Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Overbetuwe

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Overbetuwe
Officiële naam regelingBesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2012
CiteertitelBesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2012
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2011, zoals vastgesteld bij besluit van 21 december 2010, wordt ingetrokken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2011.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201231-12-2012nieuwe regeling

20-12-2011

Hét Gemeente Nieuws; 28-12-2011

11bwb00081
20-01-201101-01-201101-01-2012Artikel 4.

18-01-2011

Hét Gemeente Nieuws; 19-01-2011

11bwb00001
01-01-201101-01-2012nieuwe regeling

21-12-2010

Hét Gemeente Nieuws; 29-12-2010

10bwb00623
01-01-201001-01-2011nieuwe regeling

15-12-2009

Hét Gemeente Nieuws; 23-12-2009

09bwb00759

Tekst van de regeling

Onderwerp: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2012

Ons kenmerk: 11BWB00081

Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe;

gelezen de adviezen van de Cliëntenraad Wmo van 12 december 2011;

gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2011;

b e s l u i t e n :

vast te stellen de

Besluit maatschappelijke ondersteuning

gemeente Overbetuwe 2012

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Dit besluit verstaat onder:

  • a.

    Besluit: het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2011;

  • b.

    CAK: het Centraal Administratiekantoor dat inkomensafhankelijke eigen bijdragen int;

  • c.

    Collectieve vraagafhankelijk vervoer (CVV): vraagafhankelijke vervoer van de Stadsregiotaxi Arnhem-Nijmegen (SRAN);

  • d.

    het college: het college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    eigen bijdrage of eigen aandeel: het deel van de kosten dat de belanghebbende bijdraagt in de kostprijs van een voorziening;

  • f.

    in natura: de gemeente verzorgt de voorziening;

  • g.

    kostprijs: alle kosten voor aanschaf, onderhoud en verstrekking van een voorziening;

  • h.

    verordening: de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2011;

  • i.

    wet: de Wet maatschappelijke ondersteuning.

Artikel 2 Verstrekking en verantwoording persoonsgebonden budget

  • 1.

    Het college verstrekt ondersteuning in de vorm van een persoonsgebonden budget als de aanvrager daarom verzoekt.

  • 2.

    In de beschikking wordt de hoogte van het bedrag, het doel, de afschrijvingstermijn, het eventuele eigen aandeel en de wijze van verantwoorden vermeld.

  • 3.

    De hoogte van de door het college te ontvangen restwaarde van een voorziening die niet meer in gebruik is, of die niet meer voldoet, wordt bepaald door de afschrijvingstermijn. Als de restwaarde minder bedraagt dan € 100,- is er voor de toepassing van dit artikel geen sprake van restwaarde.

  • 4.

    Het college verstrekt geen persoonsgebonden budget als het vermoeden bestaat dat niet kan worden voldaan aan het bepaalde in het zesde lid van dit artikel.

  • 5.

    Het college kan de verantwoording van het persoonsgebonden budget door de budgethouder na afloop van enig kalenderjaar controleren.

  • 6.

    Degene die een persoonsgebonden budget ontvangt, verstrekt op verzoek van het college, voor zover van toepassing:

    • a.

      een nota/factuur van de aangeschafte voorziening;

    • b.

      een betalingsbewijs van de aangeschafte voorziening;

    • c.

      gegevens waaruit blijkt aan welke vereisten de aangeschafte voorziening voldoet;

    • d.

      een overzicht van de salarisadministratie.

Artikel 3 Verstrekking en verantwoording financiële tegemoetkoming

  • 1.

    Het college verstrekt ondersteuning in de vorm van een financiële tegemoetkoming als ondersteuning ‘in natura’ of een persoonsgebonden budget niet toepasbaar is.

  • 2.

    In de beschikking wordt de hoogte van het bedrag, het doel, de afschrijvingstermijn, het eventuele eigen aandeel en de wijze van verantwoorden vermeld.

  • 3.

    De hoogte van de door het college te ontvangen restwaarde van een voorziening die niet meer in gebruik is, of die niet meer voldoet, wordt bepaald door de afschrijvingstermijn. Als de restwaarde minder bedraagt dan € 100,-- is er voor de toepassing van dit artikel geen sprake van restwaarde.

  • 4.

    Het college verstrekt geen financiële tegemoetkoming als het vermoeden bestaat dat niet kan worden voldaan aan het bepaalde in het zesde lid van dit artikel.

  • 5.

    Het college kan de verantwoording van de financiële tegemoetkoming na afloop van enig kalenderjaar controleren.

  • 6.

    Degene die een financiële tegemoetkoming ontvangt, verstrekt op verzoek van het college, voor zover van toepassing:

    • a.

      een nota/factuur van de aangeschafte voorziening;

    • b.

      een betalingsbewijs van de aangeschafte voorziening;

    • c.

      gegevens waaruit blijkt aan welke vereisten de aangeschafte voorziening voldoet;

    • d.

      een overzicht van de salarisadministratie.

Artikel 4 Inkomensafhankelijke eigen bijdrage

Het CAK berekent en int, met inachtneming van het bepaalde in artikel 7, de inkomensafhankelijke eigen bijdrage als volgt:

  • a.

    voor de ongehuwde persoon jonger dan 65 jaar: € 18,- per vier weken, met dien verstande dat als zijn inkomen meer bedraagt dan € 22.905,- het bedrag van € 18,- wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen zijn inkomen en € 22.905,-;

  • b.

    voor de ongehuwde persoon van 65 jaar of ouder: € 18,- per vier weken, met dien verstande dat als zijn inkomen meer bedraagt dan € 16.007,- het bedrag van € 18,- wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen zijn inkomen en € 16.007,-;

  • c.

    voor de gehuwde personen als één van beiden jonger is dan 65 jaar, of beiden jonger zijn dan 65 jaar: € 25,80 per vier weken, met dien verstande dat als hun gezamenlijke inkomen meer bedraagt dan € 28.306,- het bedrag van € 25,80 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen hun gezamenlijke inkomen en € 28.306,-;

  • d.

    voor de gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn: € 25,80 per vier weken, met dien verstande dat als hun gezamenlijke inkomen meer bedraagt dan € 22.319,- het bedrag van € 25,80 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen hun gezamenlijke inkomen en € 22.319,-.

Artikel 5 Aanmelding, gesprek(sverslag) en aanvraag

  • 1.

    Tussen de aanmelding voor een gesprek en het maken van een afspraak voor een gesprek liggen ten hoogste vijf werkdagen.

  • 2.

    Van het gesprek wordt een verslag gemaakt. Als het gesprek leidt tot een aanvraag, maakt het gespreksverslag onderdeel uit van die aanvraag.

Hoofdstuk 2 Hulp bij het huishouden

Artikel 6 Eigen bijdrage hulp bij het huishouden

  • 1.

    Het college brengt een eigen bijdrage in rekening voor hulp bij het huishouden, als bedoeld in de artikelen 9 tot en met 12 van de verordening.

  • 2.

    Het tarief voor hulp bij het huishouden bedraagt € 22,66 per uur, met inachtneming van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage, zoals bepaald in artikel 4 van dit Besluit.

Artikel 7 Persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden

  • 1.

    De hoogte van het persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden bedraagt € 15,-- per toegekend uur.

  • 2.

    Menzis verzorgt de betaling van het persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden. Hierbij wordt de betaling netto uitbetaald onder verrekening van de verschuldigde eigen bijdrage.

Artikel 8 Wijzigen van keuze

  • 1.

    Gedurende een kalenderjaar kan degene die hulp bij het huishouden ontvangt niet de vorm van verstrekking wijzigen van of naar persoonsgebonden budget of in natura.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid kan buiten toepassing worden gelaten, als naar het oordeel van het college een dwingende reden daartoe aanleiding geeft.

  • 3.

    Het college wijst in het laatste kwartaal van enig kalenderjaar de inwoners, aan wie hulp bij het huishouden wordt verstrekt, op de mogelijkheid om de keuze te wijzigen voor het volgende kalenderjaar.

Hoofdstuk 3 Woonvoorzieningen

Artikel 9 Eigen bijdrage

  • 1.

    Het college brengt een eigen bijdrage in rekening om wonen in een geschikt huis, zoals bedoeld in artikel 13 van de verordening, mogelijk te maken.

  • 2.

    Het college neemt alleen aanvragen in behandeling die betrekking hebben op een woonvoorziening waarvan de kosten hoger uitvallen dan € 300,-.

  • 3.

    Het tarief van de eigen bijdrage is afhankelijk van de kostprijs van de woonvoorziening. Het college brengt deze in de vorm van huur of eigen aandeel in rekening.

  • 4.

    Het college verzorgt de inkomensafhankelijke wijze van innen van de eigen bijdrage, zoals in artikel 4 van dit Besluit is bepaald.

Artikel 10 Hoogte persoonsgebonden budget

De hoogte van het persoonsgebonden budget voor een woonvoorziening komt overeen met de tegenwaarde van de in de betreffende situatie goedkoopste adequate voorziening in natura, inbegrepen de kosten voor onderhoud en reparatie.

Artikel 11 Tegemoetkoming verhuis- en herinrichtingskosten

  • 1.

    De financiële tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten bedraagt ten hoogste € 2.800,-.

  • 2.

    De beoordeling of een verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat vindt alleen plaats als de kosten van een aanpassing het bedrag van € 8000,- te boven gaan.

Artikel 12 Kosten woningaanpassing

Het college rekent de volgende uitgaven tot kosten van een woningaanpassing:

  • a.

    aanneemsom inbegrepen loon- en materiaalkosten voor het realiseren van de woonvoorziening. Als de voorziening door zelfwerkzaamheid tot stand komt, vervalt de post loonkosten;

  • b.

    architectenhonorarium tot ten hoogste 10 % van de aanneemsom met dien verstande dat dit niet hoger is dan het maximale honorarium als bepaald in DNR 2005 van de BNA en alleen in die gevallen dat het noodzakelijk is dat een architect de woningaanpassing ontwerpt;

  • c.

    bouwleges voor zover deze betrekking hebben op het realiseren van de woonvoorziening;

  • d.

    verschuldigde en niet verreken- of terugvorderbare omzetbelasting;

  • e.

    door het college (schriftelijk) goedgekeurde kostenverhogingen, die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet waren te voorzien;

  • f.

    kosten in verband met noodzakelijk technisch onderzoek en adviezen met betrekking tot het verrichten van de aanpassing;

  • g.

    kosten van heraansluiting van openbare nutsvoorzieningen;

  • h.

    administratiekosten tot ten hoogste € 350,- voor de verhuurder die een woningaanpassing realiseert voor een persoon met beperkingen, voor zover de kosten onder a. tot en met g. meer bedragen dan € 3.500,-.

Artikel 13 Kosten verwijderen woonvoorzieningen

  • 1.

    Een eigenaar van een woning kan voor een financiële tegemoetkoming van ten hoogste € 500,- in aanmerking komen voor het verwijderen van woonvoorzieningen als de kosten van de betreffende voorziening ten minste € 5.000,- bedragen.

  • 2.

    De tegemoetkoming voor de kosten als bedoeld in dit artikel verstrekt het college als de woning langer dan zes maanden leeg staat, of als de woonvoorziening verhuur onmogelijk maakt aan een persoon zonder beperkingen.

Artikel 14 Afschrijvingsschema

Het afschrijvingsschema, als bedoeld in artikel 13, zevende lid van de verordening, houdt in: een jaarlijkse waardedaling met 20% gerekend vanaf het eerste jaar van het gerealiseerd zijn van de woonvoorziening.

Hoofdstuk 4 Verplaatsen in en om de woning

Artikel 15 Hoogte persoonsgebonden budget rolstoel

Het college verstrekt een persoonsgebonden budget voor een rolstoel, zoals bedoeld in artikel 14 van de verordening, op basis van de tegenwaarde van de goedkoopste adequate voorziening in natura, inbegrepen de kosten voor onderhoud en reparatie van vergelijkbare rolstoelen.

Artikel 16 Hoogte financiële tegemoetkoming sportvoorziening

  • 1.

    Het college verstrekt een sportvoorziening alleen in de vorm van een financiële tegemoetkoming. De financiële tegemoetkoming bedraagt ten hoogste € 2.800,-.

  • 2.

    Het college neemt per belanghebbende eens in de drie jaar een aanvraag voor een sportvoorziening in behandeling.

Hoofdstuk 5 Lokaal verplaatsen per vervoermiddel

Artikel 17 Eigen bijdrage vervoermiddel

  • 1.

    Het college brengt een eigen bijdrage in rekening als de aanvraag voor lokaal vervoer, zoals bedoeld in artikel 15 van de verordening, tot een individuele voorziening leidt.

  • 2.

    Het tarief van de eigen bijdrage is afhankelijk van kostprijs en afschrijvingstermijn van de voorziening. Het college brengt deze in de vorm van huur of eigen aandeel in rekening.

  • 3.

    Het college verzorgt de inkomensafhankelijke wijze van innen van de eigen bijdrage, zoals in artikel 4 van dit Besluit is bepaald.

Artikel 18 Hoogte persoonsgebonden budget

Het college verstrekt het persoonsgebonden budget op basis van de tegenwaarde van de in de betreffende situatie goedkoopste adequate voorziening in natura, eventueel vermeerderd met een bedrag voor reparatie en onderhoud.

Artikel 19 Stalling elektrisch vervoermiddel

De financiële tegemoetkoming voor de kosten van stalling van een elektrisch vervoermiddel bedraagt ten hoogste € 1.500,-.

Artikel 20 Collectieve vervoersvoorziening

Degene die in aanmerking komt voor collectief vraagafhankelijk vervoer ontvangt een vervoerspas voor het collectief vraagafhankelijk vervoer. De vervoerspas op basis van deze Wmo-indicatie biedt toegang tot de volgende diensten van de Stadsregiotaxi:

  • a.

    tot vijf zones per rit aangepast tarief van € 0,55 per zone voor inwoners jonger dan 65 jaar;

  • b.

    tot vijf zones per rit aangepast tarief van € 0,35 per zone voor inwoners ouder dan 65 jaar.

Artikel 21 Hoogte financiële tegemoetkoming individuele vervoersvoorziening

Als alle voorliggende voorzieningen, als bedoeld in artikel 2, derde lid van de verordening, niet tot het gewenste resultaat leiden, biedt het college de mogelijkheid van een individuele voorziening. De financiële tegemoetkoming voor vervoer met eigen auto, taxi of vervoer door derden wordt berekend aan de hand van het aantal noodzakelijke kilometers per jaar, tot ten hoogste 3.000 kilometer of ten hoogste € 1.500,-.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 22 Hardheidsclausule

Het college kan één of meer artikelen van dit Besluit buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing, gelet op het belang van het maatschappelijk participeren, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 23 Intrekking oude regeling

Het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2011, zoals vastgesteld bij besluit van 21 december 2010, wordt ingetrokken.

Artikel 24 Overgangsrecht

  • 1.

    Een beschikking, die op grond van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2011 is genomen, blijft van kracht tot een beschikking op basis van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2012 ervoor in de plaats treedt.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid geldt niet met betrekking tot de artikelen 4, 7 en 20 van dit Besluit.

  • 3.

    In geval van herindicatie, wordt de beschikking genomen op grond van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2012. Deze beschikking treedt in de plaats van de beschikking op grond van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2011.

Artikel 25 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2012.

Artikel 26 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2012.

Aldus besloten in de vergadering van 20 december 2011.

Het college van burgemeester en wethouders,

de gemeentesecretaris,de burgemeester,
   
   
Th.M.M. Hoex.E. Tuijnman.