Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Beverwijk

Gedragscode voor bestuurders 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBeverwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGedragscode voor bestuurders 2009
CiteertitelGedragscode voor bestuurders 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpGedragscode

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van inwerkingtreding kan niet worden achterhaald en is bij benadering ingevuld.

Deze regeling vervangt de gedragscode voor bestuurders 2003.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 41c
  2. Gemeentewet, art. 69, lid 2
  3. Gemeentewet, art. 15, lid 3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-05-2009nieuwe regeling

14-05-2009

Onbekend.

Raadsstuk 2008/29686

Tekst van de regeling

Intitulé

Gedragscode voor bestuurders 2009

De Raad van de gemeente Beverwijk;

 

gezien het voorstel van het presidium d.d. 25 maart 2009, nummer 2008/29686;

 

gehoord de commissie Algemeen Bestuur, Veiligheid en Middelen d.d. 22 april 2009;

 

gelet op artikel 15, derde lid, 41c en 69, tweede lid, van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende gedragscode voor bestuurders 2009.

 

Inleiding

 

Het gemeentebestuur van Beverwijk bestaat uit betrokken burgers die het beste met de gemeente voor hebben. Vanuit hun eigen politieke achtergrond proberen zij hun doelstellingen zo goed mogelijk te bereiken. Zij vinden het belangrijk om met elkaar daarbij de geldende spelregels van de wet te hanteren maar daarnaast geldt hierbij meer: de beeldvorming van de burger. Daarbij gaat het om de integriteit van het gemeentebestuur. Daarvoor zijn alle bestuurders, zowel de leden van het college als de raad ook afhankelijk van elkaar. Met deze gedragscode spreekt men met elkaar enkele uitgangspunten af met betrekking tot integriteit.

 

De belangen van de gemeente en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer. Bestuurlijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt, wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarvoor verantwoording af te leggen.

 

Verantwoording wordt intern afgelegd aan college en de gemeenteraad maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie bestuurders hun functie vervullen.

 

Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst bestuurlijke integriteit in een breder perspectief:

 

  • -

    Onkreukbaarheid

  • Het handelen van een bestuurder is uitsluitend gericht op het belang van de gemeente.

 

  • -

    Onafhankelijkheid

  • Het handelen van een bestuurder wordt gekenmerkt door onpartijdigheid. Dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met andere dan gemeentelijke belangen en dat iedere schijn van belangenvermenging wordt vermeden.

 

  • -

    Openheid

  • Het handelen van een bestuurder is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen inzicht hebben in het handelen van de bestuurder en de beweegredenen daarbij.

 

  • -

    Betrouwbaarheid

  • Op een bestuurder moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij uitsluitend aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

 

  • -

    Zorgvuldigheid

  • Het handelen van een bestuurder is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.

 

Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende afspraken. Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden.

I. Algemene bepalingen.

  • 1.1

    Deze code geldt voor de bestuurders van de gemeente Beverwijk.

  • 1.2

    Onder een bestuurder wordt verstaan: de burgemeester, een lid van het college van burgemeester en wethouders of een lid van de (duo) Raad.

  • 1.3

    In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in het college respectievelijk de raad.

  • 1.4

    De code is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 1.5

    Bestuurders ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

  • 1.6

    Nieuwe bestuurders krijgen informatie over de toepassing van de gedragscode in de praktijk.

II. Belangenverstrengeling en aanbesteding.

  • 2.1

    Dit artikel is alleen van toepassing op wethouders en de burgemeester.

  • 2.2

    Een bestuurder doet opgave van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 2.3

    Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt de bestuurder elke schijn van bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

  • 2.4

    Een oud-bestuurder wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente Beverwijk.

  • 2.5

    Een bestuurder die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 2.6

    Een bestuurder neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente Beverwijk geen faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden

  • 2.7

    Een bestuurder die een persoonlijk belang heeft bij een onderwerp dat in het college, een raadscommissie of de raad aan de orde komt, voorkomt te allen tijde de schijn van belangenverstrengeling door zich terughoudend op te stellen bij de discussie over dit onderwerp.

III. Nevenfuncties.

  • 3.1

    Een bestuurder vervult geen nevenfuncties waarbij die strijdig zijn met het belang van de gemeente.

  • 3.2

    Een bestuurder maakt melding van al zijn nevenfuncties waarbij bovendien wordt aangegeven of de functie wel of niet bezoldigd is. Deze gegevens worden openbaar gemaakt.

  • 3.3

    Genoten vergoedingen uit een qualitate qua nevenfunctie worden gestort in de gemeentekas.

  • 3.4

    Onkosten gemaakt wegens een qualitate qua nevenfunctie worden in beginsel door het desbetreffende orgaan vergoed.

IV. Informatie

  • 4.1

    Een bestuurder gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij verstrekt geen geheime informatie.

  • 4.2

    Een bestuurder houdt geen informatie achter, tenzij deze geheim is en het niet geven van informatie mogelijk is op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.

  • 4.3

    Een bestuurder maakt niet ten eigen bate of voor zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt  verkregen informatie. 

V. Meningsuiting

  • 5.1

    Een bestuurder formuleert zijn schriftelijke en mondelinge meningsuiting zorgvuldig, draagt zorg voor een degelijke feitenonderbouwing en legt daar rekenschap over af.

  • 5.2

    Een bestuurder geeft een eventuele aangesprokene volop de gelegenheid direct op het in het openbaar beweerde te reageren. Bijvoorkeur via debatten in de vergaderingen van de raad en zijn commissies of anderszins.

  • 5.3

    De bestuurder draagt er zorg voor dat de toonzetting van de beweringen niet geschiedt in persoonlijk grievende bewoordingen.

  • 5.4

    Een bestuurder spreekt zich in het openbaar niet uit over het functioneren van specifieke of alle bij de gemeente Beverwijk werkzame ambtenaren.

  • 5.5

    Indien naderhand blijkt dat de beweringen van de bestuurder onjuist blijken te zijn, wordt dat door de betrokken bestuurder ruiterlijk toegegeven en publiekelijk gerectificeerd.

VI. Aannemen van geschenken

  • 6.1

    Geschenken en giften die de bestuurder ontvangt uit hoofde van de functie worden aangemerkt als gemeente-eigendom.

  • 6.2

    Van de ontvangen geschenken en giften wordt een voorraadadministratie bijgehouden welke administratie onder de verantwoordelijkheid van de gemeentesecretaris dan wel, indien het geschenken aan de leden van de raad betreft, de griffier valt.

  • 6.3

    Geschenken en giften worden niet op het huisadres ontvangen. Geschenken die bij afwezigheid van de desbetreffende bestuurder op het huisadres worden ontvangen, worden altijd gemeld in het college dan wel de raad.

  • 6.4

    Als persoonlijke geschenken worden die geschenken aangemerkt welke de waarde van 50 euro niet te boven gaan.

  • 6.5

    Persoonlijk geschenken met een waarde hoger dan 50 euro worden geweigerd.

  • 6.6

    Indien weigering van het persoonlijk geschenk om bestuurlijke/protocolaire redenen niet mogelijk is, wordt het bedoelde geschenk opgevat als een gemeentelijk geschenk. Registratie en afhandeling vinden plaats conform de procedure voor gemeentelijke geschenken.

Artikel VII. Bestuurlijke uitgaven.

  • 7.1

    Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond. Uitgaven worden vergoed voor zover zij redelijk en verantwoord worden geacht.

  • 7.2

    Ter bepaling van de functionaliteit van bestuurlijke uitgaven worden de volgende criteria gehanteerd:

    • -

      met de uitgave is het belang van de gemeente Beverwijk gediend;

    • -

      de uitgave vloeit voort uit de functie.

VIII. Declaraties.

  • 8.1

    Bestuurlijke uitgaven worden op declaratiebasis vergoed aan de bestuurder onder de navolgende voorwaarden:

    • -

      declaraties en rekeningen zijn inzichtelijk en transparant;

    • -

      de uitgaven vallen niet onder een andere kosten(vergoedings)regeling.

  • 8.2

    Declaraties worden afgewikkeld volgens een daartoe vastgestelde administratieve procedure.

  • 8.3

    Een declaratie wordt ingediend door middel van een daartoe vastgesteld formulier. Bij het formulier wordt een betalingsbewijs gevoegd en op het formulier wordt de functionaliteit van de uitgave vermeld.

  • 8.4

    Gemaakte kosten worden binnen een maand gedeclareerd. Eventuele voorschotten worden voor zover mogelijk binnen een maand afgerekend.

  • 8.5

    De gemeentesecretaris respectievelijk de griffier is verantwoordelijk voor een deugdelijke administratieve afhandeling en registratie van declaraties.

  • 8.6

    In geval van twijfel over een declaratie, wordt deze voorgelegd aan de burgemeester.

IX. Reizen buitenland

  • 9.1

    Een bestuurder die het voornemen heeft een buitenlandse dienstreis te maken, heeft  daarvoor toestemming nodig van het college van burgemeester en wethouders indien het  de burgemeester of een wethouder betreft. Betreft het een raadslid dan heeft hij daarvoor toestemming nodig van het seniorenconvent. De raad wordt van het besluit op de hoogte gesteld.

  • 9.2

    De bestuurder die het voornemen heeft een buitenlandse dienstreis te maken verschaft informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap en de geraamde kosten.

  • 9.3

    Met inachtneming van het bepaalde in artikel 9.1 van deze gedragscode worden uitnodigingen voor reizen, werkbezoeken en dergelijke op kosten van derden altijd besproken in het college van burgemeester en wethouders dan wel het seniorenconvent en onder meer getoetst op het risico van belangenverstrengeling.

  • 9.4

    Van de reis wordt een verslag opgesteld. Buitenlandse reizen worden vermeld in een jaarverslag.

  • 9.5

    Het ten laste van de gemeente Beverwijk meereizen van de partner van een bestuurder is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente Beverwijk daarmee is gediend. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 9.1. van deze gedragscode wordt het meereizen van de partner betrokken bij de besluitvorming van het college dan wel het seniorenconvent.

  • 9.6

    Het anderszins meereizen van derden op kosten van de gemeente Beverwijk is niet toegestaan. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 9.1 van deze gedragscode wordt het meereizen van derden op eigen kosten toegestaan en in dat geval bij de besluitvorming van het college dan wel het seniorenconvent betrokken.

  • 9.7

    Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privé-doeleinden is toegestaan, mits dit is betrokken bij de besluitvorming van het college. De extra reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van de bestuurder.

  • 9.8

    De in verband met de buitenlandse dienstreis gedane functionele uitgaven worden vergoed conform de geldende regelingen. Uitgaven worden vergoed voor zover zij redelijk en verantwoord worden geacht.

X. Schending van de code

  • 10.1

    De voorzitter van de raad heeft een eigen rol ten aanzien van gedragingen van raadsleden en duo-raadsleden. Indien het vermoeden bestaat dat een (duo)raadslid  een bepaling van de code overtreedt, stelt de voorzitter, hetzij uit eigen beweging, hetzij op verzoek van leden van de raad, een onderzoek in. De voorzitter bespreekt de kwestie met betrokkene. Waar dit niet het gewenste effect heeft, legt de voorzitter de kwestie voor aan de desbetreffende fractievoorzitter  dan wel de vice-fractievoorzitter. Treedt er geen verandering op in de handelingen van het betreffende (duo)raadslid, dan informeert de voorzitter het seniorenconvent van de raad. De voorzitter formuleert daarbij een eindconclusie met betrekking tot de gedraging van het betrokken lid.

  • 10.2

    De overige leden van de raad maken een overtreding van de code door de voorzitter – in diens rol als voorzitter van de raad – aanhangig bij het seniorenconvent van de raad.

  • 10.3

    Het bepaalde in het eerste en tweede lid is van overeenkomstige toepassing op de voorzitter van het college en de leden van het college.

XI. Intrekking oude gedragscode

De gedragscode voor bestuurders, vastgesteld bij raadsbesluit van 10 maart 2003, nummer 2003/541, wordt ingetrokken.

XII Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als gedragscode voor bestuurders 2009.

Beverwijk, 14 mei 2009

de raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter