Organisatie | BAR-organisatie |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Sociaal statuut en plan BAR-samenwerking |
Citeertitel | Sociaal statuut en plan BAR-samenwerking |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | personeel en organisatie |
Dit sociaal statuut en plan voor de BAR-samenwerking geldt tot en met 31 december 2017.
Onbekend.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2018 | nieuwe regeling | 24-12-2013 Onbekend. | Onbekend. |
In december 2012 hebben de gemeenteraden van de gemeenten Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk besloten tot een intensieve ambtelijke samenwerking. De uitgangspunten van deze samenwerking zijn vastgelegd in de bestuurlijke documenten BAR-beter en de BAR-code.
Met ingang van 1 januari 2014 komen alle ambtenaren van de BAR-gemeenten in dienst bij de Gemeenschappelijke Regeling BAR (= in het vervolg GR). Dit sociaal statuut en plan voor de BAR-samenwerking bevat de procedureafspraken, de rechten en plichten van de ambtenaren die overgedragen worden naar de GR. Aangezien dit sociaal statuut en plan geldt tot 2018 geeft het ook regels voor eventuele organisatiewijzigingen of uitbestedingen bij de afzonderlijke BAR-gemeenten en de GR in de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2017.
Gedurende de looptijd van dit sociaal statuut en plan hanteert het bestuur drie belangrijke uitgangspunten: geen gedwongen ontslagen, werk- en bezoldigingsgarantie voor ambtenaren.
Hij of zij die door of vanwege de gemeente is aangesteld in ambtelijke dienst of met wie de gemeente een arbeidsovereenkomst heeft gesloten.
Een arbeidsrechtelijke rechtsverhouding op grond van de ambtenarenwet.
De CAO voor gemeenteambtenaren (CAR UWO) hanteert het uitgangspunt dat de medewerkers worden aangesteld als ambtenaar. Er is één uitzondering mogelijk. Oproepkrachten met in de regel een flexibel aantal uren per werkweek, kunnen een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht krijgen op grond van artikel 2:5 CAR UWO.
Het samenwerkingsverband tussen de gemeenten Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk.
Een door de gemeenteraden van de BAR-gemeenten vastgesteld document waarin de bestuurlijke uitgangspunten voor de BAR-samenwerking zijn vastgelegd.
(BAR-) directie vóór oprichting GR
Het overlegorgaan van de gezamenlijke directieteams van de drie BAR-gemeenten, waaronder de gemeentesecretarissen.
(BAR-)directie na oprichting GR
Het hoogste management van de GR, oftewel de directieraad.
De medezeggenschapscommissie voor de drie BAR-gemeenten gezamenlijk die ingesteld is door de lokale ondernemingsraden. De BAR-MC voert overleg ten behoeve van de drie lokale ondernemingsraden over BAR-aangelegenheden. Zij brengt advies uit aan de lokale ondernemingsraden van de drie afzonderlijke gemeenten over het gezamenlijk te nemen besluit. De bevoegdheden van de Wet op de ondernemingsraden worden formeel uitgeoefend door de lokale ondernemingsraden.
De ondernemingsraad van de GR die op grond van de Wet op de ondernemingsraden is ingesteld en handelt.
Iedere BAR-gemeente heeft een apart en autonoom bestuur dat de taken uit de gemeentewet uitvoert. Het bestuur van een gemeente bestaat uit de gemeenteraad en het college van burgemeester & wethouders.
Het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling BAR die voor de drie besturen van de BAR-gemeenten bevoegdheden uitvoert op grond van een mandaat. Het mandaat ligt vast in de GR of een mandatenregeling voor de GR.
Salaris (=schaalbedrag) inclusief vaste toelagen en vergoedingen, doch exclusief onkostenvergoedingen.
Bijzonder Georganiseerd Overleg voor de drie BAR-gemeenten gezamenlijk dat middels een convenant tussen de bonden en de BAR-college’s is ingesteld. Het BGO-BAR voert technisch overleg namens de lokale GO’s en de drie colleges op grond van de mandaten uit het convenant. De besluitvorming vindt plaats in de lokale GO’s van de BAR-gemeenten.
Het GO van de GR dat is ingesteld op grond van hoofdstuk 12 uit de CAR UWO.
Wacht-, storings-, gladheids-, onregelmatige diensten en arbeidsduur verruiming op grond van artikel 2:7a CAR UWO.
De vakorganisaties die actief zijn bij de BAR-gemeenten zijn de ABVAKABOFNV en de CNV Publieke Zaak.
CAO voor gemeenteambtenaren, waarbij de drie gemeenten en de GR zijn aangesloten.
College van burgemeester en wethouders. Iedere BAR-gemeente behoudt ook na de oprichting van de GR haar eigen college.
Zie definitie voor BAR-directie
Maatregelen die er voor moeten zorgen dat de organisatiewijziging of uitbesteding zorgvuldig wordt uitgevoerd en dat het organisatieveranderingsproces soepel verloopt.
Een inventarisatie van zowel de beschikbare formatie, functies, functiebeschrijvingen, competentieprofielen als het organogram van een nieuw organisatieonderdeel van de GR of de externe werkgever die een uitbestede eenheid overneemt van de BAR.
De door de werkgever opgestelde generieke beschrijving van de hoofdtaken en het werk- en denkniveau van deze werkzaamheden.
De verzameling van organieke functiebeschrijvingen die de werkgever heeft vastgesteld.
De functie waar de ambtenaar op kan worden geplaatst met een (nagenoeg) gelijkwaardig hoofdtakenpakket, als de functie die bekleed werd door de ambtenaar voorafgaand aan het plaatsingstraject.
Gemeenschappelijke Regeling (=GR)
Een vergaand publiekrechtelijk samenwerkingsverband tussen verschillende overheidsorganen met een eigen rechtspersoonlijkheid, waardoor het zelfstandig aan het rechtsverkeer kan deelnemen.
De GR is een publiekrechtelijk samenwerkingsverband van de gemeenteraden van Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk, waarin de gehele uitvoeringsorganisatie (nagenoeg het gehele ambtelijk apparaat) is ondergebracht.
De functie die niet passend is maar die de ambtenaar aanvaardt.
Dit is het overleg tussen lokale vakbondsvertegenwoordigers en het college van een BAR-gemeente over lokale arbeidsvoorwaarden en personeelsbeleid op grond van hoofdstuk 12 CAR UWO.
Georganiseerd Overleg van de afzonderlijke BAR-gemeenten. Het BGO-BAR voert namens de lokale GO’s het technisch overleg.
Het GO van de GR ingericht op basis van hoofdstuk 12 CAR UWO.
De afzonderlijke gemeentes hebben ook nog een afzonderlijk GO indien zij ambtenaren in dienst hebben.
Een bevoegdheid van de directie die het mogelijk maakt om in een individueel geval in positieve zin af te wijken van de regels uit het sociaal statuut en plan, als de exacte toepassing van de regels onvoorzien zeer onbillijk uitwerken voor het individu.
Hij of zij die werkzaam is bij de BAR-gemeenten als ambtenaar of inhuurkracht.
Iedere gemeente kent twee medezeggenschapsorganen met elk eigen bevoegdheden en taken.
Het oplossen van een geschil tussen partijen onder begeleiding van een onafhankelijke en professionele conflictbemiddelaar. De mediator doet geen bindende uitspraak maar begeleidt de partijen in het zoeken naar een voor beide partijen acceptabele oplossing.
Een taak van afdeling HRM om ambtenaren die boventallig zijn geworden of in eerste instantie niet geplaatst kunnen worden te begeleiden naar ander (tijdelijk) werk in of buiten de GR.
Het medezeggenschapsorgaan dat op grond van de Wet op de ondernemingsraden is geïnstalleerd en taken uitvoert.
Voor de oprichting van de Gemeenschappelijke Regeling BAR worden de besprekingen en onderhandelingen gevoerd in de door de drie ondernemingsraden gemandateerde BAR-MC. De besluitvorming blijft plaatsvinden in de ondernemingsraden van de BAR-gemeenten.
Een medewerker, met in de regel een flexibel aantal uren per werkweek, waarmee een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is afgesloten op grond van artikel 2:5 CAR UWO.
Een belangrijke wijziging in de organisatiestructuur of een inkrimping van de beschikbare werkgelegenheid bij een of meerdere BAR-gemeenten of bij de GR, zoals bedoeld in artikel 25 van de Wet op de ondernemingsraden. Of de wijziging belangrijk is kan afgemeten worden aan
De in- en externe begeleiding van een ambtenaar enerzijds in het vinden van een geschikte functie buiten de gemeentelijke organisatie of de GR of anderzijds het bieden van ondersteuning bij het opstarten van een eigen bedrijf.
De functie waar de ambtenaar in de GR op wordt geplaatst die in overeenstemming is met het niveau en hoofdtakenpakket van de functie die de medewerker voor de plaatsing uitvoerde. Een functie is passend als het nieuwe functionele niveau maximaal één schaal onder het niveau ligt van de functie die de medewerker voor de plaatsing formeel bekleedde.
Het proces waarbij de ambtenaar wordt overgeplaatst naar een nieuw organisatieonderdeel of uit dienst treedt bij de huidige werkgever en in dienst komt bij de GR of een andere werkgever die de gemeentelijke taken heeft overgenomen.
Een onafhankelijk adviesorgaan van de directie, bestaande uit externe vertegenwoordigers van het bestuur en de bonden. De plaatsingscommissie adviseert over plaatsing en inpassing. Dit advies is voor de BAR-directie een zwaarwegende grond voor het plaatsingsbesluit.
Een inventarisatie van de bemensing van een organisatorische eenheid of de organisatie van een andere werkgever en de rechtspositie van de individuele ambtenaren (inpassing); een was-wordt-lijst.
Autonomie van de gemeenteraad om zelfstandig een beslissing te nemen over organisatiewijzigingen, uitbestedingen, het aangaan van samenwerkingsverbanden en het vaststellen van budgetten
Gemeentelijke taken welke uitbesteed worden aan een marktpartij.
Het individuele arbeidsvoorwaardenpakket; dus het geheel van de functie, schaal, deeltijdfactor, salaris, vaste toelagen, vergoedingen en eventuele garanties.
Een overzicht waarop per ambtenaar is aangegeven wat zijn arbeidsvoorwaarden zijn vóór de reorganisatie of uitbesteding en op welke arbeidsvoorwaarden hij recht heeft na plaatsing, indien na de plaatsing een andere cao of een andere arbeidsvoorwaardenregeling van toepassing is.
Schaalbedrag uit de salarisschaal voor gemeenteambtenaren.
De procedure voor de overplaatsing van ambtenaren bij organisatiewijzigingen of uitbesteding.
Het sociaal plan is een arbeidsrechtelijk vangnet voor organisatiewijzigingen, uitbestedingen en inkrimpingen. Enerzijds de arbeidsrechtelijke kaders (rechten en plichten) voor de ambtenaren die te maken krijgen met organisatiewijzigingen, uitbesteding of inkrimping. Anderzijds het flankerend beleid om een wijziging soepel te laten verlopen.
De vaste, door de leidinggevende aangewezen, plaats waar de ambtenaar geacht wordt zijn werkzaamheden te verrichten of van waaruit hij vertrekt om zijn werkzaamheden te verrichten.
Een overplaatsing waarbij de ambtenaar op de hoofdtaken één-op-één wordt overgeplaatst naar een nieuw organisatieonderdeel, met behoud van het functie- en bezoldigingsniveau. Hierbij is geen sprake van reflecteren of intern solliciteren.
Een extra bedrag waar de ambtenaar maandelijks recht op heeft bovenop het salaris vanwege een persoonlijke verdienste of een persoonlijke afspraak. Denk hierbij met name aan de persoonlijke toelage voor het uitmuntend functioneren of een compensatie voor hogere beloningen van soortgelijke functies in de arbeidsmarkt.
In dit document is uitbesteding de verzamelterm voor privatiseringen, verzelfstandigingen en publiek rechtelijke taakoverhevelingen.
Een tegemoetkoming voor het verrichten van bijzondere diensten of het maken van onkosten.
Een onderdeel van de gemeentelijke organisatie die los wordt gemaakt van de gemeentelijke organisatie en ondergebracht wordt in een aparte juridische entiteit
Een overzicht waarop per medewerker is aangegeven bij welk organisatieonderdeel hij werkzaam is voor de reorganisatie en bij welk organisatieonderdeel of externe werkgever hij geplaatst wordt na de reorganisatie.
Dit sociaal statuut en plan is van toepassing op: ambtenaren en arbeidscontractanten in dienst van de gemeenten Barendrecht, Albrandswaard, Ridderkerk en de GR. Dit sociaal statuut en plan is ook van toepassing op de ambtenaren met een tijdelijke aanstelling bij wijze van proef, die een schriftelijk vooruitzicht hebben gekregen op een vaste aanstelling, en zij voldoende functioneren.
Dit sociaal statuut en plan geldt niet voor:
Ambtenaren die een tijdelijke aanstelling c.q. een tijdelijk contract hebben gekregen zonder vooruitzicht op een vast dienstverband. Voor hen loopt het dienstverband van rechtswege af. Zij vallen onder de werking van het sociaal statuut en plan tot de beëindigingdatum van de arbeidsrelatie. Zij kunnen dus alleen een beroep doen op de basis re-integratiefaciliteiten uit hoofdstuk 10d CAR UWO.
Dit hoofdstuk bevat algemene procedureafspraken voor organisatiewijzigingen of uitbestedingen bij een van de BAR-gemeenten of de Gemeenschappelijke Regeling BAR, welke consequenties hebben voor de dienstbetrekking of de rechtspositie van groepen ambtenaren. De rechten en verplichtingen van de ambtenaren en het flankerend beleid bij organisatiewijzigingen of uitbestedingen zijn opgenomen in hoofdstuk II van dit sociaal statuut en plan.
§ 1.1 Voorbereiding van organisatiewijziging of uitbesteding
Mocht het bestuur een extern onderzoek laten instellen naar een organisatiewijziging of een uitbesteding, die mogelijk personele consequenties heeft, dan informeert zij vooraf de ondernemingsraad en het GO. De ondernemingsraad ontvangt een schriftelijk verzoek om een advies uit te brengen conform artikel 25 lid 1 sub n WOR.
Mocht het bestuur of de bonden van oordeel zijn dat er voor de implementatie van een voorgenomen organisatiewijziging of uitbesteding aanvullende afspraken op dit sociaal statuut en plan nodig zijn, dan moet er in het GO vooraf overeenstemming worden bereikt over de aanvullende maatregelen c.q. wijzigingen op dit sociaal statuut en plan.
De algemene uitgangspunten voor de plaatsingstrajecten zijn:
Indien de ambtenaren technisch geplaatst kunnen worden na de herinrichting van de organisatie van de GR, dan spreekt het bestuur in het GO af dat een formatieplan achterwege kan blijven. In plaats van een formatieplan stelt de directie dan een voorgenomen plaatsingsplan op met een opsomming van alle individuele technische plaatsingen per organisatie-eenheid. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een was-wordt-lijst.
Indien de ambtenaren door de organisatiewijziging of uitbesteding te maken gaan krijgen met een andere CAO of een andere overheidsinstantie, dan stelt het bestuur per individuele ambtenaar een rechtspositie- en pensioenvergelijking op. Er wordt ook een vergelijking opgesteld van de collectieve arbeidsvoorwaardenregelingen.
Voor iedere organisatiewijziging, uitbesteding of inkrimping stelt de directie een planning en communicatieplan op voor de plaatsingsprocedure. Het GO en de medewerkers worden tijdig hierover geïnformeerd.
De leden van de plaatsingscommissie zijn niet in dienst bij de BAR-gemeenten of de GR.
Nadat de plaatsingscommissie de directie heeft geadviseerd over individuele plaatsingen en inpassingen, neemt de directie een besluit. Zij stelt de ambtenaar daarvan per omgaande schriftelijk op de hoogte met een afschrift van het individuele advies van de plaatsingscommissie.
Tegen het besluit van het bestuur staat bezwaar en beroep open conform de Algemene wet bestuursrecht. Het bezwaar moet binnen zes weken schriftelijk worden ingediend bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en voorzien zijn van een motivering. Het beroep wordt ingesteld bij de rechtbank te Rotterdam.
Dit hoofdstuk bevat een opsomming van de rechten en plichten van de ambtenaren die werkzaam zijn bij een organisatieonderdeel dat gereorganiseerd, uitbesteed of opgeheven wordt. Tevens beschrijft dit hoofdstuk uit het sociaal statuut en plan de flankerende maatregelen die het plaatsingsproces bevorderen.
Onder salarisperspectief wordt verstaan dat de ambtenaar recht heeft op de resterende periodieke verhogingen uit de functionele schaal, waarin hij voorafgaande aan de (her)plaatsing formeel is geplaatst. Bevorderingen naar een hogere periodiek worden verstrekt conform het lokale beleid voor beloning en bevordering.
Ambtenaren die ge- of herplaatst worden ten gevolge van een organisatiewijziging behouden hun vaste bruto persoonlijke en garantietoelagen. De eventuele voorwaarden waaronder deze toelagen zijn verstrekt blijven onverkort gelden. Wordt de ambtenaar ge- of herplaatst in een hogere functionele schaal, dan worden deze toelagen voor zover mogelijk geïncorporeerd in de nieuwe inschaling. Voor het niet in te passen bruto bestanddeel wordt een vaste bruto garantietoelage verstrekt.
Onder bijzondere diensten wordt verstaan: wacht-, storings-, gladheids-, onregelmatige diensten en arbeidsduur verruiming op grond van artikel 2:7a CAR UWO.
Onder dienstjaren in het kader van de toepassing van de bovenwettelijke werkloosheidsuitkering en bovenwettelijke re-integratiemaatregelen (hoofdstuk 10a en 10d CAR UWO) worden begrepen de dienstjaren bij de GR, inclusief de aaneengesloten dienstjaren opgebouwd bij de gemeenten Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk.
§ 2.2 Plaatsing bevorderende maatregelen
Wordt de ambtenaar bij voorkeur tijdelijk boventallig geplaatst op een passend takenpakket of krijgt hij tijdelijk in- of extern werkzaamheden opgedragen in afwachting van een onderzoek naar de mogelijkheden van een definitieve plaatsing op een reguliere passende of geschikte functie binnen of buiten de GR. Deze ambtenaar krijgt bij interne sollicitatieprocedures een voorkeursbehandeling
Het opleidingsbudget van de BAR-gemeenten of de GR wordt ingezet met de volgende prioriteitsstelling:
1e prioriteit wordt toegekend aan opleidings- en/of coachingskosten voor mobiliteit bevorderende maatregelen;
2e prioriteit wordt toegekend aan de voor de functie-uitoefening noodzakelijke opleidingen c.q. cursussen;
3e prioriteit krijgen de overige opleidingen die het management toekent aan individuele ambtenaren.
Ambtenaren die door het plaatsingstraject boventallig zijn geworden of waarvoor een plaatsing of inpassing niet direct mogelijk is, worden opgevangen door het mobiliteitsbureau onder directe verantwoordelijkheid van de directie. De directie kan een leidinggevende aanwijzen die deze verantwoordelijkheid namens haar draagt.
Daarna stelt het mobiliteitsbureau zo snel mogelijk een plan op om de ambtenaar een passende begeleiding te bieden naar structureel nieuw werk. Het plan kan allerlei maatregelen en acties bevatten zoals: het bieden van extra opleidingen, afspraken over het geleidelijk toegroeien naar een nieuw takenpakket (fasering van toedeling taken), het toewijzen van een mentor of coach, detachering, begeleiding bij het opzetten van een eigen bedrijf ed. Het mobiliteitsbureau brengt de kosten in beeld en adviseert de directie over de financieringswijzen.
Ambtenaren die betrokken zijn bij een organisatiewijziging, uitbesteding of inkrimping kunnen in eerste instantie met hun vragen en opmerkingen terecht bij hun eigen leidinggevende.
Ambtenaren die behoefte hebben aan een vertrouwelijk gesprek kunnen uit eigen beweging een interne vertrouwenspersoon consulteren. De vertrouwenspersonen zijn onafhankelijk. Er vindt naar de werkgever geen informatieoverdracht plaats over individuele gesprekken, tenzij dat met de ambtenaar anders is afgesproken.
Outplacement afspraken worden op maat gemaakt op basis van 8:8 CAR UWO. De ambtenaar ontvangt een passende outplacement-ondersteuning waarbij de limieten uit hoofdstuk 10d CAR UWO niet gehanteerd hoeven te worden, mocht dat nodig zijn voor de begeleiding naar ander werk. Ambtenaar en directie zetten zich actief in voor externe plaatsing in een structureel passende of geschikte functie. Dit vergt van de ambtenaar onder andere dat hij actief meewerkt aan detachering en de outplacementafspraken nakomt.
Reorganisatieontslag zonder vooruitzicht op werk wordt tot een minimum beperkt. Hiervan kan sprake zijn als de ambtenaar zich onvoldoende inspant, de afspraken niet nakomt of de begeleiding naar ander werk na uiterste inspanning geen resultaten oplevert. In het uiterste geval dat een ambtenaar structureel verwijtbaar handelt, behoort strafontslag tot de mogelijkheden.
§ 2.3 Uitbesteding en inkrimping
Ambtenaren die werkzaam zijn bij een organisatieonderdeel dat uitbesteed wordt en ondanks uiterste inspanningen niet geplaatst kunnen worden, komen in eerste instantie in aanmerking voor een bovenformatieve plaatsing bij de GR. Als na intern onderzoek blijkt dat er binnen een redelijke periode geen uitzicht is op plaatsing in een passende of geschikte functie, kan een passende regeling op grond van artikel 8:8 CAR UWO worden afgesproken. In het uiterste geval dat er geen uitzicht is op plaatsing binnen of buiten de GR en bij nalatig handelen van de ambtenaar kan eervol reorganisatieontslag plaatsvinden op grond van artikel 8:3 CAR UWO.
Ambtenaren met een vaste aanstelling krijgen een vast contract bij de nieuwe werkgever. Het bestuur bedingt een extra werkgarantie met de nieuwe werkgever van vijf jaar voor de ambtenaren met een vaste aanstelling. De ambtenaren met een tijdelijke aanstelling krijgen een garantie voor de resterende duur van hun aanstelling of arbeidscontract. Gedurende deze garantieperiode krijgen de verzelfstandigde c.q. geprivatiseerde oud-ambtenaren een mogelijkheid om mee te doen met interne sollicitatieprocedures bij de GR.
Het bestuur zet zich in om aansluiting bij ABP-pensioenfonds te borgen. Hiervoor kan een sterfhuisconstructie worden opgericht. De voorwaarde is wel dat de nieuwe CAO-partijen en de pensioenfondsen hiermee instemmen. Gedurende de periode dat de sterfhuisconstructie wordt opgezet kunnen de ambtenaren al wel gedetacheerd worden bij de nieuwe werkgever.
Indien de CAR UWO blijft gelden voor de uitbestede ambtenaren, dan spant het bestuur zich actief in voor behoud van de bruto bezoldiging conform de bepalingen uit paragraaf 2.1. Mocht de bruto bezoldiging bij de nieuwe werkgever lager uitvallen, dan wordt de bezoldiging gedurende vijf jaar gesuppleerd tot op het niveau van de laatst genoten bruto bezoldiging bij de BAR-gemeente of de GR naar rato van de betrekkingsomvang. Deze suppletie wordt middels één bedrag ineens afgekocht en uitbetaald bij de laatste salarisbetaling, tenzij daarover andere afspraken worden gemaakt.
Indien de uitbestede ambtenaren onder een andere CAO vallen, dan vindt er een netto inkomensvergelijking plaats, waarbij ook de pensioen- en sociale premies worden betrokken. Het bestuur zet zich actief in voor behoud van de netto bezoldiging. Mocht de netto bezoldiging bij de nieuwe werkgever lager uitvallen, dan wordt de bezoldiging bij de nieuwe werkgever gedurende vijf jaar gesuppleerd tot op het niveau van de laatst genoten netto bezoldiging bij de BAR-gemeente of de GR. Deze suppletie wordt bij voorkeur middels één bedrag afgekocht en uitbetaald bij de laatste salarisbetaling.
Bij een belangrijke inkrimping of een opheffing van een organisatieonderdeel bereikt het bestuur in het GO overeenstemming over een afvloeiingsplan. Dit plan bevat afspraken over de wijze waarop het beperken van de beschikbare arbeidsplaatsen wordt gerealiseerd. Dit kan zich voordoen indien de gemeenteraad bezuinigt op de loonkosten of een gemeentelijke taak (gedeeltelijk) niet meer wenst uit te voeren.