Organisatie | Geldrop-Mierlo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2016 |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting 2016’ |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Toeristenbelasting 2016 |
Geen
Gemeentewet, art. 224
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2015 | 01-01-2017 | Nieuwe regeling | 23-11-2015 Gemeenteblad 2015 Nr. 126728 | GM2015.0476F |
Verordening toeristenbelasting 2016
De raad van de gemeente Geldrop-Mierlo;
voorgenomen het voorstel van burgemeester en wethouders van Geldrop-Mierlo
overwegende, dat jaarlijks de belastingverordeningen voor het volgende belastingjaar aangepast en vastgesteld worden op basis van het begrotingsbeleid;
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2016
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
recreatiewoningen en andere verblijven, niet-zijnde kampeermiddelen, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;
tent, tentwagen, kampeerauto, caravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen geheel of nagenoeg geheel ten behoeve van recreatief nachtverblijf.
een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de plaatsing van een zelfde kampeermiddel gedurende een seizoen of een jaar.
een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de volgtijdige plaatsing van verschillende kampeermiddelen
Onder de naam “toeristenbelasting” wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de basisregistratie personen van de gemeente.
1Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2
2 De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoel in artikel 2.
3 Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.
De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:
1 van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;
2 van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
3 van degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning voor welk verblijf forensenbelasting is verschuldigd;
4 op vaartuigen voor welk verblijf watertoeristenbelasting is verschuldigd;
5 van degene, die als deelnemer aan een schoolwerkweek onder begeleiding van leerlingbegeleiders verblijft;
6 van degene die als deelnemer aan een kamp van Scouting Nederland, Jong Nederland of soortgelijke verenigingen en stichtingen, die onder begeleiding van groepsleiders verblijft.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.
Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
1Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot:
a vakantieonderkomens aan te duiden als recreatiewoning bepaald op het aantal slaapplaatsen;
b vakantieonderkomens aan te duiden als chalets bepaald op een gemiddelde van 3,2
c kampeermiddelen op vaste standplaatsen bepaald op een gemiddelde van 2,6;
2 Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht wordt:
a ingeval verblijf wordt gehouden in vakantieonderkomens aan te duiden als recreatiewoning bepaald op 155
b ingeval verblijf wordt gehouden in vakantieonderkomens ook wel aangeduid als chalets bepaald op 100
c ingeval verblijf wordt gehouden in kampeermiddelen op vaste (jaar-) standplaatsen bepaald op 67;
d ingeval verblijf wordt gehouden in kampeermiddelen op niet-vaste standplaatsen bepaald op 60.
Artikel 7 (Opteren voor) niet-forfaitaire maatstaf van heffing
In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen.
Artikel 11 Termijnen van betaling
1In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later. Indien gekozen wordt voor betaling in een keer dan dient de betaling voor de eerste vervaldag plaats te vinden.
2 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden , voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.
Artikel 15 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
Artikel 16 Inwerkingtreding en citeertitel
1De ‘Verordening toeristenbelasting 2015’ vastgesteld bij raadsbesluit van 3 november 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
4 Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening toeristenbelasting 2016’.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad