Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
IJsselstein

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieIJsselstein
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2008
CiteertitelVerordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2008
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet werk en bijstand

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-05-200801-01-2012Nieuwe regeling

24-04-2008

Zenderstreeknieuws, 14-05-2008

raadsstuk 2008-07123

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2008

 

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1 Definities

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet werk en bijstand (WWB);

    • b.

      gehuwdennorm: de norm als bedoeld in artikel 21 onder c van de wet;

    • c.

      verzorgingsbehoevende: degene die is aangewezen op verzorging ter voorkoming van opname in een verpleeg- of verzorgingstehuis.

Artikel 2 Doelgroep
      • 1.

        De bepalingen van deze verordening gelden alleen voor belanghebbenden van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar.

      • 2.

        In geval van gehuwden gelden de bepalingen van deze verordening alleen indien beide echtgenoten 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar zijn.

      • 3.

        De bepalingen in hoofdstuk 2 en 3 laten de toepassing van artikel 18, eerste lid van de wet onverlet.

Hoofdstuk 2 Criteria voor het verhogen van de bijstandsnorm
Artikel 3 Toeslagen
      • 1.

        De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid van de wet bedraagt 20% van de gehuwdennorm voor de alleenstaande en alleenstaande ouder in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft.

      • 2.

        De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid van de wet bedraagt 10% van de gehuwdennorm voor de alleenstaande en alleenstaande ouder in wiens woning één of meer anderen hun hoofdverblijf hebben en indien de woonlasten minder bedragen dan € 250,00 per maand.

      • 3.

        De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid van de wet bedraagt 20% van de gehuwdennorm indien de alleenstaande en alleenstaande ouder in de daklozenopvang verblijft en daarvoor kostgeld moet betalen.

      • 4.

        In afwijking van het gestelde in het tweede lid worden de volgende personen niet beschouwd als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft:

      • a.

        meerderjarige kinderen in de leeftijd tot 21 jaar;

      • b.

        kinderen van 21 jaar of ouder met studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000;

      • c.

        kinderen van 21 jaar of ouder met een tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

      • d.

        verzorgingsbehoevenden die door belanghebbende worden verzorgd.

Hoofdstuk 3 Criteria voor het verlagen van de bijstandsnorm of toeslag
Artikel 4 Verlaging gehuwden
      • 1.

        De verlaging als bedoeld in artikel 26 van de wet bedraagt 10% van de gehuwdennorm voor gehuwden die een woning delen met één of meer anderen en wiens woonlasten minder bedragen dan € 250,00 per maand.

      • 2.

        Verlaging als bedoeld in het eerste lid vindt niet plaats bij gehuwden die in daklozenopvang verblijven en daarvoor kostgeld moeten betalen.

      • 3.

        In afwijking van het gestelde in het eerste lid worden de volgende personen niet beschouwd als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft:

        • a.

          meerderjarige kinderen tot de leeftijd van 21 jaar;

        • b.

          meerderjarige kinderen met studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000;

        • c.

          meerderjarige kinderen met een tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

        • d.

          verzorgingsbehoevenden die door belanghebbende worden verzorgd.

Artikel 5 Verlaging woonsituatie
    • De verlaging als bedoeld in artikel 27 van de wet bedraagt:

      • a.

        20% van de gehuwdennorm indien een woning wordt bewoond waaraan voor belanghebbende geen kosten van huur of hypotheeklasten verbonden zijn;

      • b.

        10% van de gehuwdennorm indien geen woning bewoond wordt.

Artikel 6 Verlaging toeslag alleenstaanden van 21 en 22 jaar
      • 1.

        De verlaging als bedoeld in artikel 29 van de wet bedraagt:

        • a.

          20% van de gehuwdennorm indien het een belanghebbende van 21 jaar betreft;

        • b.

          10% van de gehuwdennorm indien het een belanghebbende van 22 jaar betreft.

      • 2.

        In afwijking van het eerste lid wordt de verlaging vastgesteld op de hoogte van de op grond van artikel 3 toegekende toeslag, indien deze toeslag minder bedraagt dan de verlaging waartoe toepassing van het eerste lid zou leiden.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen
Artikel 7 Uitvoering
    • De uitvoering van deze verordening berust bij het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 8 Inwerkingtreding
    • Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van de openbare bekendmaking.

Artikel 9 Citeertitel
    • Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2008”.