Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Definities
- 1.
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.
- 2.
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
de wet: de Wet werk en bijstand (WWB);
- b.
gehuwdennorm: de norm als bedoeld in artikel 21 onder c van de wet;
- c.
verzorgingsbehoevende: degene die is aangewezen op verzorging ter voorkoming van opname in een verpleeg- of verzorgingstehuis.
Artikel 2 Doelgroep
- 1.
De bepalingen van deze verordening gelden alleen voor belanghebbenden van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar.
- 2.
In geval van gehuwden gelden de bepalingen van deze verordening alleen indien beide echtgenoten 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar zijn.
- 3.
De bepalingen in hoofdstuk 2 en 3 laten de toepassing van artikel 18, eerste lid van de wet onverlet.
Hoofdstuk 2 Criteria voor het verhogen van de bijstandsnorm
Artikel 3 Toeslagen
- 1.
De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid van de wet bedraagt 20% van de gehuwdennorm voor de alleenstaande en alleenstaande ouder in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft.
- 2.
De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid van de wet bedraagt 10% van de gehuwdennorm voor de alleenstaande en alleenstaande ouder in wiens woning één of meer anderen hun hoofdverblijf hebben en indien de woonlasten minder bedragen dan € 250,00 per maand.
- 3.
De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid van de wet bedraagt 20% van de gehuwdennorm indien de alleenstaande en alleenstaande ouder in de daklozenopvang verblijft en daarvoor kostgeld moet betalen.
- 4.
In afwijking van het gestelde in het tweede lid worden de volgende personen niet beschouwd als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft:
- a.
meerderjarige kinderen in de leeftijd tot 21 jaar;
- b.
kinderen van 21 jaar of ouder met studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000;
- c.
kinderen van 21 jaar of ouder met een tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;
- d.
verzorgingsbehoevenden die door belanghebbende worden verzorgd.
Hoofdstuk 3 Criteria voor het verlagen van de bijstandsnorm of toeslag
Artikel 4 Verlaging gehuwden
- 1.
De verlaging als bedoeld in artikel 26 van de wet bedraagt 10% van de gehuwdennorm voor gehuwden die een woning delen met één of meer anderen en wiens woonlasten minder bedragen dan € 250,00 per maand.
- 2.
Verlaging als bedoeld in het eerste lid vindt niet plaats bij gehuwden die in daklozenopvang verblijven en daarvoor kostgeld moeten betalen.
- 3.
In afwijking van het gestelde in het eerste lid worden de volgende personen niet beschouwd als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft:
- a.
meerderjarige kinderen tot de leeftijd van 21 jaar;
- b.
meerderjarige kinderen met studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000;
- c.
meerderjarige kinderen met een tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;
- d.
verzorgingsbehoevenden die door belanghebbende worden verzorgd.
Artikel 5 Verlaging woonsituatie
De verlaging als bedoeld in artikel 27 van de wet bedraagt:
- a.
20% van de gehuwdennorm indien een woning wordt bewoond waaraan voor belanghebbende geen kosten van huur of hypotheeklasten verbonden zijn;
- b.
10% van de gehuwdennorm indien geen woning bewoond wordt.
Artikel 6 Verlaging toeslag alleenstaanden van 21 en 22 jaar
- 1.
De verlaging als bedoeld in artikel 29 van de wet bedraagt:
- a.
20% van de gehuwdennorm indien het een belanghebbende van 21 jaar betreft;
- b.
10% van de gehuwdennorm indien het een belanghebbende van 22 jaar betreft.
- 2.
In afwijking van het eerste lid wordt de verlaging vastgesteld op de hoogte van de op grond van artikel 3 toegekende toeslag, indien deze toeslag minder bedraagt dan de verlaging waartoe toepassing van het eerste lid zou leiden.
Hoofdstuk 4 Slotbepalingen
Artikel 7 Uitvoering
De uitvoering van deze verordening berust bij het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 8 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van de openbare bekendmaking.
Artikel 9 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2008”.