Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Beverwijk

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Beverwijk houdende regels omtrent rekenkamercommissie Verordening op de rekenkamercommissie 2006

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBeverwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Beverwijk houdende regels omtrent rekenkamercommissie Verordening op de rekenkamercommissie 2006
CiteertitelVerordening op de rekenkamercommissie 2006
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpRekenkamercommissie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening op de rekenkamercommissie 2002.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 81oa Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-07-2016artikel 1, artikel 3 en artikel 7

30-06-2006

Gemeenteblad 2016, 94139

INT-16-27118
19-10-200614-07-2016Onbekend

12-10-2006

Onbekend

Raadsstuk 2006/8920

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de rekenkamercommissie 2006

De raad van de gemeente Beverwijk;

 

gezien het voorstel van het raadspresidium d.d. 23 augustus 2006, nr. 2006/8920;

 

gehoord de commissie Algemeen Bestuur, Veiligheid en Middelen d.d. 27 september 2006;

 

gelet op artikel 81oa van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

Vast te stellen de volgende Verordening op de rekenkamercommissie 2006:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Gemeentewet:

  • b.

    commissie: rekenkamercommissie;

  • c.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie:

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Beverwijk;

  • f.

    presidium: het presidium als bedoeld in artikel 5 van het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1.

    Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2.

    De rekenkamercommissie bestaat uit vijf leden.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1.

    De raad benoemt op voorstel van het presidium twee leden uit zijn midden en drie onafhankelijke leden.

  • 2.

    De raad neemt bij het benoemen van de raadsleden in de commissie het volgende in acht: één der leden wordt benoemd uit de leden van de fracties die tezamen de coalitie vormen, het andere lid wordt benoemd uit de leden van de overige fracties

  • 3.

    De leden van de rekenkamercommissie worden voor een periode gelijk aan de zittingsduur van de raad benoemd.

  • 4.

    De raad benoemt op voorstel van het presidium uit de onafhankelijke leden van de commissie een voorzitter en plaatsvervangend voorzitter.

  • 5.

    De onafhankelijke leden moeten specifieke deskundigheid hebben op het terrein van de in artikel 182 van de wet genoemde onderzoeken bij de overheid, bij voorkeur bij de lokale overheid.

Artikel 4 Eed en gedragscode

  • 1.

    Ten aanzien van de onafhankelijke leden is artikel 81g van de wet van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    De gedragscode voor bestuurders is zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing op de onafhankelijke leden.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1.

    De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 3, derde lid, eindigt het lidmaatschap van een raadslid: a.  op eigen verzoek; b.  indien het lid aftreedt als lid van de raad; c.  indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van de rekenkamercommissie te vervullen.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 3, derde lid, eindigt het lidmaatschap van een onafhankelijk lid:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

  • 4.

    De onafhankelijke leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen. Zij kunnen tevens worden ontslagen indien zij het vertrouwen van de raad hebben verloren.

Artikel 6 Vergoeding voor de onafhankelijke leden

  • 1.

    De onafhankelijke leden van de commissie ontvangen een vaste vergoeding per maand voor het bijwonen van de vergaderingen en het verrichten van overige werkzaamheden voor de commissie. De raad stelt deze vergoeding bij aanvang van de nieuwe raadsperiode vast.

  • 2.

    De vergoeding genoemd in het eerste lid komt ten laste van het budget van de commissie.

Artikel 7 Ondersteuning

  • 1.

    Het presidium benoemt in overleg met de rekenkamercommissie een ondersteuner en bepaalt in welke mate de ondersteuning het meest doelmatig en doeltreffend is;

  • 2.

    De onder het eerste lid benoemde functionaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop ondersteunende taken worden verricht en draagt in ieder geval zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers en staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

Artikel 8 Werkwijze

  • 1.

    De voorzitter draagt zorg voor het periodiek bijeenroepen van de rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de voortgang van de uitgangspunten en werkwijze, het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming en coördineert de werkzaamheden van de commissie, stuurt de onderzoeken aan en presenteert de onderzoeksresultaten.

  • 2.

    De commissie kan niet beraadslagen of besluiten indien minder dan de helft van het aantal leden aanwezig is of indien de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter afwezig zijn.

  • 3.

    Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen. Indien de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 4.

    De vergaderingen van de commissie worden in beslotenheid gehouden.

  • 5.

    De rekenkamercommissie kan in een vergadering, op grond van een belang genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, geheimhouding opleggen omtrent het in de vergadering behandelde en over de inhoud van de stukken die aan de commissie zijn overgelegd.

  • 6.

    De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de commissie haar opheft. Betreft het stukken waarover door andere organen geheimhouding is opgelegd, of het verslag van de behandeling van dergelijke stukken, dan blijft de geheimhouding gehandhaafd totdat het betreffende orgaan of de raad deze opheft.

Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1.

    De rekenkamercommissie stelt het onderzoeksprogramma vast.

  • 2.

    De raad, het college alsmede burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties kunnen de rekenkamercommissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamercommissie bericht de raad alsmede de verzoeker tot het houden van een onderzoek binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de rekenkamercommissie niet aan een verzoek voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 10 Uitvoering Onderzoek

  • 1.

    De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vaststelde onderzoeksopzet.

  • 2.

    De commissie is bevoegd alle documenten en andere informatiedragers die bij het gemeentebestuur berusten te onderzoeken voor zover zij dat ter vervulling van haar taak nodig acht.

  • 3.

    De commissie is bevoegd van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4.

    De commissie heeft de in de leden 5 en 6 vermelde bevoegdheden ten aanzien van de volgende instellingen en over de volgende periode: a. openbare lichamen en gemeenschappelijke organen ingesteld krachtens de Wet gemeenschappelijke regelingen, waaraan de gemeente deelneemt, over de jaren dat de gemeente deelneemt in de regeling; b. naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid waarvan de gemeente meer dan vijftig procent van het geplaatste aandelenkapitaal houdt, over de jaren dat de gemeente meer dan vijftig procent van het geplaatste aandelenkapitaal houdt; c. andere privaatrechtelijke rechtspersonen waaraan de gemeente of een derde voor rekening en risico van de gemeente rechtstreeks of middellijk een subsidie, lening of garantie heeft verstrekt ten bedrage van ten minste vijftig procent van de baten van deze instelling, over de jaren waarop deze subsidie, lening of garantie betrekking heeft.

  • 5.

    De commissie is bevoegd bij de betrokken instelling nadere inlichtingen in te winnen over de jaarrekeningen, daarop betrekking hebbende rapporten van hen die  deze jaarrekeningen hebben gecontroleerd en overige documenten met betrekking tot die instelling die bij het gemeentebestuur berusten. Indien een of meer documenten ontbreken, kan de commissie van de betrokken instelling de overlegging daarvan vorderen.

  • 6.

    De commissie kan, indien de documenten, bedoeld in het vijfde lid, daartoe aanleiding geven, bij de betrokken instelling dan wel bij de derde die de administratie in opdracht van de instelling voert, een onderzoek instellen. De commissie stelt de raad en het college van haar voornemen een dergelijk onderzoek in te stellen in kennis.

  • 7.

    De commissie kan terugkoppelen naar de raad op momenten dat zij dat dienstig acht.

Artikel 11 Resultaten onderzoek

  • 1.

    Alvorens een rapport definitief vast te stellen stelt de commissie betrokkenen in de gelegenheid om binnen een haar te stellen termijn, die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze over het conceptrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is geweest. De commissie kan bepalen wie verder als betrokkene wordt aangemerkt.

  • 2.

    Nadat de commissie de zienswijzen heeft besproken, stelt zij het definitieve rapport vast.

Artikel 12 Budget

  • 1.

    De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de gemeentebegroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de kosten van de eventueel door de commissie in te schakelen externe deskundigen;

    • b.

      de overige uitgaven die de commissie nodig oordeelt voor de uitvoering van haar taak.

    • c.

      de kosten van de onafhankelijke leden;

    • d.

      de kosten van het secretariaat van de commissie.

  • 3.

    De commissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verontschuldigd aan de gemeenteraad.

Artikel 13 Citeerartikel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening op de rekenkamercommissie 2006.

  • 2.

    Deze verordening treedt op dag volgend op de dag van bekendmaking in werking.

  • 3.

    Op dat tijdstip vervalt de Verordening op de rekenkamercommissie 2002.

Beverwijk, 12 oktober 2006

de raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,