Organisatie | Drechterland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit Jeugdhulp gemeente Drechterland 2015 |
Citeertitel | Besluit Jeugdhulp gemeente Drechterland 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Verordening jeugdhulp gemeente Drechterland 2015
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-07-2015 | 01-01-2015 | 01-01-2018 | nieuw | 16-12-2014 Gemeenteblad, nr 64619 | Onbekend |
Het college heeft op 16 december 2014 het Besluit jeugdhulp gemeente Drechterland 2015 vastgesteld. In dit besluit is de verfijning opgenomen van de Verordening Jeugdhulp, die door de gemeenteraad is vastgesteld. Met dit besluit is het mogelijk om jeugdhulp te indiceren en te leveren voor de nieuwe taken rondom de jeugdhulp die de gemeente vanuit het rijk opgedragen heeft gekregen. Hieronder leest u het complete besluit
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Drechterland;
gelet op artikel 2 eerste lid en artikel 10 van de Verordening jeugdhulp gemeente Drechterland 2015;
besluit vast te stellen het Besluit Jeugdhulp gemeente Drechterland 2015
Artikel 1 Overige voorzieningen van jeugdhulp
De volgende overige voorzieningen zijn onder andere beschikbaar (de lijst is niet limitatief):
Activiteiten ter versterking van de pedagogische civil society, zoals stimuleren en faciliteren van initiatieven vanuit de informele netwerken, steuncontacten tussen ouder en jongeren en contacten die een bijdrage leveren aan een gezonde en veilige opgroei- en opvoedomgeving, mogelijkheden voor ouders/opvoeders om elkaar te ontmoeten;
Artikel 3 PGB voor begeleiding en kortdurend verblijf
De hoogte van het PGB waarmee diensten worden ingekocht bij een persoon die niet als professionele zorgverlener wordt aangemerkt of een persoon uit het sociale netwerk van de cliënt bedraagt maximaal het op grond van de Wet langdurige zorg geldende PGB-tarief voor hulp van niet-professionele zorgverleners.
Voor de afhandeling van klachten van cliënten die betrekking hebben op de wijze van afhandeling van meldingen en aanvragen wordt aansluiting gezocht bij de in artikel 9:2 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde verordening.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 16 december 2014,
De burgemeester De gemeentesecretaris
R.J.H. van der Riet A. Idema
Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven, worden hieronder behandeld.
Veilig Thuis is het nieuwe meldpunt waar iedereen (zowel burgers als professionals) terecht kan voor het melden van zorgen om kinderen en/of hun ouders bij vermoedens van kindermishandeling of andere vormen van huiselijk geweld. Burgers kunnen hier ook terecht voor het inwinnen van advies. Veilig Thuis zal bij een vermoeden van relevante problematiek een vervolgonderzoek starten en contact opnemen met de betreffende hulpverlenende instanties in de gemeente om actie te ondernemen.
Artikel 2: Hoogte PGB algemeen
In artikel 8.1.1, vijfde lid, onderdeel a, van de wet is bepaald dat het college een PGB kan weigeren voor zover de kosten van het betrekken van de jeugdhulp van derden hoger zijn dan de kosten van de individuele voorziening, tenzij de jeugdige of zijn ouders de kosten die uitstijgen boven de kostprijs van deze voorziening in natura, zelf willen bekostigen. Zo wordt voorkomen dat inkoopvoordelen zouden wegvallen als te veel personen zelf ondersteuning willen inkopen met een PGB.
Een PGB is gemiddeld genomen ook goedkoper dan zorg in natura omdat er minder overheadkosten hoeven te worden meegerekend. De maximale hoogte van een PGB is in het besluit begrensd op de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate door het college ingekochte individuele voorziening in natura.
Doordat de budgethouder zelf regie krijgt over de ondersteuning die hij met het persoonsgebonden budget contracteert, krijgt hij de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de geleverde ondersteuning en kan hij zo nodig bijsturen.
In het tweede lid worden de kosten van tussenpersonen e/of belangenbehartigers uitgesloten van het PGB.
Artikel 3: PGB voor begeleiding en kortdurend verblijf
De gemeente kan in de verordening ook bepalen in welke situaties en onder welke voorwaarden de persoon aan wie de gemeente een PGB verstrekt, de mogelijkheid heeft om voor zijn maatschappelijke ondersteuning personen in te schakelen uit zijn sociale netwerk. Tot het sociale netwerk worden gerekend de personen uit de huiselijke kring en andere personen met wie iemand een sociale relatie onderhoudt. Met dat laatste worden personen bedoeld met wie hij regelmatig contacten onderhoudt, zoals mantelzorgers, buren, (mede)leden van een vereniging etc. Hiermee krijgt de gemeente de ruimte om te bepalen onder welke voorwaarden zij het mogelijk wil maken dat een PGB wordt ingezet om mensen uit het sociale netwerk van de betrokkene financieel voor hun diensten te belonen. In het eerste lid is opgenomen dat als diensten worden ingekocht bij iemand uit het sociaal netwerk of iemand die niet als professioneel kan worden aangemerkt, voor de hoogte van het PGB wordt aangesloten bij het tarief in de Wet langdurige zorg. Dit tarief is € 20 per uur.
Het PGB wordt afgestemd op de situatie van de cliënt. In het derde en vierde lid zijn daarover een tweetal bepalingen opgenomen. Het derde lid verwijst naar het PGB in voorgaande jaren. De Algemene wet bijzondere kosten heeft voor het vaststellen van het PGB voor individuele begeleiding, groepsbegeleiding zonder vervoer en groepsbegeleiding met vervoer één vast tarief per uur vastgesteld. Dit tarief verschilt van de tarieven waarmee de gemeente zorg in natura inkoopt. In het derde lid is daarom opgenomen dat bij de vaststelling van het PGB rekening wordt gehouden de wijze waarop de cliënt onder de Awbz in staat was de zorg in te kopen.
De gemeente moet vaststellen op welke wijze de hoogte van het PGB in de gemeente wordt vastgesteld. Gemeenten kunnen verschillende tarieven hanteren voor verschillende vormen van ondersteuning en voor verschillende typen hulpverleners.
In het vierde lid is opgenomen dat bij het vaststellen van de hoogte van het PGB rekening wordt gehouden of de zorg door een professionele zorgverlener wordt geleverd die voor een organisatie werkt of door een professionele zorgverlener die als zelfstandige werkt. Over het algemeen is het zo dat professionele zorg via een organisatie duurder is dan zorg van een zelfstandige. Immers, een organisatie heeft overheadkosten. De cliënt in kwestie is vrij in het kiezen, de hoogte van het PGB wordt hier echter op afgestemd.
Deze eisen zijn bedoeld om de kwaliteit van de PGB zorg op gelijke hoogte te krijgen als zorg in natura. Een PGB kan geweigerd worden wanneer de kwaliteit van de zorg niet gegarandeerd is.
Hiermee voorkomen we dat malafide aanbieders hulp in onze gemeente gaan aanbieden.
Dit artikel betreft niet de justitiële jeugdinrichtingen, want die vallen niet onder de Jeugdwet.
Bij voogdij en crisisplaatsing (lid 2) verwijzen wij naar de Regeling Ouderbijdrage 2015.
Artikel 6: Meldingsregeling calamiteiten en geweld
Naast dit artikel verwijzen wij ook naar het calamiteitenprotocol Jeugd. Dit protocol is opgesteld voor de colleges van de gemeenten in de regio West-Friesland en de gecertificeerde instellingen die in deze regio verantwoordelijk zijn voor het jeugdzorgaanbod.