Organisatie | Drechterland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren Drechterland 2015 |
Citeertitel | Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren Drechterland 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Telecommunicatiewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-07-2015 | nieuw | 23-03-2015 Gemeenteblad | 59389 |
In de openbare grond liggen verschillende kabels en leidingen. Zo liggen er gasleidingen, waterleidingen en elektriciteitskabels, maar ook telefoonkabels en kabels voor televisie en internet. Graven in de grond kan dus niet zomaar. De kabels en leidingen mogen niet in de weg liggen als het echte graafwerk begint. Maar het is ook belangrijk dat er een goede coördinatie plaatsvindt, zodat deze netbeheerders geen hinder ondervinden van elkaars werkzaamheden.
De Raad van de gemeente Drechterland
Overwegende dat het wenselijk is om regels vast te stellen met het oog op minimalisatie van overlast en maatschappelijke kosten ten gevolge van werkzaamheden en een efficiënt gebruik van de openbare ruimte;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Drechterland 3-2-2015;
gelet op artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht, artikelen 5.2 en 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikelen 149, 154, 156 en 229 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening: “Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren” inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen, welke luidt als volgt:
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
kabels en/of leidingen: kabels en/of leidingen als onderdeel van een openbaar net(werk), daaronder mede begrepen de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations, voorzieningen (afsluiters, brandkranen, lassen, enzovoorts) en andere hulpmiddelen, behoudens voor zover deze verbindingen en hulpmiddelen liggen binnen de installatie van een producent of van een afnemer en tevens omvattende lege buizen, ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken. Voorbeelden van deze kabels en leidingen zijn kabels als bedoeld in de Telecommunicatiewet, elektriciteitskabels (koppel-, transport- en distributiekabels), gasleidingen (transport-, distributie- en dienstleidingen), waterleidingen en kabels en leidingen ten behoeve van industriële netwerken;
werkzaamheden van minder ingrijpende aard:
het maken van een montagegat c.q. lasgat, een opbreking met beperkte afmeting, maximaal 4 m², die wordt gemaakt ten behoeve van de toegang tot een distributie- of mutatiepunt, plaatsen van afsluiters, het opgraven van een kabelrol ten behoeve van (huis)aansluitingen, voor het herstellen van kabel c.q. leidingstoringen of voor inspectiedoeleinden.
Deze verordening is van toepassing op de procedures en voorschriften voor de aanleg, instandhouding (inclusief het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen) en opruiming van kabels en/of leidingen in of op openbare gronden.
Hoofdstuk 2 Aanvragen en melden van werkzaamheden
Voor het verrichten van spoedeisende werkzaamheden of werkzaamheden van minder ingrijpende aard, als bedoeld in onderdeel q. respectievelijk s. van artikel 1, is geen instemming, als bedoeld in het eerste lid, noodzakelijk, maar kan worden volstaan met een melding vooraf aan het college van burgemeester en wethouders.
Als de werkzaamheden ook betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente Drechterland wordt uiterlijk vier weken na ontvangst van de aanvraag, als genoemd in het eerste lid, het college van burgemeester en wethouders schriftelijk in kennis gesteld van de uitkomsten van het (voor)overleg tussen de grondroerder en de overige gedoogplichtige(n). De aanvraag wordt alleen bij (een) positieve uitkomst(en) in behandeling genomen.
Spoedeisende werkzaamheden, als bedoeld in onderdeel q. van artikel 1, dienen voorafgaand aan de start van de werkzaamheden gemeld te worden. Als een melding vooraf niet mogelijk is, moet de melding uiterlijk binnen één werkdag na de start van de uitvoering gemotiveerd worden gedaan aan het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 6 Gegevensverstrekking
Bij een aanvraag voor een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 5, eerste lid, dienen de volgende gegevens te worden verstrekt:
naam-, adres- en woonplaatsgegevens van de netbeheerder en van de grondroerder(s) c.q. (onder)aannemer(s) die belast zijn met de werkzaamheden, alsmede de naam en telefoonnummer van de uitvoerder, zijnde een Nederlands sprekende contactpersoon voor de werkzaamheden (voor zover de gegevens bekend zijn bij aanvraag);
Indien de werkzaamheden betrekking hebben op kabels van elektronische communicatienetwerken dienen, aanvullend op het tweede lid, bij de aanvraag tevens de volgende gegevens te worden verstrekt:
- een opgave van het aantal kabels dat direct in gebruik wordt genomen en een opgave van het aantal kabels dat niet direct in gebruik wordt genomen.
Voor een melding, als bedoeld in artikel 5, vierde en vijfde lid (werkzaamheden van minder ingrijpende aard en spoedeisende werkzaamheden), dient gebruik te worden gemaakt van daartoe door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde (digitale) formulieren en/of registratiesysteem.
De volgende gegevens dienen daarbij te worden verstrekt:
naam, adres en woonplaatsgegevens van de eigenaar, beheerder en exploitant van de kabels en/of leidingen, naam en adres van de (onder)aannemer(s) die belast zijn met de werkzaamheden, alsmede de naam en telefoonnummer van de uitvoerder, zijnde een Nederlands sprekende contactpersoon voor de werkzaamheden;
Een beslissing op een aanvraag voor een instemmingsbesluit wordt genomen uiterlijk acht weken na de dag van ontvangst van de aanvraag. De aanvraag voor een instemmingsbesluit voor werkzaamheden ten behoeve van een openbaar elektronisch communicatienetwerk geldt als melding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onderdeel a van de Telecommunicatiewet.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, houdt het college van burgemeester en wethouders de beslissing aan, indien er in verband met de voorgenomen werkzaamheden een of meerdere vergunning(en), ontheffing(en) of toestemming(en) op grond van overige wetgeving zijn vereist. Het vorenstaande geldt niet als de bedoelde beschikkingen al zijn afgegeven en tevens onherroepelijk zijn.
Artikel 8 Voorschriften en beperkingen
Het college van burgemeester en wethouders kan aan het instemmingsbesluit en aan meldingsplichtige werkzaamheden nadere voorschriften of beperkingen verbinden in het belang van:
de ondergrondse ordening, waaronder mede verstaan wordt het zo min mogelijk hinder veroorzaken voor reeds in de grond aanwezige werken en het niet in gevaar brengen of zonder noodzaak bemoeilijken van deze werken, waaronder mede verstaan worden werken ten behoeve van de riolering en de levering of het transport van elektronische informatie, gas, water en elektriciteit.
Artikel 9 (Mede)gebruik van voorzieningen
Op verzoek van het college van burgemeester en wethouders wordt bij de aanleg of instandhouding van kabels en/of leidingen in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik gemaakt van bestaande, hetzij door overige netbeheerders dan wel door of in opdracht van het college van burgemeester en wethouders aangelegde, voorzieningen indien dit technisch en economisch haalbaar is en medegebruik geen belemmering vormt voor de veiligheid, toegankelijkheid en leveringszekerheid.
Het vooroverleg als bedoeld in artikel 5, tweede lid, dan wel een door het college van burgemeester en wethouders geïnitieerd overleg naar aanleiding van een aanvraag als bedoeld in artikel 5, eerste lid, is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.
Hoofdstuk 4 Handhavings- en toezichtbepalingen
Artikel 17 Naleving voorschriften
Indien een grondroerder zich niet houdt aan de voorschriften en beperkingen uit het instemmingsbesluit, kan het college van burgemeester en wethouders het instemmingsbesluit intrekken.
Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 20 Overgangsbepalingen
De in stand te houden kabels en/of leidingen in of op openbare gronden, voor zover deze zijn gemeld of aangevraagd en aangelegd met toepassing van verleende vergunningen, instemmingsbesluiten en/of op basis van andere aantoonbare en gelegaliseerde afspraken met de gemeente, zoals die hebben gegolden tot de inwerkingtreding van deze verordening, worden per ingang van deze verordening eveneens beheerst door de regels van deze verordening.