Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Katwijk

Verordening cliëntenparticipatie sociaal domein Katwijk

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKatwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening cliëntenparticipatie sociaal domein Katwijk
CiteertitelVerordening cliëntenparticipatie sociaal domein Katwijk
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, art. 2.1.3, derde lid
  2. Participatiewet, art. 47
  3. Jeugdwet, art. 2.10
  4. Gemeentewet, art. 150

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2016Nieuwe regeling

19-11-2015

gmb-2016-24628

586923

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie sociaal domein Katwijk

De raad van de gemeente Katwijk;

gelezen het voorstel van het college van 13 oktober 2015 ;

gelet op artikel 2.1.3, derde lid van de Wmo 2015, artikel 47 van de Participatiewet, artikel 2.10 van de Jeugdwet en artikel 150 van de Gemeentewet:

overwegende, dat het noodzakelijk is de cliëntenparticipatie op grond van genoemde wetten bij verordening te regelen;

BESLUIT

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening cliëntenparticipatie sociaal domein Katwijk

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijving

Alle begrippen die in deze verordening gebruikt worden en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)2015,de Participatiewet en de Jeugdwet.

Client:

degene die een beroep doet op ondersteuning door de gemeente binnen het sociale domein:

Cliëntenparticipatie:

de gestructureerde wijze waarop de gemeente betrokkenen en hun vertegenwoordigers betrekt bij de beleidsvorming, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk beleid binnen het sociaal domein.

Beleidsveld sociaal domein:

de domeinen waarop de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015, Jeugdwet en Participatiewet betrekking hebben. Het doel van deze drie wetten is dat alle burgers aan de samenleving mee kunnen doen.

Adviesraad sociaal domein:

het door het college ingestelde orgaan dat het college gevraagd en ongevraagd adviseert over het beleid binnen het sociaal domein.

Artikel 2. Adviesraad sociaal domein

  • 1.

    De personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet en de personen die betrokken zijn bij de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 of de Jeugdwet, worden bij de uitvoering van deze wetten betrokken door middel van de adviesraad sociaal domein.

  • 2.

    De leden van de adviesraad sociaal domein worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college op voordracht van een sollicitatiecommissie bestaande uit de voorzitter en twee leden van de adviesraad.

  • 3.

    Het lidmaatschap van de leden eindigt:

    • op eigen verzoek;

    • door overlijden

    • door het verstrijken van de periode waarvoor men is benoemd, behoudens herbenoeming;

    • door ontslag op voordracht van minimaal 2/3 van het totaal aantal leden op grond van handelen of nalaten van betrokkene waardoor voortzetting als lid van de adviesraad ongewenst wordt geacht

    In bovengenoemde gevallen besluit de voorzitter dit lid aan het college voor te dragen voor ontslag.

  • 4.

    De adviesraad sociaal domein is, voor zover redelijkerwijs mogelijk, zodanig samengesteld dat deze een afspiegeling is van de bij de uitvoering van de in het eerste lid genoemde wetten betrokken personen waarbij sprake is van een evenwichtige verdeling.

  • 5.

    De leden van de adviesraad sociaal domein zijn verplicht tot geheimhouding van niet-openbare gegevens, totdat het college deze gegevens openbaar heeft gemaakt. Artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing.

  • 6.

    Als een cliënt van de gemeente lid is van de adviesraad sociaal domein dan is het lidmaatschap van geen enkele invloed op de behandeling van de cliënt door de medewerkers van de gemeente.

Hoofdstuk 2. Taken en bevoegdheden van gemeentebestuur, en de adviesraad sociaal domein

Artikel 3. Taken van het gemeentebestuur

  • 1.

    Het college zorgt ervoor dat de adviesraad sociaal domein tijdig de nodige informatie wordt verstrekt, zodat de adviesraad naar behoren kan functioneren (informatieplicht).

  • 2.

    Het college stelt de adviesraad sociaal domein na besluitvorming in kennis van het besluit dat op een gegeven advies is genomen.

  • 3.

    Indien het college afwijkt van het uitgebrachte advies van de adviesraad sociaal domein, meldt het college dit met redenen omkleed, aan de adviesraad en meldt dit ook bij het voorstel aan de gemeenteraad. Daarbij wordt aangegeven op welke gronden van het advies is afgeweken (motiveringsplicht).

  • 4.

    In geval van ongevraagde adviezen van de adviesraad sociaal domein verplicht het college zich om binnen zes weken een inhoudelijke reactie te geven op het ingediende advies.

  • 5.

    Tenminste twee keer per jaar vindt overleg plaats tussen de portefeuillehouder(s) sociaal domein en het bestuur van de adviesraad sociaal domein. Verslaglegging van deze overleggen vindt plaats door de contactambtenaar.

Artikel 4. Taken en bevoegdheden van de adviesraad voor het sociaal domein

  • 1.

    Doel en taken van de adviesraad sluiten aan bij de visie op het sociaal domein (Verbinden en Vernieuwen) van de gemeente.

  • 2.

    De adviesraad sociaal domein brengt integraal advies uit over zaken die van belang zijn voor de zelfredzaamheid en participatie van inwoners van Katwijk op de domeinen waarop de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet betrekking hebben (wonen, zorg en welzijn; jeugdhulp; werk en inkomen)

  • 3.

    De adviesraad sociaal domein heeft tot taak om medezeggenschap lokaal vorm te geven en goed te laten aansluiten bij onderling samenhangend gemeentelijk beleid op de hiervoor genoemde beleidsterreinen.

  • 4.

    De adviesraad sociaal domein adviseert het college gevraagd en ongevraagd (mede op basis van de signalering vanuit de achterbannen/collectieve belangenbehartiging).

  • 5.

    Middels de adviezen wordt de gemeente geïnformeerd over de kansen en knelpunten die de adviesraad ziet bij voorgenomen beleid en bij de uitvoering van beleid.

  • 6.

    De adviesraad sociaal domein heeft geen bevoegdheden als het gaat om individuele klachten, bezwaarschriften en andere zaken met betrekking tot een individuele persoon.

Hoofdstuk 3 Ondersteuning en budget adviesraad sociaal domein

Artikel 5. Ondersteuning adviesraad sociaal domein

  • 1.

    Het college stelt een of meerdere ambtenaren aan als contactambtenaar.

  • 2.

    De contactambtenaar is de verbindende schakel tussen gemeente en adviesraad sociaal domein en fungeert als eerste aanspreekpunt en vraagbaak.

  • 3.

    Via en/of door de contactambtena(a)ren vindt regelmatig overleg plaats over lopend en nieuw beleid, ideeën en plannen van het college.

Artikel 6. Budget adviesraad sociaal domein

  • 1.

    De gemeente stelt aan de adviesraad sociaal domein zodanige middelen ter beschikking dat hij redelijkerwijze in staat kan worden geacht zijn taken uit te voeren en namens de achterban gemeenschappelijke belangen te behartigen.

  • 2.

    De (on)kosten van de adviesraad (exclusief de kosten van secretariële ondersteuning ) sociaal domein komen tot maximaal een door de gemeenteraad vast te stellen bedrag in de vorm van een subsidie ten laste van de gemeente, een en ander op basis van een door de adviesraad in te dienen begroting.

  • 3.

    De secretariële ondersteuning van de adviesraad is ondergebracht bij het Welzijnskwartier. De kosten hiervan worden in de subsidieaanvraag van het Welzijnskwartier meegenomen.

  • 4.

    Daarnaast wordt de adviesraad sociaal domein gefaciliteerd door het om niet beschikbaar stellen van gemeentelijke accommodatie voor vergaderingen van de adviesraad.

  • 5.

    Bijzondere kosten (waaronder rolstoelvervoer of het omzetten van geschreven in gesproken taal voor individuele leden van de adviesraad) kunnen door de gemeente op declaratiebasis worden vergoed. Hierover dienen vooraf afspraken gemaakt te worden.

Hoofdstuk 4. Samenstelling en werkwijze adviesraad sociaal domein

Artikel 7. Samenstelling en werkwijze adviesraad sociaal domein

  • 1.

    Het college bewaakt de samenstelling van de adviesraad sociaal domein aan de hand van de volgende uitgangspunten:

    • de adviesraad bestaat uit een kerngroep (bestaande uit 4 à 6 personen) met inhoudelijke kennis op de drie hoofddomeinen Wmo 2015, Jeugdwet en Participatiewet en uit:

    • overige leden (ervaringsdeskundigen met beleidsdeskundigheid in combinatie met een representatieve samenstelling) die de deelgebieden vertegenwoordigen.

  • 2.

    De adviesraad sociaal domein benoemt uit zijn midden een voorzitter, een penningmeester en een secretaris.

  • 3.

    De adviesraad sociaal domein bestaat uit maximaal 15 leden, waaronder de voorzitter.

  • 4.

    Het college bepaalt niet op persoonsniveau wie deelneemt aan de adviesraad sociaal domein.

  • 5.

    De leden zijn bevoegd om zich bij hun advisering te laten ondersteunen door externe deskundigen en/of derden (niet-leden).

  • 6.

    De zittingsduur van de leden van de adviesraad is vier jaar. Deze periode kan eenmaal worden verlengd met vier jaar. In bijzondere gevallen kan worden afgeweken van de maximale duur van lidmaatschap van acht jaar. Bijvoorbeeld wanneer de continuïteit van de cliëntenparticipatie in gevaar komt.

  • 7.

    De adviesraad stelt een rooster van aftreden op, voor een goede balans tussen continuïteit en vernieuwing.

Artikel 8. Profiel leden adviesraad sociaal domein

  • 1.

    Voor alle leden van de adviesraad sociaal domein geldt dat ze geen vertegenwoordigende functie namens een politieke partij in de gemeente Katwijk bekleden, geen lid zijn van het college of de raad en geen ambtenaar zijn van de gemeente Katwijk.

  • 2.

    Leden worden geworven op grond van door de adviesraad sociaal domein, in overleg met de gemeente, opgestelde competentieprofielen.

Hoofdstuk 5. Advisering en communicatie

Artikel 9. Advisering

  • 1.

    Het college betrekt de adviesraad sociaal domein in een zo vroeg mogelijk stadium bij de ontwikkeling en totstandkoming van beleid en regelingen op de omschreven beleidsterreinen en vraagt de adviesraad op een zodanig tijdstip om advies dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

  • 2.

    De gemeente geeft elk halfjaar door middel van een periodieke planning aan wanneer welke adviesaanvraag verwacht kan worden. Daarnaast heeft de adviesraad sociaal domein inzicht in de Lange Termijn Agenda (LTA) van de raad.

  • 3.

    De adviesraad sociaal domein brengt zijn advies uit binnen vier weken na schriftelijk verzoek van het college of zoveel eerder als in redelijkheid haalbaar is, mede gelet op het raadplegen van de betrokken cliënten(belangen)groepen. De adviestermijn kan na overleg met het college met maximaal twee weken worden verlengd.

  • 4.

    Indien de adviesraad sociaal domein kennis neemt van een voorstel aan of van het college, waarover door de adviesraad geen adviesaanvraag is ontvangen, maar waarover het niettemin wenst te adviseren, geeft hij hiervan kennis aan het college. Het advies wordt dan binnen vier weken na de betreffende kennisgeving uitgebracht. De adviestermijn kan na overleg met het college met maximaal twee weken worden verlengd.

  • 5.

    Indien de adviesraad sociaal domein besluit een door het college gevraagd advies niet uit te brengen, geeft hij van dat besluit kennis aan het college onder mededeling van zijn beweegredenen.

  • 6.

    Voor de adviesraad sociaal domein is ook een taak weggelegd in het signaleren van mogelijke ongewenste effecten van beleid in de dagelijkse uitvoeringspraktijk (volgend op vastgestelde verordeningen en beleidsregels).

Artikel 10. Communicatie met de achterban en evaluatie

  • 1.

    De adviesraad sociaal domein investeert actief in communicatie met de achterbannen om de cliënten-(belangen)groepen te bereiken en wijst een vaste contactpersoon per achterban aan op basis van de portefeuilleverdeling binnen de adviesraad.

  • 2.

    De adviesraad onderhoudt periodiek contact met de adviesraden in de omliggende gemeenten in het kader van (sub) regionale beleidsontwikkeling.

  • 3.

    In de eerste twee jaar van de adviesraad sociaal domein wordt in principe twee keer per jaar en vervolgens tenminste eenmaal per jaar een plenaire bijeenkomst georganiseerd met alle aangesloten cliënten(belangen)groepen.

  • 4.

    Jaarlijks evalueert de adviesraad sociaal domein het eigen functioneren onder verantwoordelijkheid van de voorzitter van de adviesraad.

  • 5.

    Jaarlijks vindt er overleg plaats tussen de adviesraad sociaal domein en de portefeuillehouder(s) bij de gemeente teneinde de onderlinge samenwerking te bespreken. In dit overleg wordt ook gekeken naar eventuele wenselijke aanpassingen van de verordening.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 11. Nadere regels en huishoudelijk reglement

  • 1.

    De adviesraad stelt een huishoudelijk reglement vast ter nadere regeling van zijn functioneren.

  • 2.

    De verordening is leidend. Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels geven. Over zaken waarin deze verordening, eventuele nadere regels of het huishoudelijk reglement niet voorziet, beslist het college na overleg met de adviesraad.

Artikel 12.Overgangsregeling zittende leden WMO-adviesraad en StaandeBij

De leden die na inwerkingtreding van deze verordening reeds zitting hebben in de Wmo adviesraad of in het cliëntenpanel StaandeBij kunnen, zonder nieuwe benoeming, lid worden van de adviesraad sociaal domein zoals bedoeld in deze verordening.

Artikel 13. Intrekken oude verordening en convenant

De verordening cliëntenparticipatie Participatiewet Katwijk en het convenant tussen gemeente en Wmo adviesraad worden met ingang van 1 januari 2016 ingetrokken.

Artikel 14. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als Verordening cliëntenparticipatie sociaal domein Katwijk.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 2015

De griffier,

De voorzitter,

Toelichting verordening cliëntenparticipatie sociaal domein Katwijk

Met ingang van 1 januari 2015 zijn de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Participatiewet en de Jeugdwet in werking getreden.

Katwijk kiest ervoor om de diverse wetten binnen het sociale domein niet afzonderlijk te bekijken maar integraal. Voor wat betreft de medezeggenschap van inwoners, doelgroepen en professionals worden minimaal de wettelijke verplichtingen geborgd.

Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan artikel 2.1.3 (derde lid) van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 , artikel 47 van de Participatiewet en artikel 150 van de Gemeentewet.

In de Jeugdwet wordt in artikel 2.10 verwezen naar het genoemde artikel in de Wmo.

Artikelsgewijze toelichting

Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven worden hier behandeld.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

Het begrip ‘sociaal domein’ is breed en kent veel omschrijvingen. In de visienota ‘verbinden en vernieuwen’ (visienota herontwerp sociaal–maatschappelijk domein) wordt het sociaal maatschappelijk domein als volgt omschreven: ‘het sociaal-maatschappelijk domein is het terrein van de gemeente dat zich in beleid en uitvoering richt op de lokale samenleving. Zo omvat het sociaal-maatschappelijk domein onder andere zorg, welzijnswerk, kinderopvang, opvoedingsondersteuning, schuldhulpverlening, minimabeleid, jeugdbeleid, gezondheidsbeleid, leerlingenvervoer, werk en inkomen, leerplicht, opvang voor dak en thuislozen, gezondheidsbeleid, kunst- en cultuurbeleid, sport etc.’

Deze omschrijving is erg breed. In het kader van de verordening is hij toegespitst op de domeinen van de drie wetten (Wmo 2015, Jeugdwet en Participatiewet) en de drie decentralisaties (die inmiddels een feit zijn). Het doel van deze drie wetten is dat alle burgers aan de samenleving mee kunnen doen. Integrale advisering met betrekking tot het sociaal domein moet hierover gaan.

Hoofdstuk 2. Taken en bevoegdheden van het gemeentebestuur en de adviesraad voor het sociaal domein

Artikel 2. Adviesraad sociaal domein

De adviesraad sociaal domein draagt zelf zorg voor het invullen van vacatures als een zittingstermijn is afgelopen en er geen verlenging mogelijk is. Een benoeming door het college geschiedt dan op voordracht van de adviesraad. Dit betekent dat het onderhouden van een netwerk en het ‘scouten’ een permanente activiteit is van de adviesraad.

In het vierde lid van dit artikel wordt verwezen naar artikel 2.5 van de Algemene wet bestuursrecht. Hierin wordt de geheimhouding geregeld van vertrouwelijke gegevens 1 .

Artikel 3. Taken van het gemeentebestuur

Het is van belang dat de adviesraad sociaal domein tijdig weet welke voor de advisering (met betrekking tot de participatie voor burgers in het sociaal domein en de ondersteuning daarvan) van belang zijnde notities op de planning staan. Voor wat betreft de notities die naar de raad gaan kan de adviesraad de Lange Termijn Agenda (LTA) raadplegen. Hier staan echter geen notities op die alleen naar het college gaan.

Voor wat betreft ‘sociaal domein notities’ die door het college vastgesteld worden zal een halfjaarlijke planning opgesteld worden en naar de adviesraad gestuurd worden.

Zie verder de toelichting onder 9.

Artikel 4. Taken en bevoegdheden van de adviesraad het sociaal domein

In dit artikel zijn de taken en bevoegdheden geregeld van de adviesraad sociaal domein. De hoofdtaak van de adviesraad bestaat uit het uitbrengen van integraal advies. Dit advies kan de adviesraad

uitbrengen aan het college in het kader van het ontwikkelen van beleid op het gebied van het sociaal domein.

Het ‘informeren van de gemeente over kansen en knelpunten die de adviesraad signaleert bij de uitvoering van beleid’ maakt onderdeel uit van de adviseringstaak.

In het derde lid van dit artikel is omschreven dat de bevoegdheid van de adviesraad begrensd is tot

hun adviserende taak. Niet tot hun taak kan worden gerekend individuele klachten, bezwaarschriften

of andere zaken met betrekking tot een individuele persoon.

Hoofdstuk 3. Ondersteuning en budget adviesraad sociaal domein

Artikel 5. Ondersteuning adviesraad sociaal domein

Om zijn taken effectief te kunnen vervullen is het van belang dat de adviesraad sociaal domein wordt gefaciliteerd. Niet alleen vergaderruimte en secretariële ondersteuning zijn van belang maar ook regelmatig overleg met medewerkers van de gemeente die het beleid voorbereiden of informatie over de uitvoering van het beleid kunnen geven. Regelmatig is niet strikt gebonden aan een (minimum) aantal overleggen per jaar. Het overleg kan door zowel gemeente als adviesraad geïnitieerd worden maar vindt in elk geval plaats bij de ontwikkeling van nieuw beleid.

Daarnaast wijst het college een of meerdere contactambtena(a)r(en) aan. Deze fungeert/fungeren als verbindende schakel tussen college en adviesraad.

Artikel 6. Budget adviesraad sociaal domein

Het budget van de adviesraad sociaal domein bestaat uit twee onderdelen:

  • 1.

    Een subsidie voor de secretariële ondersteuning. Deze subsidie wordt in de aanvraag van de formele werkgever waar de secretarieel ondersteuner is ondergebracht (Welzijnskwartier) meegenomen;

  • 2.

    Een subsidie voor de dekking van onkosten (bestuurskosten, deskundigheidsbevordering/professionalisering, PR, communicatie, reiskosten, organisatie etc). Deze subsidie wordt direct naar de adviesraad overgemaakt. Hiervoor dient de adviesraad sociaal domein jaarlijks een begroting in.

Hoofdstuk 4. Samenstelling, werkwijze en profiel leden adviesraad sociaal domein

Artikel 7. Samenstelling en werkwijze adviesraad sociaal domein

De adviesraad sociaal domein kent een kerngroep ( 4 a 6). In de kerngroep is deskundigheid op de drie ‘hoofddomeinen’ van het sociaal domein aanwezig. Naast de kerngroep bestaat de adviesraad uit vertegenwoordigers van doelgroepen, belangenbehartigers/organisaties en cliëntengroepen binnen het sociaal domein. Het formele adviesorgaan ‘ cliëntenpanel StaandeBij’ (in het kader van de Participatiewet) gaat (voor de adviesfunctie sociaal domein) op in de adviesraad.

Hoofdstuk 5. Advisering en communicatie

Artikel 9. Advisering

De adviesraad wordt in een vroegtijdig stadium (voordat er sprake is van een ‘kant en klaar’ voorstel voor het college) betrokken bij beleid en regelingen op de omschreven beleidsterreinen binnen het sociaal domein. Dit kan zijn in de vorm van een oriënterende bespreking of een informatieve bijeenkomst.

Met betrekking tot de periode van advisering zal het college over beleidsvoornemens advies vragen aan de adviesraad op een dusdanig tijdstip dat dit advies van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. Als de adviesaanvraag uiterlijk vier weken voorafgaand aan de datum waarop het college voornemens is het beleid vast te stellen wordt toegezonden aan de adviesraad sociaal domein dan kan het advies van de adviesraad van wezenlijke invloed zijn op het door het college te nemen besluit. In overleg met het college kan deze periode verlengd worden met een periode van maximaal 2 weken.


1

De tekst in dit artikel luidt als volgt:

1. Een ieder die is betrokken bij de uitvoering van de taak van een bestuursorgaan en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

2. Het eerste lid is mede van toepassing op instellingen en daartoe behorende of daarvoor werkzame personen die door een bestuursorgaan worden betrokkenb ij de uitvoering van zijn taak, en op instellingen en daartoe behorende of daarvoor werkzame personen die een bij of krachtens de wet toegekende taak uitoefenen.