Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gennep

Regeling Werktijden en Verlof

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGennep
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling Werktijden en Verlof
CiteertitelRegeling Werktijden en Verlof Gennep
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling is opgenomen in het Rechtspositiebesluit gemeente Gennep

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 3:2, 4:2, 6:2:1, lid 1, lid 5 en 6:4 lid 2 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-02-201501-01-201501-01-2017nieuwe regeling

16-12-2014

Gemeenteblad 2015, nr. 13247

164259

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling Werktijden en Verlof

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gennep,

 

Gelet op artikel 3:2, 4:2, 6:2:1, lid 1, lid 5 en 6:4 lid 2 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling;

 

Besluit: vaststellen “Regeling Werktijden en Verlof”

 

BEGRIPSBEPALINGEN

 

ambtenaar/medewerker: de ambtenaar in de zin van de CAR/UWO;

de werknemer waarmee een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk ­recht is afgesloten als bedoeld in artikel 2:5:1 van de CAR/UWO.

 

formele arbeidsduur: de arbeidsduur volgens de aanstelling (een voltijds aanstelling is 36 uur).

 

dagvenster: het venster waarbinnen de ambtenaar dagelijks flexibel zijn/haar werktijden invult.

 

compensatie-uren: gewerkte uren die de formele arbeidsduur per week overschrijden.

 

bijzonder verlof: verlof in met name genoemde bijzondere omstandigheden met behoud van bezoldiging.

 

Wet arbeid en zorg: wet waarin het recht op verschillende verlofsoorten is geregeld met als doel om werknemers te helpen om werk en privé goed te kunnen combineren.

 

  • 1.

    FLEXIBEL WERKEN

 

Beleid

In deze werktijdenregeling wordt invulling gegeven aan de behoeften van zowel de gemeente Gennep als haar werknemers aan modernisering en flexibilisering van de werktijden.

Flexibilisering van werktijden en werkhouding bevordert de kwaliteit van de dienstverlening aan de burger. Daarnaast leidt flexibele inzetbaarheid van werknemers tot een effectieve organisatie die zich goed kan aanpassen aan het werkaanbod en de veranderingen die de omgeving van de medewerkers vraagt. Medewerkers krijgen de ruimte om hun verantwoordelijkheden te nemen.

Tegelijkertijd wordt in deze regeling invulling gegeven aan de wens van werknemers die tijd- en plaats onafhankelijk willen werken (‘het nieuwe werken) en hun werktijden meer flexibel willen afstemmen op hun privé-situatie.

Door te investeren in een flexibele arbeidsrelatie met oog voor balans tussen werk en privé wil de gemeente Gennep investeren in tevreden medewerkers

Artikel 1 Dagvenster en flexibel werken

  • 1.

    Ambtenaren bepalen zelf, in overleg met hun coördinator/senior, de werktijden binnen het dagvenster van de gemeente Gennep. Dit dagvenster is op maandag t/m vrijdag van 7:00 tot en met 22:00 uur.

  • 2.

    Bij de bepaling van de werktijden staan eigen verantwoordelijkheid voor de continuïteit in bedrijfsprocessen en servicegerichtheid voor de burger centraal. De ambtenaar heeft de vrijheid bij het bepalen van zijn/haar werktijden maar er kan altijd verlangd worden dat een medewerker op aangewezen momenten aanwezig moet zijn of zich beschikbaar houdt omdat zijn/haar functie dit verlangt. Dit geldt ook voor tijden buiten het dagvenster.

  • 3.

    Medewerkers kunnen flexibel invulling geven aan hun werktijden door opgebouwde compensatie-uren te sparen of op te nemen.

  • 4.

    De werknemer kan compensatie-uren opbouwen door per week meer uren te werken dan zijn/haar formele arbeidsduur.

  • 5.

    De werknemer kan compensatie-uren inwisselen door per week minder uren te werken dan zijn/haar formele arbeidsduur.

  • 6.

    Compensatie-uren en uren gewerkt buiten het dagvenster kunnen niet omgezet worden in of verrekend worden met vakantieverlof.

  • 7.

    Compensatie-uren en uren gewerkt buiten het dagvenster worden nooit uitbetaald.

  • 8.

    De ambtenaar kan maximaal een saldo van plus of min 72 uur aan compensatie-uren opbouwen.

Artikel 2 Pauzes en rusttijden

  • 1.

    Een werkdag wordt na maximaal 5,5 werkuren onderbroken door een pauze van tenminste een half uur.

  • 2.

    Als een medewerker meer dan 8 uur en minder dan 10 uur werkzaam is op een dag dan zijn alle pauzes opgeteld minimaal 45 minuten in totaal.

  • 3.

    Bij meer dan 10 uur werken op een dag zijn de pauzes samen minimaal 1 uur.

Artikel 3 Medisch bezoek

  • 1.

    Bij het inplannen van bezoek aan de (tand)arts of medisch specialist wordt de werknemer geacht rekening te houden met de werkgeversbelangen.

  • 2.

    Medisch bezoek vindt in eigen tijd plaats.

Artikel 4 Thuis werken

  • 1.

    Het afdelingshoofd is bevoegd om met de medewerker afspraken te maken over incidenteel of structureel thuis werken.

  • 2.

    Thuis werken gebeurt op vrijwillige basis van de kant van de werkgever en de kant van de werknemer. Zowel werkgever als werknemer kunnen zich niet beroepen op recht of verplichting.

  • 3.

    Thuis werken is in eerste instantie een zaak van vertrouwen van de leidinggevende en zelfstandigheid van de medewerker. Hierbij gelden de volgende aandachtspunten:

    • a.

      De eventuele nadelen van de afwezigheid voor de organisatie en de toepasbaarheid binnen de functie (´face to face contact´).

    • b.

      De mogelijkheden om de taken thuis zelfstandig uit te voeren.

    • c.

      De argumenten en persoonlijke omstandigheden van de medewerker.

  • 2.

    VERLOF

Artikel 5 Vakantieverlof

  • 1.

    Aan de ambtenaar met een volledig dienstverband wordt in elk kalenderjaar een vakantie met behoud van zijn bezoldiging verleend van 172,8 uur.

  • 2.

    Het aantal vakantie-uren wordt, afhankelijk van de leeftijd, die de ambtenaar in het desbetreffende jaar bereikt, verhoogd met:

Leeftijd Verhoging per jaar

van 30 tot en met 34 jaar 7,2 uur

van 35 tot en met 39 jaar 14,4 uur

van 40 tot en met 44 jaar 21,6 uur

van 45 tot en met 49 jaar 28,8 uur

van 50 tot en met 54 jaar 36,0 uur

van 55 jaar en ouder 43,2 uur.

  • 3.

    Buiten de landelijke feestdagen worden Nationale Bevrijdingsdag en Carnavalsmaandag aangewezen als lokale feestdag en wordt de dag na Hemelvaart aangewezen als een dag waarop geen arbeid hoeft te worden verricht.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen na instemming van de Ondernemingsraad jaarlijks dagen aanwijzen waarop ambtenaren verplicht verlof op dienen te nemen. Dit kunnen ook halve dagen zijn. Deze verlofdagen worden van het vakantieverlof afgeschreven.

  • 5.

    Op het einde van het kalenderjaar mag een werknemer met een volledig dienstverband maximaal 72 uur meenemen naar het volgende jaar. Als een werknemer per 31 december een saldo heeft boven het maximum worden er tussen het afdelingshoofd afspraken gemaakt om het bovenmatig aantal verlofuren op te nemen.

  • 6.

    Voor deeltijdwerkers geldt het bepaalde in dit artikel naar rato.

Artikel 6 Buitengewoon verlof

1.Tenzij de belangen van de dienst zich daartegen verzetten wordt aan de ambtenaar verlof met behoud van bezoldiging verleend:

Reden Aantal dagen

    • a.

      overlijden van de echtgenoot(o)t(e) of geregistreerd partner 4

    • b.

      overlijden van de ouders, stiefouders, schoonouders 4

    • c.

      overlijden van kinderen, stiefkinderen, aangehuwde kinderen 4

    • d.

      overlijden van bloed- en aanverwanten in 2e graad 2

    • e.

      25- ,40- , of 50 jarig huwelijks-/geregistreerd partner jubileum 1

    • f.

      25- ,40- , of 50 jarig ambtsjubileum 1

    • g.

      huwelijk of geregistreerd partnerschap aangaan 1

  • 2.

    Het verlof als genoemd in 1a en 1b van dit artikel dient binnen 7 kalenderdagen te worden opgenomen.

  • 3.

    Het verlof als genoemd in 1d wordt ten hoogste 4 kalenderdagen als de ambtenaar de begrafenis moet regelen.

  • 4.

    Het verlof als genoemd in 1e, 1f en 1g wordt alleen verleend als de feitelijke dag samenvalt met een werkdag.

Artikel 7 Calamiteitenverlof en kortdurend zorgverlof

  • 1.

    Een medewerker heeft recht op maximaal 2 dagen calamiteitenverlof bij plotselinge problemen in het privéleven, die onmiddellijk moetenworden opgelost.

  • 2.

    Als zowel aan de voorwaarden van buitengewoon verlof wordt voldaan als aan de voorwaarden van kortdurend zorgverlof, dan eindigt het buitengewoon verlof na één dag en gaat het over in kortdurend zorgverlof.

  • 3.

    Een medewerker heeft per jaar recht op maximaal 72 uur kortdurend zorgverlof voor de verzorging van een zieke echtgenoot, geregistreerde partner, partner met wie de medewerker ongehuwd samenwoont, inwonende kinderen en voor ouders.

  • 4.

    Kortdurend zorgverlof komt voor de helft voor rekening van de werkgever en voor de helft voor rekening van de medewerker.

  • 5.

    Zwaarwegend dienstbelang kan een reden zijn om het verlof niet te verlenen of om het verlof te beëindigen.

  • 6.

    Bij deeltijdwerk worden de aantallen compensatie-uren, zoals bedoeld in dit artikel, naar evenredigheid aangepast.

Artikel 8 Kraamverlof

  • 1.

    Na de bevalling van echtgenote, geregistreerde partner of degene van wie de medewerker het kind erkent, heeft de medewerker recht op 2 dagen verlof met behoud van bezoldiging.

  • 2.

    Het verlof dient te worden opgenomen binnen vier weken vanaf het moment dat het kind feitelijk op hetzelfde adres als de moeder woont.

Artikel 9 Ouderschapsverlof

  • 1.

    Op grond van de Wet Arbeid en Zorg heeft de ambtenaar recht op ouderschapsverlof als hij/zij ouder is van of verantwoordelijk is voor een inwonend kind in de leeftijd tot 8 jaar en niet eerder voor dit kind bij een andere werkgever ouderschapsverlof heeft genoten.

  • 2.

    Om in aanmerking te komen voor betaald ouderschapsverlof dient de medewerker tenminste een jaar in dienst te zijn bij de gemeente Gennep.

  • 3.

    Het aantal uren waarop een medewerker per kind recht heeft is ten hoogste 26 x de arbeidsduur per week. De medewerker heeft maximaal recht op 13 x de arbeidsduur per week aan betaald ouderschapsverlof.

  • 4.

    Over de tijd waarin de medewerker betaald ouderschapsverlof geniet zijn de volgende maximale doorbetalingspercentages vastgesteld:

Schaal Percentage loondoorbetaling

1 90%

2 85%

3 80%

4 70%

5 60%

6 en hoger 50%

  • 5.

    In overleg met het afdelingshoofd kan het ouderschapsverlof op de volgende manieren worden opgenomen:

    • a.

      Spreiding over 12 maanden (standaard).

    • b.

      Uitsmeren over een langere periode dan 12 maanden.

    • c.

      Het verlof opsplitsen in maximaal 6 gedeelten van minimaal 1 maand.

  • 6.

    De medewerker moet het verzoek om ouderschapsverlof tenminste drie maanden voor de gewenste ingangsdatum van het verlof indienen en dient voorafgaand aan de ingangsdatum de overeenkomst ouderschapsverlof te ondertekenen.

  • 7.

    De medewerker mag tijdens het ouderschapsverlof geen andere betaalde arbeid verrichten.

  • 8.

    Als de medewerker verantwoordelijk is voor de verzorging van een tweeling of een meerling, heeft hij recht op betaald ouderschapsverlof voor één kind. Op grond van de Wet Arbeid en Zorg bestaat er voor het tweede kind of de andere kinderen wel recht op onbetaald ouderschapsverlof.

Artikel 10 Bijzondere situaties

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet of in bijzondere situaties is het College van Burgemeester en Wethouders bevoegd een besluit te nemen.

Artikel 12

Deze regeling treedt in werking op 1-1-2015 en kan worden aangehaald als de Regeling Werktijden en Verlof Gennep.

De oude regeling wordt per dezelfde datum ingetrokken.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 16 december 2014.

Het college voornoemd,

P.J.H.M. de Koning, voorzitter

J.M. Nijland, secretaris