Organisatie | BAR-organisatie |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Privacyregeling BAR-organisatie |
Citeertitel | BAR Privacyregeling |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | personeel en organisatie |
Datum bekendmaking bij benadering.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2014 | 01-01-2014 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 24-12-2013 Onbekend. | Onbekend. |
Het Algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie
- gelet op artikel 30 Wet gemeenschappelijke regelingen jo. Gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie;
- gelet op de Wet bescherming persoonsgegevens;
- gelet op overeenstemming met de medezeggenschap;
tot het vaststellen van de navolgende regeling en deze op te nemen in de arbeidsvoorwaardenregeling van de Gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
Het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie.
De ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR.
Met vertrouwelijke gegevens, zoals genoemd in de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp), wordt vertrouwelijk omgegaan. Zowel medewerkers onderling als de inwoners en andere personen of instanties waarmee de BAR-organisatie contacten onderhoudt, moeten daar op kunnen vertrouwen. Een medewerker gaat daarom zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt.
Artikel 2 Vertrouwelijke informatie
Er gelden privacyregels op het moment dat de medewerker met vertrouwelijke informatie van klanten te maken krijgt of als de naam van de werkgever in het geding is.
De privacy dient in acht te worden genomen bij:
Artikel 3 Omgaan met vertrouwelijke informatie
Een medewerker houdt geen informatie achter, tenzij deze geheim of vertrouwelijk is en het niet geven van informatie mogelijk is op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.
Een medewerker maakt geen misbruik van tijdens de uitoefening van het ambt verkregen informatie ten gunste van zichzelf of van zijn of haar persoonlijke betrekkingen.
Artikel 4 Persoonsgegevens van eigen medewerkers
Persoonsdossiers en de gegevens in een personeelsinformatiesysteem kunnen worden ingezien door de medewerker zelf, als het gaat om de eigen gegevens.
De gegevens zoals bedoeld in lid 2 kunnen eveneens worden ingezien door:
In alle andere gevallen is inzage niet toegestaan, tenzij de medewerker hier zelf toestemming voor geeft.
Artikel 5 Beheer van vertrouwelijke personeelsinformatie
De beheerders van personeelsinformatiesystemen zijn zich er van bewust dat er ook vertrouwelijke informatie is opgenomen en dit ook als zodanig wordt behandeld.
Vertrouwelijke informatie wordt zodanig beheerd, dat onbevoegden er geen kennis van kunnen nemen.
Het personeelsinformatiesysteem is zodanig ingericht dat bij raadpleging de privacy van andere medewerkers niet wordt aangetast.
De personeelsinformatie mag slechts functioneel worden geraadpleegd en verwerkt.
Artikel 6 Verstrekking gegevens
Vertrouwelijke informatie wordt alleen verstrekt aan personen of instanties voor zover die gegevens de aanvrager zelf betreft of noodzakelijk zijn voor de taakuitoefening van deze instanties.
Het verspreiden van handmatige informatie dient zodanig plaats te vinden dat de gegevens tijdens het transport niet voor derden inzichtelijk zijn.
Voor digitale personeelsinformatie geldt dat verspreiding slechts mogelijk is als er expliciete afspraken zijn gemaakt met de ontvanger. Voorwaarde hierbij is dat de verspreiding plaatsvindt naar een persoonlijk (zakelijk) e-mailadres.
Artikel 7 Bewaring en verwijdering
Vertrouwelijke gegevens worden verwijderd indien de informatie niet meer noodzakelijk is voor het met de verwerking gediende doel. Hierbij wordt rekening gehouden met wettelijke bewaartermijnen.