Organisatie | Regio Gooi en Vechtstreek |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | MANDAAT- VOLMACHTBESLUIT REGIO GOOI EN VECHTSTREEK 2016 |
Citeertitel | Mandaatbesluit Regio Gooi en Vechtstreek 2016 |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Mandaat-en volmachtbesluit |
Geen
10.1.1. Algemene wet bestuursrecht
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-03-2016 | 15-02-2016 | 03-02-2018 | Onbekend | 01-03-2016 | 16.0001090 |
01-03-2016 | 15-02-2016 | Onbekend | 01-03-2016 | 16.0001090 |
Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam “Regio Gooi en Vechtstreek”;
gelet op het bepaalde in de artikelen 16 en 26 van de Gemeenschappelijke Regeling Regio Gooi en Vechtstreek;
gelet op afdeling 10.1.1 Mandaat van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);
I In te trekken het “Mandaatbesluit Regio Gooi en Vechtstreek 2015”
II De uitoefening van de bevoegdheden die staan vermeld in bijlage 1 te verlenen aan de daarin genoemde functionarissen.
III Ten aanzien van de uitoefening van de onder II vermelde bevoegdheden de navolgende voorschriften vast te stellen.
In dit besluit wordt een aantal begrippen gehanteerd, waaronder het volgende wordt verstaan:
Bij de uitoefening van de bevoegdheden in mandaat en/of volmacht wordt het daaromtrent gestelde bij of krachtens wetten, verordeningen, regelingen, besluiten, aanwijzingen en richtlijnen, hoe ook genaamd, van Europese, rijks, provinciale en gemeentelijke wetgevers of andere bestuursorganen in acht genomen.
Artikel 3: Verantwoordelijkheid
De uitoefening van de bevoegdheden in mandaat dan wel volmacht vindt plaats in naam en onder verantwoordelijkheid van het Dagelijks Bestuur.
Artikel 4: Reikwijdte mandaat en volmacht; instructies en voorschriften
De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van het ter zake geldende recht, specifiek met inachtneming van artikel 10:3 Algemene wet bestuursrecht en de bij of krachtens wettelijke regelingen door het dagelijks bestuur vastgestelde richtlijnen, beleidsregels, evenals de financiële afspraken die gelden op grond van de regeling voor de uitoefening van de betreffende taak.
Het dagelijks bestuur zorgt er voor dat de directeuren over aan het dagelijks bestuur bekende informatie beschikken die noodzakelijk is voor een correcte uitvoering van de gemandateerde bevoegdheden. De directeuren zorgen er voor dat de personen aan wie zij ondermandaat verlenen eveneens kunnen beschikken over de informatie bedoeld in de eerste volzin.
Waar volmacht is verleend tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen ter uitvoering van een daarop betrekking hebbend besluit wordt onder de volmacht ook begrepen het bewaken van de uitvoering van die rechtshandeling, waartoe onder meer worden gerekend ingebrekestelling, ontbinding, vorderen van nakoming, opzegging van een overeenkomst en alle andere besluiten, die hiermee verband (kunnen) houden, met uitzondering van de beslissing tot het voeren van een rechtsgeding.
In de ondertekening dient tot uitdrukking te worden gebracht, dat het besluit is genomen krachtens mandaat. Hierbij wordt de volgende formulering aangehouden:
“namens het dagelijks bestuur van de Regio,
Artikel 6: Ondertekeningsmandaat
1.Aan de bestuurssecretaris wordt mandaat verleend tot ondertekening van besluiten genomen door het dagelijks bestuur en door de voorzitter. Dit dient uit het besluit te blijken. Hierbij wordt de volgende formulering aangehouden: “overeenkomstig het door het dagelijks bestuur/de voorzitter van de Regio genomen besluit, De bestuurssecretaris, handtekening en naam”.
De oorspronkelijke gemandateerde of gevolmachtigde blijft verantwoordelijk voor de uitvoering van de ondergemandateerde of doorgegeven bevoegdheden. Deze ondergemandateerde of doorgegeven bevoegdheden worden onder verantwoordelijkheid van de directeuren, ieder voor zover het hun dienst/domein betreft, in een overzicht opgenomen.
Artikel 8: Informatie en overlegplicht
De gemandateerde, gevolmachtigde of degene die in de plaats van de gevolmachtigde de (rechts)handeling verricht, stelt het dagelijks bestuur in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten en/of verrichte (rechts)handelingen waarvan moet worden aangenomen dat kennisneming door het dagelijks bestuur gewenst is. Hier is in ieder geval sprake van indien:
De algemeen directeur draagt zorg voor periodieke verslaglegging van de door hem op basis van volmacht en onder zijn verantwoordelijkheid werkzame personen krachtens ondervolmacht verrichte rechtshandelingen via de reguliere planning en controlecyclus, een en ander in overleg met het dagelijks bestuur.
Overzicht op grond van mandaat en op grond van volmacht uit te oefenen bevoegdheden.
De uitoefening van alle in dit hoofdstuk gemandateerde bevoegdheden of in volmacht verleende bevoegdheden gelden voor zover liggend op het werkterrein van de eigen dienst of domein, tenzij anders is bepaald.
1.1.Juridische en aanverwante zaken
De directeur is bevoegd tot het doen van aangifte van strafbare feiten.
Artikel 3. Vaststellen verweerschrift bestuursrechtelijke procedures
De directeur is bevoegd tot het vaststellen van een verweerschrift in het kader van een procedure op grond van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 4 Aansprakelijkstellingen
De directeur, ieder voor zover het – al dan niet in overwegende mate - zijn eigen dienst/Domein betreft, is bevoegd tot het afhandelen van klachten over een gedraging van een ieder die krachtens ambtelijke aanstelling of arbeidsovereenkomst werkzaam is bij de Regio, alsmede stagiaires, vrijwilligers, uitzendkrachten en andere personen die onder de regionale taakstelling werkzaamheden verrichtenonder verantwoordelijkheid van zijn dienst/Domein.
Artikel 6 Aanvragen vergunningen, ontheffingen, vrijstellingen e.d.
De directeur is bevoegd tot het aanvragen van vergunningen, ontheffingen, vrijstellingen en dergelijke voor zover die dienstbaar zijn aan de taakuitoefening van de Regio.
Artikel 7 Wet openbaarheid van bestuur
De directeur is bevoegd tot het nemen van beslissingen op grond van de Wet openbaarheid van bestuur en aanverwante regelingen.
Artikel 8 Aanvragen en verstrekken van subsidie De directeur is bevoegd tot het aanvragen en verstrekken van subsidies voor zover deze dienstbaar zijn aan de taakuitoefening door de Regio.
Privaatrechtelijke rechtshandelingen
De algemeen directeur is bevoegd tot:
Artikel 10 Inkoop en aanbesteding
Artikel 11 Aangaan verplichtingen
De directeur is bevoegd tot het aangaan van verplichtingen ten laste van de posten van de begroting (gewone dienst) van de betreffende dienst of domein, zulks tot het niveau van de door gedeputeerde staten goedgekeurde, dan wel laatstelijk goedgekeurde begroting maar met inachtneming van het bepaalde in artikel 208 van de Gemeentewet, alsmede ondertekening van correspondentie te dier zake.
Artikel 12 Treasury De mandatering en verdeling van bevoegdheden op het terrein van treasury zijn geregeld in het Treasurystatuut Regio Gooi en Vechtstreek 2015 (nr. 14.0006874).
Artikel 13 Aanstelling, arbeidsovereenkomst en salaris De algemeen directeur is bevoegd tot de uitoefening van alle bevoegdheden van het dagelijks bestuur tot uitvoering en toepassing in individuele gevallen voor medewerkers geregeld in de Arbeidsvoorwaardenregeling Hilversum (ARH) van: a. In hoofdstuk 2 Aanstelling en arbeidsovereenkomst; b. In hoofdstuk 3 Salaris,
vergoedingen, toelagen en uitkeringen).
Artikel 14 Stageplaats, werkervaringsplaats, banenafspraak
De algemeen directeur is bevoegd tot de uitoefening van alle bevoegdheden van het dagelijks bestuur tot het aanbieden van een stageplaats als bedoeld in artikel 1:2a van de ARH, tot het aanbieden van een werkervaringsplaats als bedoeld in artikel 1:2b van de ARH en tot de aanstelling op grond van de banenafspraak als bedoeld in artikel 1.2c van de ARH.
Artikel 15 Arbeidsduur, uitwisselen van arbeidsvoorwaarden, seniorenmaatregelen en vakantie De algemeen directeur is bevoegd tot de uitoefening van alle bevoegdheden van het dagelijks bestuur tot uitvoering en toepassing in individuele gevallen voor alle functies, met uitzondering van die van directeur, geregeld in de ARH in:
Artikel 16 Aanspraken bij ongeschiktheid wegens ziekte of gebrek
De algemeen directeur is bevoegd tot de uitoefening van alle bevoegdheden van het dagelijks bestuur tot uitvoering en toepassing in individuele gevallen voor alle functies, met uitzondering van die van directeur, geregeld in hoofdstuk 7 van de ARH (aanspraken bij ziekte), met uitzondering van de bevoegdheden als bedoeld in het tweede lid van dit artikel.
Artikel 18 Wachtgeld en uitkeringsregeling
De algemeen directeur is bevoegd tot de uitoefening van alle bevoegdheden van het dagelijks bestuur tot uitvoering en toepassing in individuele gevallen voor alle functies, met uitzondering van die van directeur, geregeld in de ARH in:
Artikel 19 Overige rechten en plichten
De algemeen directeur is bevoegd tot de uitoefening van alle bevoegdheden van het dagelijks bestuur tot uitvoering en toepassing in individuele gevallen voor alle functies, met uitzondering van die van directeur, geregeld in de ARH in hoofdstuk 15 (overige rechten en verplichtingen).
Artikel 20 Disciplinaire straffen
De algemeen directeur is bevoegd tot de uitoefening van alle bevoegdheden van het dagelijks bestuur tot uitvoering en toepassing in individuele gevallen voor alle functies, met uitzondering van die van directeur, geregeld in de ARH in hoofdstuk 16 (disciplinaire straffen).
Artikel 21 Opleiding en ontwikkeling
De algemeen directeur is bevoegd tot de uitoefening van alle bevoegdheden van het dagelijks bestuur tot uitvoering en toepassing in individuele gevallen voor alle functies, met uitzondering van die van directeur, geregeld in de ARH in hoofdstuk 17 (opleiding en ontwikkeling).
De algemeen directeur is bevoegd tot de uitoefening van alle bevoegdheden van het dagelijks bestuur tot uitvoering en toepassing in individuele gevallen voor alle functies, met uitzondering van die van directeur, geregeld in de regeling inzake a. bedrijfsfitness; b. procedure verstrekking beeldschermbril; c. regeling personeelsvoorstellen; d. regeling werktijden; e. regeling beschikbaarheidsdiensten; f. regeling communicatiemiddelen; g. verlofregeling; h. verplaatsingskostenregeling.
Artikel 23 Procedures van ambtenaren
De algemeen directeur is bevoegd tot het indienen van een verweerschrift in ambtenarenprocedures bij (gerechtelijke) instanties, in het kader van bezwaar, (hoger) beroep en voorlopige voorziening, na instemming van de portefeuillehouder en met uitzondering van procedures betreffende de directeur zelf.
De directeur van de RAV is bevoegd tot toepassing van de navolgende bepalingen in de Collectieve Arbeidsovereenkomst sector ambulancezorg:
De directeur Fysiek Domein is bevoegd om van de bepalingen in deze verordening af te wijken teneinde experimenten mogelijk te maken ter versterking van het regionale afvalstoffenbeleid waaronder in elk geval bevordering en scheiden aan de bron en hergebruik van afvalstoffen (art. 3 lid 3).
Artikel 26 Aanwijzing inzamelmiddel / inzamelvoorziening
De directeur Fysiek Domein is bevoegd tot het aanwijzen via welk inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt (art. 4 lid 2).
Artikel 27 Aanwijzing gebieden inzameling nabij percelen
De directeur Fysiek Domein is bevoegd tot het aanwijzen van gebieden waarin:
De directeur Fysiek Domein is bevoegd de frequentie van inzameling vast te stellen van de overige categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk in aangewezen delen van de gemeente nabij elk perceel worden ingezameld (art. 5 lid 9)
Artikel 29 Aanbieding huishoudelijke afvalstoffen
De directeur Fysiek Domein is bevoegd regels stellen omtrent
Artikel 30 Andere categorieën afvalstoffen
De directeur Fysiek Domein is bevoegd:
De directeur Fysiek Domein is bevoegd:
ontheffing te verlenen van het verbod buiten een daarvoor door het dagelijks bestuur bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te verbranden, te verwerken, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu (art. 19 lid 2);
Tijdelijke Subsidieregeling Huishoudelijke Hulp Toelage Gooi en Vechtstreek
Artikel 32 vaststellen subsidiebedrag
De directeur Sociaal Domein is bevoegd: Het subsidiebedrag als bedoeld in de tijdelijke subsidieregeling Huishoudelijke Hulp Toelage Gooi en Vechtstreek vast te stellen.
Toelichting op het Mandaat- en Volmachtbesluit 2016
Dit mandaat- en volmachtbesluit vervangt het Mandaat- en Volmachtbesluit 2015. Het besluit is geactualiseerd. De rechtsfiguur van mandaat c.a. biedt de mogelijkheid om routinematig en vaak voorkomende besluiten op ambtelijk niveau te laten afdoen. Van belang is dat de ambtelijke functionaris die op basis van mandaat en volmacht handelt zich bewust is dat hij dat doet namens het bestuursorgaan en dat het bestuursorgaan erop kan vertrouwen dat de gemandateerde hem tijdig en vooraf informeert en raadpleegt indien er sprake is van enige politiek bestuurlijke gevoeligheid. Het Mandaat- en Volmachtbesluit 2016 bestaat uit twee onderdelen te weten:
Deze bepaling is opgenomen om duidelijk te maken wat onder mandaat, volmacht en machtiging wordt verstaan. Mandaat volmacht en machtiging zijn vormen van vertegenwoordiging. Zij hebben gemeen dat er “in naam van” het bestuursorgaan wordt gehandeld. Als volmacht wordt verleend aan een ondergeschikte van het bestuursorgaan dan zijn de regels van mandaat (artikel 10:12 Awb) van overeenkomstige toepassing.
Zoals bij artikel 1 al is aangegeven is het kenmerk van mandaat en volmacht dat de bevoegdheid in naam van het bestuursorgaan wordt uitgeoefend. Dit voorziet in een praktische noodzaak omdat het vaak ondoenlijk is voor het bestuursorgaan om de hem toegekende bevoegdheden in alle gevallen zelf uit te oefenen. Het bestuursorgaan blijft echter verantwoordelijk en kan altijd aanwijzingen geven en beperkingen opleggen ten aanzien van de uit te oefenen bevoegdheid of het mandaat intrekken. Een in mandaat genomen besluit geldt altijd als een besluit van het bestuursorgaan, mits dit binnen de grenzen van het mandaat is gebleven.
Voor de duidelijkheid is in dit artikel bepaald, dat het verlenen van een bevoegdheid niet alleen betreft het nemen van een besluit of het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen maar dat daaronder ook valt het treffen van alle voorbereidingen, het voeren van correspondentie en alle andere handelingen die worden verricht in de aanloop tot de totstandkoming van het besluit of de privaatrechtelijke rechtshandeling. Uitdrukkelijk wordt hier nog vermeld dat onder de gemandateerde bevoegdheid niet valt het beslissen op een bezwaarschrift (artikel 10:3 Awb).
Uit de ondertekening van een in mandaat genomen besluit, moet duidelijk blijken namens welk orgaan de beslissing wordt genomen. Dit is verplicht op grond van artikel 10:10 Awb.
In dit artikel is opgenomen dat gemandateerden en gevolmachtigden die ondermandaat verlenen dan wel hun volmacht doorgeven aan een ondergeschikte dit opnemen in een overzicht. Reden hiervoor is dat er binnen de organisatie van de Regio volstrekte duidelijkheid moet bestaan over wie waartoe bevoegd is. Uiteraard der zaak dienen ook het dagelijks bestuur en de voorzitter van de Regio geïnformeerd te zijn.
Artikel 8 De managementrapportages bieden bij uitstek de gelegenheid om inzicht te geven aan het bestuursorgaan in het gebruik van de gemandateerde bevoegdheden.
In zijn vergadering van 12 november 2014 heeft het algemeen bestuur het Treasurystatuut Regio Gooi en Vechtstreek 2015 (nr. 14.0006874) vastgesteld en gepubliceerd. In dit treasurystatuut zijn de mandatering en de verdeling van taken en bevoegdheden op het terrein van treasury gedetailleerd uitgewerkt en geregeld. Deze bevoegdheid- taakverdeling hoeft daarom in dit besluit niet aan de orde te komen.
Artikel 13 lid 1 onder a In dit artikel is geregeld dat de directeur namens het dagelijks bestuur besluit tot aanstelling van medewerkers dan wel het aangaan van arbeidsovereenkomsten.
Artikel 16 Aanspraken bij ziekte
Artikel 16 lid 2 Aan de algemeen directeur zijn gemandateerd de bevoegdheden die zien op het vaststellen van omstandigheden op grond waarvan de bezoldiging van de zieke ambtenaar ingevolge de ARH moet worden aangepast (o.m. artikel 7:13.1). Dit is gedaan om de eenheid in optreden in dergelijke gevallen zo veel mogelijk te borgen.
Niet gemandateerd is de bevoegdheid tot het optreden in zeer uitzonderlijke situaties zoals beschreven in artikel 7:15:1 “Bezoldiging uitbetalen aan anderen en nabetaling aan ambtenaar” .
De medewerkers van de RAV vallen voor hun arbeidsvoorwaarden onder de Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO) sector ambulancezorg. Gelet hierop zijn de op grond van de CAO aan de werkgever toekomende taken en bevoegdheden doorgegeven aan de directeur van de RAV.