Organisatie | BAR-organisatie |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Regeling sanctiebeleid bovenwettelijke werkloosheidsregeling ambtenaren BAR-organisatie |
Citeertitel | Regeling sanctiebeleid bovenwettelijke werkloosheidsregeling ambtenaren BAR-organisatie |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | personeel en organisatie |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-03-2016 | 01-01-2016 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 15-12-2015 | Onbekend. |
Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling BAR-organisatie
- gelet op artikel 30 Wet gemeenschappelijke regelingen jo Gemeenschappelijke Regeling BAR-organisatie;
- gelet op hoofdstuk 10d CAR UWO;
- overwegende dat het Algemeen Bestuur sanctiebeleid kan opstellen ter uitwerking van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, genoemd in artikel 10d:7, lid 2 en 3 CARUWOen sanctiebeleid dient op te stellen op grond van de artikelen10d:28, lid 2 en 4, en 10d:34 van de CAR UWO;
- gelet op overeenstemming met het Georganiseerd Overleg GR BAR-organisatie;
tot het vaststellen van de navolgende regeling en deze op te nemen in de arbeidsvoorwaardenregeling van de BAR-organisatie
REGELING SANCTIEBELEID BOVENWETTELIJKE WERKLOOSHEIDSREGELING AMBTENAREN BAR-ORGANISATIE
Deze regeling is van toepassing op de ambtenaar van de BAR-organisatie die op grond van artikel 8:3, 8:6 of 8:8 CAR UWO wordt ontslagen. Dit besluit is daarnaast van toepassingsalaris en salaristoelagen op de ambtenaar van de BAR-organisatie die op grond van artikel 8:3, 8:6 of 8:8 CAR UWO is ontslagen en een aanvullende of nawettelijke uitkering ontvangt op grond van hoofdstuk 10d CAR UWO.
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
re-integratiefase: de fase voorafgaand aan ontslag, waarin door middel van een re-integratieplan afspraken worden gemaakt over de wijze waarop de re-integratie van de ambtenaar het best tot stand kan komen en hieraan uitvoering wordt gegeven met als doel werkloosheid zoveel als mogelijk is te voorkomen.
Artikel 5 Verplichtingen voor de medewerker
Gedurende de re-integratiefase, de periode van de aanvullende uitkering en de periode van de nawettelijke uitkering, gelden voor de medewerker de verplichtingen die zijn opgenomen in de nadere regeling (Regeling matrix van verplichtingen en bijhorende sancties), bedoeld in artikel 4, vijfde lid van deze regeling. In het individuele re-integratieplan kunnen aanvullende verplichtingen worden opgenomen.
Indien binnen één maand na de oplegging van een sanctie een verplichting niet of niet behoorlijk wordt nagekomen, wordt de sanctie voor het nieuwe feit in percentage en tijd verdubbeld, met inachtneming van het bepaalde in artikel 6, vijfde lid, artikel 7, vijfde lid en artikel 8, vijfde lid van deze regeling.
Indien sprake is van het niet nakomen van meer dan één verplichting en het niet nakomen van deze verplichtingen voortkomt uit één oorzaak, wordt slechts één sanctie opgelegd. Wanneer de niet nagekomen verplichtingen behoren tot verschillende categorieën wordt de sanctie voor de hoogste categorie toegepast.
Het Dagelijks Bestuur kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze regeling indien toepassing leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.
Artikel 13 Onvoorziene omstandigheden
In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het Dagelijks Bestuur.
Artikel 14 Citeertitel en inwerkingtreding
De regeling kan worden aangehaald als de “Regeling sanctiebeleid bovenwettelijke werkloosheidsregeling ambtenaren BAR-organisatie” en treedt in werking op 1 januari 2014.
Aldus besloten door het Algemeen Bestuur van de BAR-organisatie op 24 december 2013.
De gewijzigde regeling is vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling BAR-organisatie van 15 december 2015 en treedt in werking per 1 januari 2016.
1.Als gevolg van de invoering van het nieuwe hoofdstuk 3 van de CAR-UWO per 1 januari 2016 is de term bezoldiging vervallen. In artikel 6 lid 1, lid en lid 3 (van deze regeling) is de term “bezoldiging” vervangen door de term “salaris en salaristoelagen”. Over deze wijzigingen is op 2 november 2015 overeenstemming bereikt in het GO. De gewijzigde regeling is op 15 december 2015 door het Algemeen Bestuur vastgesteld.