Organisatie | Molenwaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening jeugdhulp 2016 gemeente Molenwaard |
Citeertitel | Verordening jeugdhulp 2016 gemeente Molenwaard |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Let op! Bij deze verordening zijn ook beleids- en nadere regels Jeugd 2016 gemeente Molenwaard van toepassing. |
Geen
artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, vierde lid, van de Jeugdwet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-02-2016 | 01-01-2016 | 02-10-2018 | Nieuwe regeling | 09-02-2016 | 484926 |
De raad van de gemeente Molenwaard;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, vierde lid, van de Jeugdwet;
de Jeugdwet de verantwoordelijkheid voor het organiseren van goede en toegankelijke jeugdhulp bij de gemeente heeft gelegd;
voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een individuele voorziening of een persoonsgebonden budget alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet;
ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van jeugdhulp of de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering, en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit daarvan;
vast te stellen de Verordening jeugdhulp 2016 gemeente Molenwaard
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
actieplan: een door een hulpverlener samen met jeugdigen, ouders en hun sociaal netwerk, opgesteld hulpverleningsplan of plan van aanpak;
algemene voorziening: de vrij-toegankelijke voorziening als bedoeld in artikel 2, eerste lid, waarvoor geen beschikking door het college wordt afgegeven;
andere voorziening: voorziening op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen, anders dan in het kader van de wet;
familiegroepsplan: een door ouders, samen met bloedverwanten, aanverwanten of anderen die tot de sociale omgeving van de jeugdige behoren, opgesteld hulpverleningsplan of plan van aanpak;
individuele voorziening: een op de jeugdige en/of zijn ouders/verzorgers toegesneden, niet vrij toegankelijke voorziening als bedoeld in artikel 2, tweede lid, waarvoor het college een beschikking afgeeft;
jeugdhulp: hulp als bedoeld in artikel 1.1 van de wet;
jeugdhulpaanbieder: de persoon als bedoeld in artikel 1.1. van de wet;
jeugdige: de persoon als bedoeld in artikel 1.1. van de wet, en die woonachtig is in de gemeente;
jeugdteam: een op gebiedsniveau georganiseerd, multidisciplinair team van gespecialiseerde ambulante jeugdhulpaanbieders dat de hulpvraag van jeugdigen en/of hun ouders/verzorgers als algemene voorziening afhandelt en (in een vertegenwoordiging) functioneert in het sociaal team;
hulpvraag: behoefte van een jeugdige en/of zijn ouders/verzorgers aan jeugdhulp in verband met opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen, als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van de wet;
ouder: de ouder als bedoeld in artikel 1.1 van de wet;
pgb: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 8.1.1 van de wet,zijnde een door het college verstrekt budget aan een jeugdige en/of zijn ouders/verzorgers, dat hen in staat stelt de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort van derden te betrekken;
sociaal team: een multidisciplinair team dat zich richt op meervoudige en/of complexe ondersteuningsvragen vanuit het sociaal domein. Het sociaal team is op gebiedsniveau georganiseerd;
vertrouwenspersoon: vertrouwenspersoon zoals bedoeld in artikel 2.6 lid 2 van de wet;
Artikel 2. Vormen van jeugdhulp
De individuele voorzieningen, zoals benoemd in lid 2 en met uitzondering van vervoersdiensten, omvatten voor zover dit naar het oordeel van het college noodzakelijk wordt geacht in verband met een medische noodzaak of beperkingen in de zelfredzaamheid, het vervoer van een jeugdige van en naar de locatie waar de jeugdhulp wordt geboden.
Artikel 3. Toegang jeugdhulp via de huisarts, medisch specialist of jeugdarts
Het college draagt zorg voor de inzet van jeugdhulp na een verwijzing door de huisarts, medisch specialist of jeugdarts naar een jeugdhulpaanbieder en legt dit vast in een beschikking als bedoeld in artikel 10.
De jeugdige en/of zijn ouders/verzorgers verstrekken voorafgaand aan het gesprek aan het college alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn en waarover zij redelijkerwijs de beschikking kunnen krijgen. De jeugdige en/of zijn ouders/verzorgers verstrekken in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.
Artikel 7. Verslag en actieplan
Indien het gesprek naar het oordeel van het college leidt tot de wenselijkheid van een individuele voorziening, wordt ter zake tevens binnen 6 weken een actieplan opgesteld, tenzij dit gelet op de aard van de te verlenen hulp niet noodzakelijk is. Bij de opstelling van het ondersteuningsplan wordt, bij aanwezigheid daarvan, rekening gehouden met het familiegroepsplan.
Artikel 11. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering
Onverminderd artikel 8.1.2 van de wet doen een jeugdige en/of zijn ouders/verzorgers op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een individuele voorziening.
Artikel 12. Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering
Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, rekening met:
Artikel 13. Vertrouwenspersoon
Het college zorgt ervoor dat jeugdigen en ouders en pleegouders een beroep kunnen doen op een onafhankelijke vertrouwenspersoon.
Het college draagt zorg voor een behoorlijke en transparante procedure ten behoeve van de afhandeling van klachten van jeugdigen en/of ouders/verzorgers die betrekking hebben op de wijze van afhandeling van meldingen en aanvragen als bedoeld in deze verordening.
Artikel 15. Inspraak en medezeggenschap
Het college stelt cliënten en vertegenwoordigers van cliëntgroepen omtrent Jeugdhulp vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Het college evalueert eenmaal per jaar het gevoerde beleid. Het college zendt het evaluatieverslag na vaststelling daarvan naar de gemeenteraad, die op basis van het evaluatieverslag kan beoordelen of de verordening doeltreffend is en wat de effecten van het werken met de verordening in de praktijk zijn.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de jeugdige en/of zijn ouders/verzorgers afwijken van de bepalingen in deze verordening, wanneer toepassing van deze verordening of de hieruit voortvloeiende nadere regels, leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.