Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Drechterland

Verordening op de vertrouwenscommissie 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDrechterland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de vertrouwenscommissie 2015
CiteertitelVerordening op de vertrouwenscommissie 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-07-2015nieuw

24-06-2015

Gemeenteblad, nr 59715

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de vertrouwenscommissie 2015

Samenvatting

Burgemeester Van der Riet heeft zijn ontslag, met ingang van 1 maart 2016, ingediend bij de gemeenteraad van Drechterland. Een nieuwe burgemeester moet worden benoemd. Hiervoor wordt een vertrouwenscommissie ingesteld. Deze commissie heeft als taak om de benoeming van de nieuwe burgemeester voor te bereiden. Deze commissie voert onder andere gesprekken met de kandidaten. Onderstaande verordening regelt de instelling van deze vertrouwenscommissie.

 

De raad van de gemeente Drechterland

   

Nr : 2015-43

Overwegende dat als gevolg van het voorgenomen vertrek van de huidige burgemeester per 1 maart 2016 het gewenst is een proces te starten om te komen tot de benoeming van een nieuwe burgemeester;

 

Gelezen het voorstel van het presidium van 5 juni 2015;

 

Gelet op de Circulaire benoeming, functioneringsgesprekken en herbenoeming burgemeester;

Gelet op de artikelen 61, 61c, 84, 86, 147 en 149 van de Gemeentewet, de artikelen 15 en 31 van de Archiefwet 1995 en artikel 9 van het Archiefbesluit 1995;

b e s l u i t:

vast te stellen de: Verordening op de vertrouwenscommissie 2015, die de benoeming van de burgemeester voorbereidt

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    De minister: de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • b.

    De commissaris: de commissaris van de Koning in de Provincie Noord-Holland;

  • c.

    De commissie: de vertrouwenscommissie.

  • d.

    De secretaris: de secretaris van de commissie.

Artikel 2 Taak en werkwijze van de vertrouwenscommissie

  • 1.

    De commissie heeft tot taak de aanbeveling van de raad met betrekking tot de benoeming van de burgemeester voor te bereiden en een door de commissaris aangereikte selectie van kandidaten te beoordelen.

  • 2.

    Indien de vertrouwenscommissie gesprekken wenst te voeren met eventueel andere op de lijst van sollicitanten voorkomende kandidaten, die hetzij zich eigener beweging tot de commissie hebben gewend, hetzij door de commissie worden uitgenodigd, doet zij daarvan onverwijld mededeling aan de commissaris.

  • 3.

    Indien de vertrouwenscommissie besluit een door de commissaris geselecteerde kandidaat niet te ontvangen, worden de commissaris en de kandidaat door haar schriftelijk van de beslissing op de hoogte gesteld.

  • 4.

    De vertrouwenscommissie voert gesprekken met de geselecteerde kandidaten.

Artikel 3 Geheimhouding

  • 1.

    De leden van de commissie hebben op grond van artikel 61 c van de Gemeentewet volstrekte geheimhoudingsplicht omtrent hetgeen direct of indirect aan hen als lid van de commissie ter kennis is gekomen.

  • 2.

    De geheimhouding geldt zowel tijdens het bestaan van de commissie als na ontbinding van de commissie.

  • 3.

    Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op diegene die met de ambtelijke bijstand van de commissie is belast en de adviseur van de commissie.

  • 4.

    De geheimhouding brengt met zich mee dat door de commissie, anders dan door tussenkomst van de commissaris, geen inlichtingen - schriftelijk of mondeling - kunnen worden ingewonnen over de kandidaten en dat overleg met derden is uitgesloten.

  • 5.

    De commissie treft een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de privacybelangen van de sollicitant verder worden beschermd, bijvoorbeeld bij de bepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken en bij het voeren van correspondentie.

Artikel 4 Verslag

  • 1.

    De commissie brengt over haar werkzaamheden ter zake van de voorbereiding van de aanbeveling tot benoeming verslag uit aan de gemeenteraad en de commissaris door middel van een verslag van bevindingen. Dit schriftelijke en vertrouwelijke verslag bevat ten minste:

    • a.

      een weergave van de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden heeft verricht;

    • b.

      een gemotiveerde weergave van de bevindingen van de commissie en van de volgorde van plaatsing van de kandidaten op de aanbeveling;

    • c.

      de aanduiding of er sprake is van unanimiteit binnen de commissie;

    • d.

      en heeft in ieder geval de volgende bijlage: de conceptaanbeveling van twee personen.

  • 2.

    In dit verslag kunnen leden van de commissie van minderheidsstandpunten blijk geven.

  • 3.

    De vertrouwenscommissie kan de commissaris vragen in de gelegenheid te worden gesteld de op schrift gestelde opvattingen mondeling toe te lichten.

  • 4.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 5 De aanbeveling

  • 1.

    Bij het opstellen van de aanbeveling betrekt de raad de bevindingen van de vertrouwenscommissie. Het op schrift gestelde oordeel van de vertrouwenscommissie voegt hij bij zijn aanbeveling.

  • 2.

    De raad stelt, voordat de aanbeveling openbaar wordt, elke op de aanbeveling geplaatste kandidaat op de hoogte van het feit dat hij of zij op de aanbeveling staat die aan de minister wordt gezonden.

  • 3.

    De aanbeveling van de gemeenteraad is openbaar voor zover het de naam van de eerste kandidaat op de aanbeveling betreft. Dit is overeenkomstig artikel 61c, derde lid, van de Gemeentewet.

  • 4.

    De aanbeveling van de raad wordt direct na vaststelling aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gezonden. Afschrift van de aanbeveling wordt gezonden aan de commissaris.

Artikel 6 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit 5 vertegenwoordigers van de fracties in de gemeenteraad, één per fractie.

  • 2.

    De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

  • 3.

    De commissie kent geen plaatsvervangend leden.

  • 4.

    De raad kan bepalen dat een wethouder als adviseur aan de vertrouwenscommissie wordt toegevoegd. De adviseur is geen lid van, en heeft geen stemrecht in de commissie.

Artikel 7 Ambtelijke ondersteuning

  • 1.

    De raadsgriffier is secretaris van de commissie.

  • 2.

    De gemeentesecretaris is plaatsvervangend secretaris van de commissie.

  • 3.

    De (plaatsvervangend) secretaris geeft ambtelijke ondersteuning aan de commissie.

  • 4.

    De (plaatsvervangend) secretaris is geen lid van en heeft geen stemrecht in de commissie.

Artikel 8 Vergaderingen

  • 1.

    De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of twee leden dit noodzakelijk achten.

  • 2.

    De vergaderingen van de commissie zijn besloten. De voorzitter bepaalt dag, uur en plaats van de vergadering. De voorzitter doet van elke vergadering ten minste vierentwintig uur van tevoren aankondiging aan de leden van de commissie en aan de adviseur van de commissie.

  • 3.

    De commissie vergadert niet als niet ten minste de helft plus één van het aantal leden aanwezig is.

  • 4.

    De commissie besluit bij de voorbereiding van de aanbeveling bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen, waarbij elk lid één stem heeft. Bij het staken van de stemmen over de uit te brengen bevindingen wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden geen bevindingen van de commissie, maar de verschillende meningen in het verslag opgenomen.

Artikel 9 Contactpersonen

  • 1.

    De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon.

  • 2.

    Alle stukken bestemd voor de commissie worden aan het adres van de voorzitter gericht en vervolgens door de voorzitter ter bewaring aan de griffier overhandigd. De griffier bewaart de stukken in een afgesloten ruimte, totdat de uiteindelijke archivering plaatsvindt.

  • 3.

    Alle stukken, die van de commissie uitgaan, worden door de griffier persoonlijk verzonden, zonder tussenkomst van derden onder vermelding van persoonlijk en vertrouwelijk. De stukken worden door de griffier in een afgesloten ruimte bewaard totdat de uiteindelijke archivering plaatsvindt.

Artikel 10 Gesprekken met kandidaten

  • 1.

    De voorzitter nodigt de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie.

  • 2.

    De plaats en het tijdstip van een gesprek worden zodanig gekozen dat wordt voorkomen dat de kandidaten hierdoor aan anderen bekend raken of tijdens het bezoek aan de commissie met elkaar in contact komen.

Artikel 11 Ontbinding commissie

De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgend op die waarop aan de gemeenteraad bekend is gemaakt dat in de vacature van burgemeester is voorzien.

Artikel 12 Archivering van stukken

  • 1.

    De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat op het in artikel 10 bedoelde tijdstip alle archiefbescheiden onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als ‘geheim’ worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats.

  • 2.

    De voorzitter en de secretaris dragen er zorg voor dat van de in het eerste lid bedoelde overbrenging een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 wordt opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de toepassing van artikel 15, lid 1 sub a en c, van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 3.

    De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat alle overige bescheiden en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden onmiddellijk worden vernietigd.

Artikel 13 Onvoorziene omstandigheden

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van 24 juni 2015.

De griffier, De plv. voorzitter,

J.N.M. Commandeur P. Keersemaker