Organisatie | BAR-organisatie |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Klachtenregeling Ongewenste Omgangsvormen en Vertrouwenspersonen BAR-organisatie |
Citeertitel | Klachtenregeling Ongewenste Omgangsvormen en Vertrouwenspersonen BAR-organisatie |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | personeel en organisatie |
Geen.
Wet gemeenschappelijke regelingen, art. 30
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-07-2014 | 01-01-2014 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 24-12-2013 | Onbekend. |
Het Algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie
- gelet op artikel 30 Wet gemeenschappelijke regelingen jo. Gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie;
- gelet op overeenstemming met de medezeggenschap;
tot het vaststellen van de navolgende regeling en deze op te nemen in de arbeidsvoorwaardenregeling van de Gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie
KLACHTENREGELING ONGEWENSTE OMGANGSVORMEN EN VERTROUWENSPERSONEN BAR-ORGANISATIE
Het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie tolereert geen ongewenst gedrag van medewerkers of bestuursleden.
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
Seksuele intimidatie, pesten, agressie en geweld en direct en indirect onderscheid:
Seksuele intimidatie: enige vorm van verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag met een seksuele connotatie dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van een persoon wordt aangetast, in het bijzonder wanneer een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende situatie wordt gecreëerd.
Direct en indirect onderscheid: het behandelen van een werknemer op een andere wijze dan een ander in een vergelijkbare situatie wordt, is of zou worden behandeld, op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid, burgerlijke staat, leeftijd, handicap of chronische ziekte, respectievelijk dat een ogenschijnlijk neutrale bepaling, maatstaf of handelwijze personen van een bepaalde godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid, burgerlijke staat, leeftijd, handicap of chronische ziekte bijzonder treft.
Gemeenschappelijke regeling tussen de colleges van de gemeenten Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk.
Het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie.
Het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie.
De ambtenaar (m/v) in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR, alsmede de persoon die anders dan op basis van een aanstelling of arbeidsovereenkomst bij de Gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie werkzaam is. Gelijkgesteld zijn zij die aan de gemeenschappelijke regeling ter beschikking zijn gesteld door middel van een uitzendovereenkomst c.q. detacheringsovereenkomst of als stagiair werkzaam zijn.
Het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie, dan wel een orgaan, dan wel een functionaris van de gemeente die, al dan niet door middel van een mandaat, bevoegd is om een uitspraak in de zin van deze regeling te doen.
De medewerker (m/v) die in overeenstemming met deze regeling een klacht indient.
De medewerker (m/v) tegen wie in overeenstemming met deze regeling een klacht met betrekking tot ongewenst gedrag is ingediend.
Een in overeenstemming met deze regeling door een medewerker binnen het kader van de individuele werksituatie ondervonden ongewenst gedrag.
Een externe commissie door de werkgever ingesteld en samengesteld conform deze regeling, die eveneens volgens deze regeling een bij haar ingediende klacht beoordeelt op ontvankelijkheid, de klacht onderzoekt, behandelt en over de afdoening daarvan advies uitbrengt aan het bestuur over de gegrondheid van de klacht en adviseert over de te nemen maatregelen.
Een persoon die als zodanig is benoemd en is opgeleid in het kader van ondersteuning van klager bij klachten aangaande ongewenst gedrag.
Onder direct betrokkenen worden verstaan klager en aangeklaagde, de raadslieden van klager en aangeklaagde. Ingeval klager wordt bijgestaan door een vertrouwenspersoon wordt deze ook tot de direct betrokkenen gerekend.
Alle overige bij de behandeling van de klacht betrokkenen zoals getuigen en deskundigen.
Het recht om te weigeren antwoord te geven op vragen, die aan een vertrouwenspersoon worden gesteld, op voorwaarde dat het gaat om feiten en omstandigheden die zij in hun hoedanigheid van vertrouwenspersoon te weten zijn gekomen.
Iemand die partij is in een zaak, moet ervan op aan kunnen dat de leden van de klachtencommissie in die zaak onpartijdig zijn. Een lid van de klachtencommissie moet objectief kunnen oordelen. Als er redenen zijn om aan te nemen dat een lid van de klachtencommissie vooringenomen is, kan degene die daar nadeel van denkt te kunnen ondervinden dat lid van de klachtencommissie wraken. Zo nodig kan daarmee het lid van de klachtencommissie worden vervangen. Dit is mede ter voorkoming van belangenverstrengeling.
Het besluit van het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie op het door de klachtencommissie uitgebrachte advies.
Artikel 4 Taken en bevoegdheden vertrouwenspersoon
De taken en bevoegdheden van de vertrouwenspersonen () zijn:
De vertrouwenspersonen verrichten in principe geen handelingen ten behoeve van de klager dan met instemming van de klager.
De vertrouwenspersonen zijn gehouden aan geheimhouding van de hem/haar ter kennis gekomen feiten die de privacy van de klager/aangeklaagde, die is geconfronteerd met ongewenste omgangsvormen, kunnen schaden. Slechts met uitdrukkelijke toestemming van de betrokken medewerker (klager) kan hiervan worden afgeweken. Deze plicht tot geheimhouding vervalt niet nadat de vertrouwenspersonen niet meer als zodanig werkzaam zijn. De geheimhoudingsplicht geldt, voor zover wettelijke bepalingen niet anders bepalen.
Aan de vertrouwenspersonen komt het recht van verschoning toe. Het verschoningsrecht geldt, voor zover wettelijke bepalingen niet anders bepalen.
Lid 4. Faciliteiten vertrouwenspersoon
Iedere medewerker die in of naar aanleiding van de werksituatie met ongewenst gedrag is of wordt geconfronteerd, kan schriftelijk een klacht indienen bij de externe klachtencommissie of zich wenden tot een vertrouwenspersoon.
Artikel 6 Samenstelling, taken en bevoegdheden van de externe klachtencommissie
Lid 1. Samenstelling externe klachtencommissie
De klachtencommissie bestaat uit een jurist en een gedragskundige. De klachtencommissie wordt ondersteund door een externe secretaris. Voor de voorzitter en voor elk lid van de klachtencommissie wordt een plaatsvervangend voorzitter en een plaatsvervangend lid aangesteld. Ook de plaatsvervangende voorzitter en de plaatsvervangende leden zijn niet werkzaam bij de BAR-organisatie. De commissie bestaat zowel uit mannen als uit vrouwen.
Lid 2. Taken van de klachtencommissie
De taken van de klachtencommissie zijn: het beoordelen van de ontvankelijkheid van een klacht, het verrichten van een feitenonderzoek, het rapporteren over de bevindingen van de klachtencommissie naar aanleiding van een onderzochte klacht, het uitbrengen van een advies aan het bestuur en het uitbrengen van een jaarverslag over de werkzaamheden in het voorgaande kalenderjaar.
Lid 3. Bevoegdheden van de klachtencommissie
De bevoegdheden van de klachtencommissie zijn:
Het staat de klachtencommissie vrij een ieder te horen en alle benodigde informatie in te winnen voor zover zij dat nodig acht voor haar oordeelsvorming. De gevraagde informatie zal slechts gemotiveerd kunnen worden geweigerd als het verstrekken daarvan inbreuk zou maken op de privacy van een (andere) medewerker(s), tenzij de andere medewerker er geen bezwaar tegen heeft dat hij in de kwestie wordt betrokken.
De leden van de klachtencommissie mogen niet direct of indirect betrokken zijn bij het onderwerp waarover een klacht is ingediend. Klager en/of aangeklaagde kan in dit geval een lid van de klachtencommissie wraken. Een verzoek tot wraking dient deugdelijk te zijn gemotiveerd. Leden van de klachtencommissie kunnen zich verschonen.
Artikel 9 De behandeling van de klacht
Na ontvangst van de klacht, licht de externe secretaris het dagelijks bestuur van de BAR-organisatie in over het feit dat een klacht is ontvangen en wie de klager en aangeklaagde zijn. De secretaris verschaft geen informatie over de inhoud van de klacht aan het bestuur.
Indien de klacht ontvankelijk is verklaard wordt de aangeklaagde daarvan door de secretaris schriftelijk in kennis gesteld. Bij de schriftelijke uitnodiging van de aangeklaagde om voor de klachtencommissie te verschijnen wordt de klacht van de klager in kopie meegezonden.
Bij de behandeling van de klacht hoort de klachtencommissie de klager, de aangeklaagde en eventueel getuigen. Klager en aangeklaagde kunnen zich laten bijstaan door een persoon van hun keuze.
Ten aanzien van de hoorzittingen van de klachtencommissie geldt het onderstaande:
De klachtencommissie brengt binnen zes weken na ontvangst van de klacht schriftelijk advies uit aan het bestuur met afschriften aan de klager en de aangeklaagde. Indien de termijn van zes weken niet kan worden gehaald, wordt dit, met redenen omkleed, aan de klager en de aangeklaagde meegedeeld. De termijn kan met maximaal twee weken worden overschreden.
Het advies van de commissie omvat in ieder geval onderstaande punten:
Het dagelijks bestuur neemt binnen twee weken na ontvangst van het advies van de klachtencommissie een besluit.
Het dagelijks bestuur licht klager, aangeklaagde en de klachtencommissie in over het genomen besluit.
Indien het dagelijks bestuur in afwijking van het advies van de klachtencommissie beslist, geeft hij met argumenten aan waarom van het advies wordt afgeweken.
De leden van de klachtencommissie en hun plaatsvervangers, evenals de secretaris van de commissie en voorts alle (direct) betrokkenen, zijn verplicht tot geheimhouding van al wat hen ter kennis is gekomen.
Analoog aan de bescherming die leden van de OR genieten tegen benadeling, zullen (gewezen) vertrouwenspersonen en (gewezen) leden van de klachtencommissie niet in hun positie binnen de gemeente worden geschaad vanwege betrokkenheid bij een klachtenprocedure zoals neergelegd in deze regeling.
De dossiers met betrekking tot een klachtenprocedure worden vijf jaar na het daarin gegeven advies uit het archief van het secretariaat van de klachtencommissie verwijderd en vernietigd.