Organisatie | Beuningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Haaghove 2010. |
Citeertitel | Beheersverordening begraafplaats Haaghove 2010. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
De verordening vervangt de Beheersverordening begraafplaats Haaghove 2008
Gemeentewet, artikel 149
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-10-2010 | 01-01-2017 | Nieuwe regeling | 05-10-2010 De Koerier, 20 oktober 2010 | BW10.01021 |
De raad van de gemeente Beuningen,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 juli 2010,
gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet,
overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaats(en),
de Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Haaghove 2010 vast te stellen.
Burgemeester en wethouders kunnen aan de rechthebbende op een graf overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden toestaan dat daarin voor eigen rekening een grafkelder wordt aangebracht.
Artikel 12 Overschrijving graf.
Het recht op een graf kan op schriftelijk verzoek van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende op naam van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Na het overlijden van de rechthebbende kan het graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad. Het verzoek hiertoe moet schriftelijk worden gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving op naam van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
HOOFDSTUK 4 Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 14 Kennisgeving begraving en asbezorging
1. Van het voornemen tot een begraving of het bijzetting van as dient minstens 24 uur en bij strenge vorst 48 uur te voren kennis te worden gegeven aan de beheerder of diens gemachtigde onder overlegging van het schriftelijk verlof tot het begraven, afgegeven door de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand.
Artikel 16 Openen en sluiten van graven en het weghalen en terugplaatsen van grafbedekking.
Het openen van een graf ter begraving of bijzetting van as en het opnieuw begraven of bijzetten van as en het daarna sluiten van een graf in dezelfde of in een andere grafruimte, alsmede het in dit verband weghalen en zonodig terugplaatsen van grafbedekking, vindt uitsluitend plaats onder toezicht van de beheerder.
Artikel 19 Afmetingen van grafbeplanting
Op elk graf of gedenkplaats mag beplanting worden aangebracht tot een maximale hoogte van 150 cm.
Artikel 22 Onderhoud grafbeplanting
Niet blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren, kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd.
Artikel 23 Onderhoud gedenkteken
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende schriftelijk is geïnformeerd over de toestand van het gedenkteken. Wanneer het adres van de rechthebbende niet bekend is wordt de oproeping bekend gemaakt op het mededelingenbord op de begraafplaats. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Het college kan de rechthebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan het grafteken te herstellen indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van het grafteken gevaar op levert voor derden.
Artikel 24 Direct maatregelen bij dreigend gevaar/schade
Ter voorkoming of beperking van gevaar voor mens dier of ander voorwerp kan het college direct maatregelen nemen door de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking te doen verwijderen. De kosten van het verwijderen kunnen op de rechthebbende worden verhaald.
HOOFDSTUK 6 Ruiming van graven
Het voornemen van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van de ruiming bekend gemaakt. Het voornemen wordt schriftelijk bekend gemaakt aan de belanghebbende dan wel rechthebbende. Is het adres van de rechthebbende bij de gemeente niet bekend dan wordt het voornemen bekendgemaakt op het mededelingenbord op de begraafplaats.
Artikel 27 Intrekking oude regeling
De Beheersverordening begraafplaats Haaghove 2008, vastgesteld op 11 december 2007, wordt ingetrokken op de datum van inwerkingtreding van deze verordening.
Artikel 28 Overgangsbepalingen
De rechten en verplichtingen met betrekking tot eigen graven die voortvloeien uit de in artikel 27 genoemde verordening worden geacht ingevolge deze Verordening te zijn ontstaan.
Artikelsgewijze toelichting op de beheersverordening begraafplaats haaghove 2010
Waar aangegeven staat ‘wet’ wordt bedoeld: de Wet op de Lijkbezorging
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Op de begraafplaats Haaghove worden alleen particuliere graven uitgegeven. Een particulier graf kan gereserveerd worden. Om het verschil met een algemeen graf aan te geven is daarvan een omschrijving opgenomen.
Daarnaast is een omschrijving opgenomen van de term “ verstrooiingsplaats” . Dit in anticipatie op het inrichten van een verstrooiingsplaats op begraafplaats Haaghove. Een verstrooiingsplaats wordt door de gemeente aangewezen. Op een verstrooiingsplaats kan eveneens een gedenkteken worden opgericht.
Artikel 2 Uitbreiding begrip graf
Voor een graf, urnengraf en kindergraf gelden vrijwel dezelfde rechten en plichten.
Artikel 3 Openstelling begraafplaatsen
Dit artikel is geïntroduceerd met het oog op de strafbaarstelling van personen die zich op de begraafplaats bevinden buiten de uren van openstelling voor bezoekers.
De bevoegdheid van de beheerder om personen weg te sturen als zij zich niet aan zijn aanwijzingen houden en de verbodsbepalingen, bieden voldoende mogelijkheden om tegen ongewenste activiteiten op te kunnen treden. De ordemaatregelen in artikel 4 worden in de praktijk naar het concrete geval beoordeeld.
Artikel 5 Opgravingen en ruimen
De aard van de werkzaamheden bij het opgraven en ruimen van graven brengt met zich mee dat het bezwaarlijk is om toe te staan dat anderen hierbij aanwezig zijn. De praktijk heeft aangetoond dat er behoefte is aan een wettelijk voorschrift om de toegang hierbij van derden te weren.
Naast de graven noemt dit artikel de verschillende andere soorten van voorzieningen op de begraafplaats. Met de mogelijkheid om een gedenkplaats in te richten wordt tegemoet gekomen aan de behoeften van nabestaanden die een crematie op enige afstand van huis hebben doen plaatsvinden en graag een identificatiepunt in de omgeving hebben om de overledene dichtbij te kunnen gedenken. Gedenkplaatsen kunnen bijvoorbeeld worden uitgegeven voor vermisten of als de persoon in het buitenland is overleden en het stoffelijk overschot niet naar Nederland is vervoerd.
Artikel 7 Volgorde van uitgifte
Een graf zal alleen buiten de volgorde van ligging worden toegewezen als dit niet bezwaarlijk is voor de situatie op de begraafplaats. Hierbij kan worden gedacht aan het aanzien van de begraafplaats en de gesteldheid van de bodem.
Artikel 8 brengt expliciet tot uitdrukking dat er in verband met wensen vanuit de samenleving, aanvullende categorieën van graven kunnen worden vastgesteld.
Dit artikel maakt het mogelijk dat in een graf waar reeds een lijk begraven is, een asbus erbij mag worden gezet onder voorwaarde dat de maximum van het aantal genoemde asbussen niet wordt overschreden. De genoemde aantallen zijn gebaseerd op de hoeveelheid ruimte in een graf respectievelijk urnengraf.
Artikel 10 Termijnen van graven
De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in artikel 28 van de wet (minimum is 10 jaar).
De Wet op de Lijkbezorging bepaalt dat binnen twee jaar voor het einde van de lopende termijn, verlenging van de graftermijn kan worden aangevraagd. Binnen een jaar na het begin van deze periode moeten burgemeester en wethouders de rechthebbende op het graf mededelen dat de graftermijn gaat aflopen, hetzij per brief, hetzij door aanplakking op het mededelingenbord bij de begraafplaats. De mededeling blijft aangeplakt tot het einde van de termijn van uitgifte. Het is van belang om de rechthebbenden mede te delen dat verlenging van de termijn tijdig moet worden aangevraagd.
Artikel 12 Overschrijving reservering graf
Het is gewenst dat er na overlijden van een rechthebbende een nieuwe rechthebbende wordt aangewezen die de verantwoordelijkheid voor de grafruimte en de daaraan verbonden kosten op zich neemt.
Tot aanwijzing van een nieuwe rechthebbende kunnen alleen de personen bevoegd worden geacht die belang hebben bij het graf. Dit zijn in de eerste plaats de bloed- en aanverwanten, genoemd in het eerste lid van dit artikel. De ervaring heeft geleerd dat het gewenst is om slechts één persoon als rechthebbende te doen aanwijzen. Dit artikel maakt het mogelijk een ander persoon dan een levenspartner of familielid als rechthebbende aan te wijzen indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Het vierde lid brengt tot uitdrukking dat de termijn met de nodige soepelheid zal worden gehanteerd.
Artikel 14 Kennisgeving begraving en asbezorging
Een schriftelijke kennisgeving is nodig omdat duidelijk vast moet liggen wat voor graf er wordt gevraagd. De wet eist dat er een verlof tot begraven aanwezig is, afgegeven door de ambtenaar van de burgerlijke stand.
De as kan volgens artikel 62 van de wet worden bijgezet in of op een graf dan wel in een bewaarplaats, meestal een urnennis.
In het Besluit op de Lijkbezorging is opgenomen aan welke voorwaarden een kist of omhulsel dient te voldoen.
Artikel 16 Openen en sluiten van graven en het weghalen en terugplaatsen van grafbedekking
Artikel 17 Tijden van begraven en asbezorging
De wet verplicht tot de mogelijkheid van begraven op iedere dag gedurende een bij gemeentelijke verordening te bepalen tijd. Gemeenten zijn echter vrij te bepalen dat ook op zondag of een algemeen erkende feestdag wordt begraven. In deze verordening is bepaald dat in principe op deze dagen geen begraving of asbezorging plaatsvindt. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders toestemming geven hiervan af te wijken.
Sommige nabestaanden vragen om deze toestemming om godsdienstige redenen. Joodse begrafenissen vinden bijvoorbeeld niet plaats op de sabbat. Een bijzonder geval kan zich ook voordoen als de burgemeester toestemming heeft gegeven om een lijk binnen 36 uur te begraven. Daarnaast kan spoed geboden zijn in geval van lijkvinding.
Artikel 18 Afmetingen en plaatsing van gedenktekens
Artikel 19 Afmetingen van grafbeplanting
Artikel 20 Vergunning voor grafbedekking
Dit vergunningenstelsel is in 2008 ingevoerd om vooraf controle te kunnen uitoefenen op de uitvoering en de deugdelijkheid van het gedenkteken. Dit om te voorkomen dat nabestaanden achteraf moet worden gevraagd om een gedenkteken aan te passen, gelet op de emotionele belasting die dat zicht meebrengt. De aanvraag voor een grafrecht genoemd in artikel 10 van de verordening wordt mede aangemerkt als een aanvraag om vergunning voor een gedenkteken. De systematiek is dat er in beginsel vergunning wordt verleend. Burgemeester en wethouders kunnen een gedenkteken weigeren indien de eerbaarheid door de plaatsing van het gedenkteken in het geding is. Deze laatste bevoegdheid bestond reeds in voorgaande verordeningen.
Artikel 22 Onderhoud grafbeplanting
In de dagelijkse praktijk rijzen er nog wel eens wat moeilijkheden over verwijderde bloemen en éénjarige planten zoals afrikanen en geraniums. Het zou veel te omslachtig zijn de rechthebbenden iedere keer per brief te waarschuwen dat de verwaarloosde planten of verwelkte bloemen zullen worden verwijderd. Het verdient aanbeveling om op het mededelingenbord op de begraafplaats doorlopend algemeen bekend te maken hoe daarmee wordt gehandeld.
Artikel 23 Onderhoud gedenkteken
In artikel 32a van de Wet op de Lijkbezorging is geregeld dat de natrekking van grafbedekkingen is uitgesloten. Met andere woorden: de gemeente wordt niet via natrekking eigenaar van grafbedekkingen. Daaruit volgt dat rechthebbenden de wettelijke verplichting hebben onderhoud aan gedenktekens te plegen. Als er sprake is van verwaarlozing van het gedenkteken kan de gemeente de rechthebbende aanspreken en sommeren tot het overgaan van herstelwerkzaamheden aan het gedenkteken. Als de rechthebbende dit nalaat kan van gemeentewege tot de vereiste herstelwerkzaamheden worden overgegaan, op kosten van de rechthebbende.
De mededeling dat burgemeester en wethouders voornemens zijn om het gedenkteken te verwijderen wordt ten minste een jaar van te voren gedaan. Deze mededeling kan in veel gevallen gelijktijdig worden gedaan met de mededelingen dat de graftermijn verstrijkt en dat het graf zal worden geruimd. Het gedenkteken kan ook worden verwijderd nadat burgemeester en wethouders het grafrecht vervallen hebben verklaard omdat er na het overlijden van de rechthebbende niet tijdig een nieuwe rechthebbende is aangewezen (artikel 12). In dat geval geldt eveneens het vereiste van de voorafgaande mededeling per brief of door het plaatsen van een publicatie op het mededelingenbord op de begraafplaats gedurende ten minste een jaar. De grafbedekking blijft nadat zij is verwijderd gedurende 12 weken ter beschikking van de nabestaanden als daarom tijdig tevoren is verzocht.
Artikel 24 Bevoegdheid direct maatregelen te nemen
Deze bepaling regelt de situatie dat een voorafgaande aanschrijving zoals beschreven in het vierde lid van de beheersverordening, niet kan worden afgewacht en direct tot maatregelen dient te worden overgegaan om gevaarlijke situaties of schade voor mens, dier of object te voorkomen of te beperken. Het kan noodzakelijk zijn een gedenkteken of ander object te verwijderen.
Als het dreigende/ontstane gevaar en/of de schade is terug toe te voeren op het nalaten van behoorlijk onderhoud, kunnen de kosten van verwijdering op de rechthebbende worden verhaald.
Volgens artikel 31, tweede lid van de wet kan een particulier graf alleen geruimd worden met toestemming van de rechthebbende. Het recht op een graf kan echter vervallen na het verstrijken van de termijn, of omdat er na het overlijden van de rechthebbende niet tijdig een nieuwe rechthebbende is aangewezen.
De mededeling dat burgemeester en wethouders voornemens zijn om de graven te ruimen wordt gedaan aan de rechthebbenden. Zie verder hetgeen is vermeld in de toelichting op artikel 10, tweede lid van de verordening.
Het vierde lid opent de mogelijkheid de stoffelijke overblijfselen c.q. de as een andere bestemming te geven dan die welke genoemd is in het derde lid. Dat wil zeggen dat de overblijfselen niet worden begraven in het verzamelgraf (de beenderenkuil) en dat de as niet op een algemeen terrein wordt verstrooid.
Die andere bestemming is zo ruim mogelijk omschreven. Zo kan bijvoorbeeld het eigen graf extra diep worden uitgegraven. De overblijfselen kunnen dan in kleine ruimingskistjes in die extra diepte worden geplaatst. De rechthebbende kan dan vervolgens het graf bestemmen voor andere overledenen. Op deze wijze kan het graf gedurende een volgende generatie in dezelfde familie blijven. Ook is het mogelijk om de overblijfselen opnieuw bij te zetten in een ander graf op dezelfde begraafplaats.
Artikel 26 Historische graven en opvallende grafbedekking
De graven kunnen van betekenis zijn: hetzij door de overledene die er begraven ligt dan wel alleen door het gedenkteken. De overledene kan voor de plaatselijke gemeenschap van betekenis zijn geweest zodat wellicht de naam nog bij de volgende generatie bekend is.
Het gedenkteken kan opvallen door zijn vormgeving en door het materiaal. Een voorbeeld is het gietijzer gesmeed door een ijzergieterij, vaak subtiel voorzien van symbolen van de dood. Het ijzer herinnert aan een reeds lang verdwenen nijverheid en is alleen al daardoor van waarde. Andere voorbeelden zijn porseleinen beeldjes. Er dient te worden gezorgd dat graven van bekende overledenen niet ondoordacht worden geruimd en dat soms vrij zeldzame voorwerpen op een terrein dat zozeer aan het verleden herinnert, behouden blijven. Bij twijfel over de betekenis van het gedenkteken, is het gewenst om een deskundige te raadplegen.
De lijst is een inventarisatie van gedenkwaardige graven. Daarnaast kan de inhoud van de lijst een hulpmiddel zijn voor het samenstellen van de monumentenlijst.
Artikel 27 Intrekking oude regeling
De datum waarop de oude regeling vervalt, is de datum waarop de nieuwe verordening in werking treedt.
Artikel 28 Overgangsbepalingen
De beheersverordening begraafplaatsen is een besluit van het gemeentebestuur op overtreding waarvan straf is gesteld. Volgens artikel 143 van de Gemeentewet is de gemeente gehouden dit besluit mede te delen aan het parket van het arrondissement waarin de gemeente is gelegen.
Volgens artikel 142 van de Gemeentewet treden alle verordeningen in werking op de achtste dag na bekendmaking, tenzij daarvoor een ander tijdstip was aangewezen.
In de citeertitel wordt een jaartal opgenomen om de verordening te onderscheiden van voorgaande verordeningen.