de Interim-wet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de wet op het voortgezet onderwijs;
C Burgemeester en wethouders: Het college van burgemeester en wethouders.
D Overlegorgaan: Het lokaal educatief overleg (LEO) tussen het gemeentebestuur en de schoolbesturen over het onderwerpen als bedoeld in de wetgeving tot wijziging van onder meer de wet op het basisonderwijs, de
Interim-wet op het speciaal onderwijs en het voortgezet
speciaal onderwijs en de wet op het voortgezet onderwijs inzake het gemeentelijk
onderwijsachterstandenbeleid,het huisvestingsbeleid, het onderwijs in allochtone levende talen en de schoolbegeleiding en over overige onderwerpen
aangaande het lokaal onderwijsbeleid.
E Deeloverleg: Het overleg tussen het gemeentebestuur en de
vertegenwoordigers in het overlegorgaan van de
schoolbesturen werkzaam in het primair onderwijs
Paragraaf 2.1 overlegorgaan lokaal onderwijsbeleid
Artikel 2 Functie overlegorgaan
Burgemeester en wethouders kunnen de vertegenwoordigers van de schoolbesturen voor het primair onderwijs of voor het voortgezet onderwijs in afzonderlijk overleg (deeloverleg) bijeenroepen indien naar hun oordeel van het bestuurlijk overleg het onderwerp van overleg uitsluitend de belangen van het primair onderwijs dan wel van het voortgezet onderwijs raakt.
Artikel 3 Samenstelling overlegorgaan
Een schoolbestuur kan zich laten vertegenwoordigen in het overlegorgaan. Een schoolbestuur wijst daartoe maximaal twee vertegenwoordigers aan, die namens dit schoolbestuur het overleg voeren. Van deze twee vertegenwoordigers is er een vaste vertegenwoordiger en een vertegenwoordiger die per overleg kan wisselen,
De portefeuillehouder onderwijs kan zich in bijzondere gevallen laten vervangen door een andere bestuurlijke vertegenwoordiger, die daartoe door de portefeuillehouders is aangewezen. De vaste vertegenwoordiger van een schoolbestuur kan zich laten vertegenwoordigen door een plaatsvervangend vertegenwoordiger.
Paragraaf 2.2 Voorbereiding overleg
De schoolbesturen die niet deelnemen aan het overleg, kunnen voor de datum van dit overleg hun zienswijzen schriftelijk kenbaar maken aan burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders stellen de deelnemers aan dit overleg hiervan in kennis door deze schriftelijke zienswijzen in afschrift aan de deelnemers van het overleg te doen komen.
Artikel 7 Voorbereidend overleg
Burgemeester en wethouders kunnen, na overleg met de schoolbesturen, een of meerdere adviesgroepen of werkgroepen instellen waarin vertegenwoordigers van de schoolbesturen en ambtelijke vertegenwoordigers het bestuurlijke overleg in het overlegorgaan of het deeloverleg voorbereiden. Dit voorbereidend overleg wordt afgerond met een inventarisatie van de onderwerpen waarover al dan niet overeenstemming is bereikt. Per onderwerp wordt aangegeven of het gaat om een onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweede lid onder a.
Paragraaf 2.3 Uitvoering overleg
Artikel 9 Advies Onderwijsraad
Indien een of meer schoolbesturen of burgemeester en wethouders een advies wensen over een onderwerp waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is, maken ze dit uiterlijk kenbaar in het overleg waarin het onderwerp finale zin aan de orde is. Dit gebeurt aan de hand van een schriftelijk gemotiveerde omschrijving van het onderwerp waarover het advies wordt verwacht. Hierbij wordt tevens het verband aangegeven tussen het onderwerp en de vrijheid van de richting en de vrijheid van inrichting van het onderwijs.
De wettelijke termijn voor het uitbrengen van het advies wordt opgeschort met ingang van de dag waarop de onderwijsraad burgemeester en wethouders uitnodigt het verzoek voor het uitbrengen van het advies aan te vullen met de gegevens die hij nodig heeft voor een goede vervulling van zijn taak, tot de dag waarop het verzoek is aangevuld.
Burgemeester en wethouders zenden zo spoedig mogelijk een afschrift van het uitgebrachte advies toe aan alle schoolbesturen. Indien het geheel of gedeeltelijk opvolgen van het advies zou leiden tot een of meer inhoudelijke bijstellingen va het voorstel over een onderwerp waarover advies is gevraagd, worden de schoolbesturen bij de toezending van het afschrift van het advies uitgenodigd voor nader overleg. In alle andere gevallen beoordelen burgemeester en wethouders of nader overleg over het advies wenselijk is. Zij geven dit aan bij de toezending van het afschrift van het advies.
Artikel 10 Verslaglegging; informeren raad
Het overlegorgaan of het deeloverleg stelt in zijn eerstvolgende vergadering het verslag vast. In overleg met het overlegorgaan of het deeloverleg kunnen in afwijking hiervan burgemeester en wethouders spoedheidshalve het concept van het verslag ter commentaar toezenden aan de schoolbesturen en derden, die hebben deelgenomen aan het overleg. Binnen 10 dagen na de dag waarop het conceptverslag is toegezonden, maken de schoolbesturen en derden die hebben deelgenomen aan het overleg, schriftelijk hun opmerking over het concept van het verslag kenbaar.
Burgemeester en wethouders brengen het verslag en in voorkomend geval de opmerkingen van de schoolbesturen over het conceptverslag, zoals bedoeld in lid 3, gelijktijdig met het voorstel over het onderwerp ter kennis van de raad. Voorzover burgemeester en wethouders afwijken van de tijdens het overleg naar voren gebrachte zienswijzen, wordt dit gemeld in het voorstel aan de raad. Daarbij geven zij de redenen aan van het niet of geheel overnemen van deze zienswijzen.
Indien uit het oordeel van de betrokken raadscommissie over het voorgenomen voorstel aan de raad over een onderwerp blijkt dat de meerderheid van de raadscommissie of een deel van de raadscommissie dat volgens burgemeester en wethouders geacht wordt een meerderheid in de raad te vertegenwoordigen, van oordeel is dat het voorstel inhoudelijk bijstelling behoeft, dan kan een heropening van het overleg plaatsvinden. Burgemeester en wethouders beslissen daarover. Zij heropenen het overleg in ieder geval indien de inhoudelijke bijstelling betrekking heeft op een onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a, waarover overeenstemming in het overlegorgaan of het deeloverleg was bereikt.
Indien burgemeester en wethouders het overleg heropenen, dan roepen zij het overlegorgaan of het deeloverleg zo spoedig mogelijk bijeen, doch uiterlijk voor het moment waarop de raad een definitief besluit neemt over het onderwerp. In dit overleg hebben de vertegenwoordigers de gelegenheid om hun zienswijze te geven op het oordeel van de raadscommissie. Burgemeester en wethouders informeren de raad over het resultaat van dit overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 10. De raad betrekt de in dit aanvullend verslag neergelegde zienswijzen bij zijn definitieve besluitvorming over het onderwerp.
Artikel 12 Beslissing burgemeester en wethouders in gevallen waarin de verordening niet voorziet.
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders, gehoord de vertegenwoordigers van de schoolbesturen in het overleg.
Burgemeester en wethouders en schoolbesturen evalueren tweejaarlijks het overleg lokaal onderwijsbeleid. Burgemeester en wethouders zenden deze evaluatie aan de gemeenteraad.